Tekst Karin Kosmeijer
Foto Bart Hoogveld
Het is aantoonbaar lonend voor gemeenten om te investeren in de re-integratie van ex-gedetineerden. Het Instituut voor Publieke Waarde (IPW) berekende in opdracht van de gemeente Tilburg dat de maatschappelijke kosten lager zijn als basisvoorwaarden zoals inkomen en onderdak zijn geregeld. Tilburg begon daarom een experiment om de terugkeer van gedetineerden naar de samenleving soepeler te laten verlopen en detentieschade te beperken door bureaucratische hobbels weg te nemen.
In het IPW-rapport ‘Slimmer uit detentie’ staat een schatting van de maatschappelijke kosten van een ex-gedetineerde zonder inkomen en met schulden die in de daklozenopvang terecht komt en weer in crimineel gedrag vervalt. Dat levert een kostenpost voor de samenleving op van ruim 35.000 euro. Eenzelfde ex-gedetineerde die door verschillende maatregelen wel een inkomen en onderdak heeft en daardoor minder in de verleiding komt om recidive te plegen, kost ongeveer 19.000 euro. Een evident verschil dus.
Uitkering opschorten
Mede op basis van deze onderszoeksresultaten voerde het Tilburgse gemeentebestuur vier maatregelen in voor de re-integratie van kortgestraften die maximaal zes maanden hebben vastgezeten. Allereerst wordt de bijstandsuitkering opgeschort in plaats van stopgezet. Dat heeft als voordeel dat de uitkering direct na vrijlating weer wordt geactiveerd. Als een gedetineerde aantoonbaar geen geld heeft, krijgt hij een klein geldbedrag om de eerste dagen na vrijlating door te komen.
Ook krijgen ex-gedetineerden tijdelijk een vrijstelling van de kostendelersnorm. Familieleden worden niet gekort op hun uitkering als ze onderdak bieden aan een verwant die net uit de gevangenis komt. Deze maatregel geldt overigens ook voor andere kwetsbare personen die met acute huisvestingsproblemen te maken krijgen. Daarnaast zet de gemeente bijzondere bijstand in voor doorbetaling van vaste lasten tijdens detentie. De nieuwe maatregelen vormen een experiment dat Tilburg samen met Breda uitvoert onder de vlag van het programma City Deal.
Staffunctionarissen
De nieuwe aanpak is mede ontstaan door de uitkomsten van het rondje dat Katinka Reijnders en Jos van Lokven, staffunctionarissen ketensamenwerking van het samenwerkingsverband Noord-Brabant-Zeeland van DJI, enkele jaren geleden maakten langs dertien steden in de regio. De DJI-medewerkers doen zo’n ronde op reguliere basis om met gemeenten afspraken te maken over de samenwerking omtrent de vijf basisvoorwaarden (werk en inkomen, zorg, schulden, onderdak en identiteitsbewijs). In een matrix leggen ze de afspraken over de basisvoorwaarden per gemeente vast.
Katinka Reijnders vertelt: 'Tot onze ontzetting bleek dat er eigenlijk heel weinig werd gedaan. In Brabant werd veel gedaan door een aantal Veiligheidshuizen, maar de gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid van burgers en dus ook voor re-integratie. Vooral bij toenmalig burgemeester Noordanus van Tilburg kwam het besef dat er meer nodig was.'
Levensloopbenadering
Na een expertmeeting van DJI, gemeenten en andere netwerkpartners bleek dat er behoefte was aan een andere benadering. Anneke Pulskens, projectleider bij de gemeente Tilburg, licht toe: ‘Die matrix op de vijf leefgebieden was heel erg vanuit het systeem bedacht. Bijvoorbeeld om in aanmerking te komen voor een bed-bad-en-broodregeling moet iemand recente bankafschriften laten zien. Die heeft hij meestal niet paraat. We leerden dat we niet het systeem, maar de levensloop van een persoon centraal moeten stellen.’
Tilburg heeft net als de andere steden inmiddels nauw contact met de penitentiaire inrichtingen in met name Vught, Grave en Dordrecht. Pulskens: ‘Als iemand gedetineerd raakt, proberen we hem binnen twee weken al op te zoeken. Mensen die niet regionaal geplaatst zijn, krijgen van ons een brief en een folder. We hebben vaste spreekuren binnen de PI’s. Dan wordt een gesprek gevoerd over de vijf basisvoorwaarden en zo nodig een plan van aanpak opgesteld.’
Recidive omlaag
In de hele regio West-Brabant komen op jaarbasis zo’n drieduizend gedetineerden op vrije voeten die in aanmerking komen voor nazorg van gemeenten. ’s-Hertogenbosch was al heel actief op dit terrein en heeft de effecten onderzocht. De recidive bedraagt in die stad 49 procent tegen 72 procent landelijk. Breda had niet zo’n gedetailleerd re-integratiebeleid.
Manon Pouw, projectleider City Deal in Tilburg, vertelt: ‘In de startfase van het experiment heeft Breda het re-integratieproces van Tilburg kunnen gebruiken voor de vormgeving van zijn eigen beleid. Door deze ontwikkeling maakt Breda een inhaalslag waar Tilburg op zijn beurt gedurende dit experiment veel van kan leren. Op deze manier zijn we complementair aan elkaar en kunnen we het best mogelijke re-integratiebeleid te ontwikkelen.’
Het City Deal-project in de twee Brabantse plaatsen heeft een looptijd van twee jaar. Gedurende die periode worden de effecten gemeten. Pulskens: ‘We doen allemaal ons best om het te laten lukken, maar een experiment mag mislukken. Ook daar leer je van. Nu kunnen we het nog niet breed delen, omdat het nog loopt. Als het lukt, komen we de uitkomsten graag brengen bij andere gemeenten.’
City Deal Zorg en Veiligheid
Het experiment van de gemeenten Tilburg en Breda valt onder het programma City Deal voor Zorg en Veiligheid. Daarin werken vier ministeries, waaronder Justitie en Veiligheid, en zeven gemeenten samen. Het doel is criminaliteit en overlast te verminderen door het sociale domein en het veiligheidsdomein beter met elkaar te verbinden. De verschillende projecten zijn gericht op specifieke groepen van kwetsbare personen.
Ook sluit de Tilburgse handelwijze aan bij DJI In Verbinding. Een van de speerpunten van deze strategische koers van DJI is nauwere samenwerking met netwerkpartners. DJI hoopt zo vroeg mogelijk tijdens het verblijf van een gedetineerde in een DJI-inrichting met gemeenten afspraken te kunnen maken over trajecten voor justitiabelen. DJI noemt de Tilburgse aanpak een mooi voorbeeld voor andere gemeenten.