Tekst Coen Heil
Foto Jeroen van der Meyde
Monique Schippers is divisiedirecteur Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring (GW/VB) bij DJI. Zij laat haar licht schijnen op de visie op gevangenisstraffen ‘Recht doen, kansen bieden’, die minister Dekker onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. ‘Deze visie implementeren is de komende jaren de belangrijkste opdracht voor het gevangeniswezen en alle betrokken partijen.’
Hoe sta jij tegenover de beoogde veranderingen van minister Dekker in de nieuwe visie op gevangenisstraffen?
‘Het is absoluut een visie waarmee we vooruit kunnen bij DJI. Wat ik mooi vind is dat de visie enerzijds erkent en onderstreept waar onze mensen al langer mee bezig zijn en anderzijds een paar belangrijke elementen toevoegt. Ofwel: de visie scherpt de huidige praktijk aan en verbreedt en verdiept deze. Centraal in de visie staat dat gedrag van gedetineerden consequenties moeten hebben. Dat is ook de gedachtegang achter ons huidige beleid van ‘promoveren en degraderen’. Tegelijk scherpt de visie dit gedachtegoed nadrukkelijk aan, omdat er meer te winnen of verliezen valt. Denk onder meer aan de Voorwaardelijke Invrijheidsstelling (VI), die niet alleen nog maximaal twee jaar mag duren, maar die je ook moet verdienen. Dit geldt ook voor andere vrijheden, zoals werken buiten de muren vanuit toekomstige nieuwe afdelingen: de Beperkt Beveiligde Afdelingen.
Naast het beleid om goed gedrag centraal te stellen en te belonen, is een ander belangrijk uitgangspunt van de visie dat DJI samen met ketenpartners alles in het werk stelt om gedetineerden zo goed mogelijk te laten terugkeren in de samenleving, met als doel om terugkeer naar de PI te voorkomen.’
Wat verandert er voor de ketenpartners?
‘Alles moet vanaf dag één gericht zijn op de vraag: hoe gaat de gedetineerde op de laatste dag van detentie zo goed mogelijk terug de samenleving in? Wij kunnen als DJI onmogelijk in ons eentje zorgdragen voor de vijf basisvoorwaarden - wonen, werk, schulden, identiteitsbewijs en zorg en verzekering - aangezien we niet alle expertise in huis hebben. Bovendien zijn veel gedetineerden maar kort binnen. Ketenpartners zullen dus vanaf dag één moeten meedoen aan de moeilijke wedstrijd om iedereen met zoveel mogelijk toekomstperspectief weer naar buiten te laten gaan. En het zijn de ketenpartners die na detentie het netwerk moeten blijven vormen dat vaak nog nodig is voor een succesvol vervolg. Ketenpartners zullen merken dat wij er alles aan doen om op passende wijze informatie met hen te delen en samen te werken.’
Wie zijn de belangrijkste ketenpartners?
‘Gemeenten. Iedere gemeente is verantwoordelijk voor haar burgers, ook als deze gedetineerd zijn of zijn geweest. ‘Ze zijn van ons’ is een mooie houding die helpt. Maar ook reclassering, schuldhulpverlening en zorgpartners hebben een belangrijke functie. Zo zitten er bij ons structureel minstens zeshonderd mensen binnen met complexe psychiatrische of psychische klachten die nazorg nodig hebben. We werken met een breed scala aan partijen die we allemaal nodig hebben.’
Welke van de vijf basisvoorwaarden van re-integratie heeft de hoogste prioriteit?
‘Dat kun je eigenlijk niet zo zeggen, want dat is echt maatwerk. De ene persoon heeft vooral een dak boven zijn hoofd nodig, terwijl een ander dat al geregeld kan hebben. Een psychiatrische patiënt heeft een opvolgend zorgtraject nodig, terwijl voor een ander het opbouwen van zijn sociale netwerk van levensbelang kan zijn. Dat is heel divers, dus je kunt nooit de ene voorwaarde boven de ander laten prevaleren. Per individu wordt bekeken welke hulp nodig is en van welke ketenpartner. Dat is de grote uitdaging.’
Hoe zorg jij voor cohesie tussen alle betrokken partijen?
‘Dat doen we binnen DJI op diverse niveau’s. De begeleiders en casemanagers zijn cruciaal, want zij zijn degenen die direct met de gedetineerden in gesprek gaan en daarnaast ook het directe contact onderhouden met de collega’s van de samenwerkingspartners, bijvoorbeeld reclassering. Voor een goede implementatie van de visie is belangrijk hoe wij, leidinggevenden, ervoor kunnen zorgen dat de professionals op de vloer het verschil kunnen maken met en voor de gedetineerde. Door hen ruimte te geven en goed toe te rusten, bijvoorbeeld via vakmanschap.’
In een ideale wereld is de recidive van ex-gedetineerden nul procent, maar wat is volgens jou een realistisch streven na de komende maatregelen?
‘Ik zou blij zijn als we met de aangescherpte aanpak tot een verdere daling van de recidive kunnen komen. Nu stabiliseert het recidivegetal zich al een tijd. Dat doorbreken zou heel mooi zijn. Daar gaan we vol voor. Een recidive van nul procent is natuurlijk onhaalbaar, want er zijn altijd zaken die niet te beïnvloeden zijn. Maar wat we wel kunnen doen is samen met de ketenpartners blijven inzetten op de vijf basisvoorwaarden voor een succesvolle terugkeer.’
Wanneer volgt het eerste meetmoment van de nieuwe visie?
‘Minister Dekker heeft in de Kamer toegezegd dit najaar een eerste rapportage op te leveren. Daar waar de visie de huidige praktijk aanscherpt, kunnen we de stand van zaken rapporteren. Op andere punten vergt de visie verdere uitwerking, bijvoorbeeld in de vorm van een aanpassing van de wet Voorwaardelijke Invrijheidsstelling (VI).
We zullen ons natuurlijk naar alle betrokken partijen verantwoorden en voor het veld willen we vooral ruimte creëren, opdat ze bij hun leest kunnen blijven en kunnen doen wat er van ze wordt verwacht. Het implementeren en doorontwikkelen van de visie is de komen jaren de belangrijkste opdracht. Voor het gevangeniswezen en alle partijen daaromheen.’
Wat verwacht je ten slotte van de publieke opinie?
‘Ik denk dat dit een visie is die een breed publiek iets heeft te bieden. Vanuit de samenleving wordt vaak de vraag gesteld of opgelegde straffen wel in balans zijn. Ik denk dat het hele stuk uit de visie dat gaat over consequenties verbinden, het verdienen van privileges en vooral ook het centraal stellen van een veilige terugkeer veel mensen zal aanspreken.’
Meer informatie over de visie op het gevangeniswezen "Recht doen, kansen bieden' is hier te vinden.