Tekst Hedda Schut
Foto Renée van den Kerkhof
Het werk in de gevangenis is mensenwerk. Alles wat wij doen, doen we om mensen weer op het rechte pad te krijgen, hen een toekomst te geven en zo de samenleving een beetje mooier en veiliger te maken. Als dat lukt, dan maakt ons dat trots en geeft ons dat motivatie. Het verhaal van Timo (26) is zo'n verhaal dat je bijblijft. Hij zat in totaal 3,5 jaar in een Engelse gevangenis en in PI Sittard. In de bajes wist hij al dat hij nooit meer terug wilde.
'Ik durf nu sneller trots te zijn op mezelf'
‘Als ik terugkijk op mijn hele detentieperiode, vond ik mijn arrestatie eigenlijk het heftigste. Dat was in Engeland, begin 2016. Ineens stond er een team rond mijn auto, met vuurwapens op me gericht. Dat vond ik heel bedreigend. Ik werd meegenomen en naar een gevangenis gebracht. Daar kwam ik op de inkomstenvleugel terecht en zat een half jaar in voorarrest. Mijn Engels was in die tijd nog niet zo goed en ik liet alles wat er gebeurde eigenlijk gewoon over me heenkomen. Ik bemoeide me nergens mee, had respect voor anderen. De “grote mensen” had ik aan mijn kant, al weet ik nog steeds niet waarom.
Liefdevolle jeugd
Ik ben een adoptiekind. Op mijn tweede kwam ik uit Thailand bij mijn ouders, die me een liefdevolle, beschermde jeugd gaven. Als kind zag ik al dat als we met anderen eten gingen, mijn ouders altijd afrekenden. Mijn moeder vertelde veel later pas dat hun vrienden wel degelijk bijdroegen, maar dat dit op andere momenten gebeurde. Ondertussen was ik gaan denken dat betalen voor iedereen zo hoorde. Ik was inmiddels een tegendraadse puber geworden die zijn middelbare school niet had afgemaakt. Ik werkte in de horeca en had vaak verschillende baantjes tegelijk.
Populair
Het stomme was dat ik op school populair was, maar me toch onzeker voelde en bevestiging zocht. Ik hield van dure merkkleding en met mijn idee dat het normaal was dat ik alles betaalde, had ik ook veel vrienden. Als het mijn beurt was om een rondje te geven, bestelde iedereen ineens dure drankjes. Later, toen ik sneller aan veel meer geld kwam, kocht ik ook luxe eten en joints. Ik gebruikte zelf geen drugs, ik deed het voor hen, en omdat ik niet alleen wilde zijn.
Engelse cel
De eis voor mijn opiumdelict in Engeland was 25 jaar. Mijn advocaat had me aangeraden mijn ouders en oude werkgevers brieven te laten schrijven over mijn goede gedrag. De rechter vond na lezing daarvan, en omdat ik nooit eerder met politie en justitie in aanraking was geweest, dat ik toch een goede jongen was. Hij bepaalde de straf op 11,5 jaar, maar met alle aftrek en omdat ik had gezegd dat ik schuldig was, moest ik daarvan 3,5 jaar zitten.
Niet stilzitten
In de Engelse bajes bracht ik mijn tijd goed door. Het gebouw was ruim opgezet. Je merkte niet dat je met tweehonderd man in een vleugel zat. De deur naar de buitenplaats stond de hele dag open. Regels waren natuurlijk regels, maar in alle beperkingen zat ook ruimte. De bewaarders waren goed voor ons, maar ik hield me op de vlakte en zocht alleen contact met mensen met wie ik werkte. Van stilzitten hield ik niet. Ik hielp in de boodschappenwinkel, de keuken en de kantine.
In 2018 kon ik naar Nederland om de laatste anderhalf jaar van mijn straf uit te zitten. Ik kwam terecht in PI Zwaag, maar vroeg overplaatsing naar PI Sittard omdat ik uit Zuid-Limburg kom. Die kreeg ik. De detentie hier was wennen; het was minder vrij, er was minder ruimte en ik kon niet naar buiten wanneer ik wilde. De regels werden veel strakker nageleefd en over de dag wist ik precies waaraan ik toe was. Ik leefde nu per uur. Ook door de inrichting van de bajes voelde ik me nu echt opgesloten.
Klankbord
Gelukkig was het personeel in de PI vooral menselijk. Ik had een goede band met mijn mentor, aan wie ik alles kon vragen en die een echt klankbord voor me wilde zijn. Ik wilde alles doen om mijn re-integratie in de maatschappij succesvol te laten zijn. Ik wilde een plek voor mezelf, werk en nooit meer terug in een bajes.
Ik haalde mijn papieren voor sociale hygiëne in de horeca en verder ging al mijn tijd zitten in het voorbereiden van mijn toekomstige leven. Niet alle PIW’ers waren even behulpzaam. Als ik iets wilde, moest het uit mezelf komen. Soms werd ik van het kastje naar de muur gestuurd of gedemotiveerd. Dat was niet altijd goed voor mijn eigenwaarde, al verschilde de bejegening natuurlijk per persoon. Ik werd goed verder geholpen door mijn casemanager, mentor en de PIW’ers met wie ik een prettig contact had. Uiteindelijk wist ik precies wie zich voor me wilden inspannen.
Tweede kans
Ik heb mijn re-integratie voorbereid met hulp van een vriendin buiten. Het kostte erg veel inspanning en organisatie, maar uiteindelijk kreeg ik een plek waar ik een half jaar begeleid kon wonen. Daarna kwam er een huis via de woningbouwvereniging en met een gift uit een fonds kon ik dat wat inrichten.
En werk? In de PI werkte ik als enige gedetineerde in de kantine voor Sodexo. Een leidinggevende van de cateraar wilde me in graag dienst als ik vrij zou komen. Dat ben ik inderdaad even geweest, tot ik een betere baan in de horeca kon krijgen. Mijn nieuwe baas gunde mij een tweede kans en inmiddels ben ik zijn rechterhand. Van mijn casemanager hoor ik dat er nog wel eens naar me wordt gevraagd door PIW’ers en gedetineerden. Ik schijn een goede indruk te hebben achtergelaten omdat ik zo gemotiveerd was het anders te willen doen.
Veel geleerd
Eigenlijk ben ik blij dat alles zo gegaan is, anders was ik misschien nog dieper in die andere wereld terechtgekomen. In de bajes heb ik veel geleerd, ook door de weerstand die ik kreeg. Ik kan nu duidelijker grenzen aangeven, beter luisteren naar mijn gevoel en vrienden anders kiezen. Het allerbelangrijkste is dat ik nu de echte waarde van geld ken. Dure-merkengeil ben ik niet meer. Ik ben versneld volwassen geworden, heb een fijn thuis voor mezelf gemaakt en het gaat me goed. De periode in de bajes heeft me positief beïnvloed en mijn kijk op het leven totaal veranderd. Ik ben nog geen jaar buiten en ik heb veel voor elkaar gekregen. Ik durf nu sneller trots op mezelf te zijn.’