Tekst Nienke Ledegang
Foto Jarno Kraayvanger
Ze vallen in de penitentiaire inrichting tussen wal en schip. Gedetineerden die bijna zover zijn om terug te keren in de samenleving, maar nog altijd kwetsbaar zijn vanwege complexe problemen zoals een lichtverstandelijke beperking (LVB), verslaving of psychische problemen. Voor hen is er sinds deze maand het Huis van Herstel in Almelo. DJI, Reclassering en gemeente werken er nauw samen.
Anousjka Talen van DJI is een van de initiatiefnemers en projectmanager van het Huis van Herstel. Zij vertelt: ‘In 2017 werd de vraag gesteld of er een vestiging was die met herstelgericht aan de slag wilde gaan conform allevier de pijlers: zelfherstel, herstel richting slachtoffer, herstel van het sociale netwerk en herstel richting de maatschappij. Herstel betekent dat we mensen met een gevangenisstraf beter voorbereiden op het leiden van een normaal leven na detentie. Vestigingsdirecteur Ton Golstein van PI Almelo en ik dachten meteen aan de open inrichting die eerder verbonden was aan PI Almelo. Een oude villa, die volgens mij heel geschikt zou zijn voor de doelgroep die ik voor ogen had.’
Anousjka vervolgt: ‘We zijn toen om tafel gegaan met de reclassering en de gemeente. Enthousiasme om deze doelgroep op te vangen was er direct, maar ook de vraag wie de kar zou trekken en hoe we een dergelijke plek zouden financieren.’
Concrete plannen
PI Almelo wilde de lead wel nemen en kreeg bovendien een mogelijkheid voor financiering in de schoot geworpen met het programma Koers en Kansen voor de sanctie-uitvoering, een initiatief van het ministerie van Justitie om de sanctie-uitvoering in Nederland stevig te vernieuwen en in te zetten op meer maatwerk. Daarvoor worden in heel het land lokale initiatieven financieel ondersteund. ‘Samen met de reclassering deden we een aanvraag die in de loop van 2018 gehonoreerd werd. Eind 2019 stemden alle Twentse burgemeesters in met het tekenen van een convenant, waarmee ze ook onze partner worden... Ja, er gingen wel jaren overheen, maar we zaten in de tussentijd niet stil. Bij het betrekken van de Twentse burgemeesters waren de plannen al heel concreet.’
Geen tehuis
Het Huis van Herstel, zo spraken de betrokkenen af, zou een plek worden voor kwetsbare gedetineerden die niet in aanmerking komen voor bijvoorbeeld een klinische indicatie, maar die wel ondersteuning nodig hebben. Altijd zitten ze in de laatste fase van detentie en hun delictachtergrond is divers. Ze kunnen zowel kort- als langgestraft zijn. Dat is uniek en heel nuttig, want de praktijk leert dat kortgestraften veelal recidiveren. De verblijfsduur in het Huis van Herstel is maximaal 18 maanden. Want, zo zegt Anousjka: ‘We willen geen tehuis worden. Na detentie neemt de gemeente de zorg over. Omdat de gemeente al betrokken is vanaf het moment dat iemand in het Huis van Herstel verblijft, zien de gedetineerden geen nieuwe gezichten. Die ‘warme overdracht’ is belangrijk. Onze hoofddoelstelling: een effectievere methode met minder kans op recidive.’
Daarnaast zet het Huis van Herstel in op een betere positie van de deelnemers, stimuleert het partners in Twente om integraal samen te werken en expertise te vergroten, én draagt het bij aan de acceptatie van ex-gedetineerden in onze maatschappij.
Moeite doen
In het Huis van Herstel is plek voor zo’n 29 (en in coronatijd maximaal 20) gedetineerden. ‘Wie bij ons wil verblijven, moet daar echt moeite voor doen. Motivatie is een eerste criterium. Gedetineerden schrijven mee aan hun eigen plan. Daarnaast is er een risico-taxatie. Dat pakket, samen met het dossier van een gedetineerde, gaat naar de zogeheten ‘weegtafel’. Daar zitten bijvoorbeeld ook iemand van de gemeente en iemand van de politie in die besluiten of iemand wordt toegelaten.
In het Huis van Herstel werken professionals die afkomstig zijn uit de naastgelegen PI Almelo en vanuit diverse netwerkorganisaties. Daarnaast is er een aantal reclasseringsmedewerkers in dienst. ‘Het mixt mooi. De gemene deler is dat hier mensen werken die begeleiding leuk vinden, out of the box kunnen denken en zelfstandig te werk gaan. We bouwen immers aan een heel nieuw concept. Gezamenlijk hebben we het dagprogramma voor de bewoners ontwikkeld.’
Duidelijke regels
Een belangrijk uitgangspunt van het Huis van Herstel is dat de mensen die er verblijven hulp krijgen, maar ook dat het de veiligheid van de samenleving ten goede komt. Sport, bewegen en aandacht voor voeding zijn daarnaast cruciale onderdelen in het dagprogramma. Eten gebeurt gezamenlijk. Er zijn duidelijke regels waar alle deelnemers zich aan moeten houden. ‘Voor ons is het spannend of het Huis van Herstel gaat brengen wat we ervan verwachten. Maar aan de voorbereiding en de inzet van de mensen die er werken zal het niet liggen.’
'De mensen maken het verschil'
Chantal Wildemors is beleidsadviseur zorg bij de gemeente Hengelo en deed mee aan de proefzitsessie in het Huis van Herstel. ‘Ik viel met mijn neus in de boter. Op 1 september ben ik aan deze baan begonnen en meteen kon ik meedoen aan het proefzitten in Huis van Herstel. Een goede manier om in te werken. Het was heel leerzaam en interessant. Ik besef dat het heel anders is dan wanneer je er echt zit, en de bejegening zal ook vast wel iets anders zijn. Maar ik heb in de gesprekken die ik heb gevoerd wel het enthousiasme en de bevlogenheid van het team gezien en gehoord. Dat straalde er echt vanaf. Dat is belangrijk, want de mensen maken het verschil en in de praktijk zal straks blijken hoe dat voor het Huis van Herstel uitpakt. Het is toch iets anders dan de PI. Ik heb ze meegegeven dat ik hoop dat de contacten tussen DJI en gemeente beter worden dankzij het Huis van Herstel. Nu weten wij als gemeente in de praktijk niet altijd wanneer iemand vrijkomt. Door de intensievere samenwerking en warme overdracht verwacht ik wel dat dat beter gaat. Ik zie daarin ook een rol voor mezelf weggelegd. Ik geloof erg in de kracht van een regionale setting. Ik kijk dus met een positief gevoel terug op het proefzitten, behalve op het slapen. De matrassen zijn er zó hard dat ik bijna geen oog heb dichtgedaan.’
'Over de schotten heen kijken'
André Smink is nazorgcoördinator bij de gemeente Hengelo en deed mee aan de proefzitsessie in het Huis van Herstel. ‘Ik ben vanaf het begin een groot voorstander van het Huis van Herstel geweest. Vooral de netwerkgerichte aanpak spreekt mij heel erg aan. Communicatie tussen de verschillende partners verloopt soms best moeizaam. Ik merk dat mensen het lastig vinden om over de schotten van hun eigen organisatie heen te kijken. Het zou goed zijn als dat met de komst van het Huis van Herstel meer gebeurt. Ik heb daar goede hoop op. Het proefzitten zelf voelde voor mij een beetje dubbel. De reguliere PI ken ik goed van binnenuit en daarmee vergeleken in het Huis van Herstel de hemel op aarde. Maar alsnog zit je natuurlijk in een gesloten setting. Blijft overeind dat op deze manier aan je herstel werken vele malen prettiger is.’