Tekst Nienke Ledegang
Foto DJI

Anderhalve meter afstand houden in de bajes of een tbs-kliniek, dat is nog niet eenvoudig. Toch staat DJI voor die opgave. Met drie betrokkenen kijken we vooruit naar ‘het nieuwe normaal’ bij DJI.

Gerard Bakker
Gerard Bakker, hoofddirecteur DJI
Hendrik Jan van der Lugt
Hendrik Jan van der Lugt, algemeen directeur van FPC de Oostvaarderskliniek
Francesca Salamone
Francesca Salamone, vestigingsdirecteur PI Nieuwersluis

Hoofddirecteur Gerard Bakker van DJI is niet bang voor een crisis. Als bestuursvoorzitter van het COA speelde hij een belangrijke rol in de vluchtelingencrisis van 2015. Onder meer die periode bracht hem de titel overheidsmanager van het jaar. Nu ziet hij zich opnieuw voor een crisis gesteld, maar dan binnen de organisatie waar hij sinds 2018 de scepter zwaait. Vanaf het allereerste begin van de lockdown, en eigenlijk nog daarvoor, koos DJI voor de vlucht naar voren. ‘We hebben heel vroeg maatregelen genomen’, zegt Bakker. ‘En dat heeft het effect gehad dat we voor ogen hadden. Het aantal besmettingen in onze inrichtingen is heel laag gebleven. Dat is natuurlijk prachtig, maar het doet niets af aan de zorgen en het verdriet op de plekken waar wel besmettingen zijn geweest.’

Protocollen en procedures

Bakker vervolgt: ‘DJI heeft als voordeel dat er altijd al met protocollen en procedures gewerkt wordt. Van het strikt naleven van protocollen moesten we het de afgelopen tijd ook hebben, en dat zal in elk geval het komende jaar ook nog zo zijn. Het scheelt dat dat voor ons niet nieuw is.’

Op dit moment wordt er in alle inrichtingen van DJI nagedacht over hoe de 1,5-metersamenleving er vorm kan krijgen. Dan gaat het over gevangenissen, tbs-klinieken, detentiecentra en justitiële jeugdinrichtingen. Die hebben allemaal zo hun eigen uitdagingen. ‘Soms zullen er aanpassingen aan de gebouwen gedaan moeten worden, we moeten nadenken over de dagprogramma’s, die de afgelopen tijd in afgeslankte vorm plaatsvonden, en in de forensische zorg willen weer volop inzetten op behandeling. Want zo is het ook: Aan de ene kant wil je alle inrichtingen gelijk behandelen, maar je moet ook oog hebben voor de verschillen. Het is geen one size fits all.’

'DJI heeft als voordeel dat er altijd al met protocollen en procedures gewerkt wordt'

Het managen van angst

Dat laatste ervaart algemeen directeur Hendrik Jan van der Lugt van de Oostvaarderskliniek in de praktijk: ‘Maatwerk is belangrijk. Zeker in een tbs-kliniek. Patiënten verblijven hier op een woonafdeling en vormen daar een gezamenlijk huishouden. Je zou het kunnen vergelijken met een gezinssituatie. Bij het bepalen van gedragsregels heb je daar natuurlijk rekening mee te houden. Ook de behandeling, zoals therapie, arbeid en sport, buiten de eigen afdeling moet zoveel mogelijk doorgaan. Groepstherapie hebben we tijdelijk gestaakt en ook mochten onze patiënten tijdelijk niet met verlof terwijl dit verlof essentieel is voor de tbs-behandeling.  Wij hebben te maken met een complexe patiëntengroep die niet altijd zelf de 1,5 meter afstand bewaart. Soms begrijpen patiënten het gewoon niet. Ook hebben we patiënten die plotseling agressief kunnen worden. Je zult dan moeten ingrijpen. We werken aan een plan waarin we langzaam weer zaken opstarten, maar zullen ook in de praktijk moeten ervaren hoe het uitpakt. Feit is dat het opstarten van behandelingen voor mij prioriteit heeft. Ik zie dat dat hard nodig is.’

Recht in het hart

Bij Van der Lugt speelt nog iets mee: ‘Als Oostvaarderskliniek hebben we in tegenstelling tot veel andere inrichtingen binnen DJI wel degelijk veel last gehad van besmettingen, vier patiënten in totaal. Ook is er een collega van ons overleden aan corona. Zoiets raakt je als organisatie recht in het hart. Ik ben als algemeen directeur nu niet alleen degene die de inhoudelijke koers bepaalt, maar ben ook bezig met het managen van angst bij patiënten en medewerkers. Gebleken is dat die angst niet irreëel is. We proberen alert te zijn op de psychische belasting die deze angst met zich meebrengt.’

Anderhalve meter
Coronamaatregelen in PI Almelo

Plexiglas en afstandscoaches

Voor Francesca Salamone, vestigingsdirecteur van PI Nieuwersluis (0 coronagevallen), ligt dat iets anders. Bij haar liggen de maatregelen met name op het vlak van beheersbaarheid. Zij is volop aan het ‘stickers plakken en plexiglas monteren’. ‘Dat is natuurlijk een beetje simpel gesteld, maar het gaat erom dat je slimme oplossingen bedenkt voor situaties waarin er een groter risico op besmetting is. Om aan de nieuwe normen te kunnen voldoen is er druk geschreven aan een nieuw dagprogramma en is er in de bezoekzaal plexiglas gemonteerd, om bezoek weer te kunnen opstarten wanneer dat is toegestaan. Activiteiten en arbeid zijn in kleinere groepen en op gepaste afstand doorgegaan. Een voorziening als de bibliotheek mag door minder mensen tegelijk worden bezocht. Ook wordt er flink nadruk gelegd op de hygiënemaatregelen zoals handen wassen en afstand houden. Als bezoek weer toegestaan is, dan zou het kunnen betekenen dat we dat bezoek veel flexibeler moeten organiseren. De 1,5-metermaatregelen vragen bij ons dus vooral veel van planning en organisatie.’

Stem van de betrokkenen

Om de Oostvaarderskliniek te wapenen tegen corona heeft Van der Lugt op dag één een actieteam geïnstalleerd waarin medewerkers uit alle disciplines meedenken over de maatregelen. Niet alleen de medische dienst en therapeuten, maar bijvoorbeeld ook afdelingshoofden, de communicatiemedewerker en de preventiemedewerker. ‘Ik vind dat heel belangrijk, ik zie het namelijk als een van de grootste risico’s: dat wat er van bovenaf wordt opgelegd niet gevoeld wordt als óns plan.’

Salamone onderschrijft het belang van betrokkenheid van alle partijen bij de plannen. ‘Ook wij hebben de stem van onze eigen mensen heel serieus genomen. De medezeggenschap, het middenkader en de OR zitten aan tafel, maar ook zijn we alle gedetineerden langsgegaan. Wat we daaruit opmaakten is dat de vrouwen die hier zitten zich zorgen maken over het risico dat een nieuwe gedetineerde of medewerker het virus mee naar binnen neemt. We zijn toen onmiddellijk overgestapt op een vorm van pre-quarantaine voor nieuwe gedetineerden. Pas na twee weken en vrij van klachten komt een nieuwe gedetineerde op de afdeling. Dat geeft rust. Dat voorbeeld is in andere inrichtingen overgenomen.’

Salamone merkt dat gedetineerden zelf ook een bijdrage leveren aan de maatregelen. ‘Op de arbeidsafdelingen van PI Almelo zijn T-shirts gemaakt voor zogeheten afstandscoaches. Deze shirts zijn voor vrijwillige gedetineerden die anderen op een vriendelijke manier wijzen op het nemen van afstand. Dat werkt behoorlijk goed.’

Zorgen en risico’s

Ondanks dat er binnen DJI heel serieus wordt nagedacht over de maatregelen en de oplossingen vaak het toonbeeld van creativiteit zijn, zijn er ook zorgen. Van der Lugt: ‘Hoe houd je de verbinding met collega’s en patiënten? Ik vind het een serieus risico dat je mensen “kwijtraakt”.’ Dat vindt hoofddirecteur Bakker ook. ‘Doordat kantoorpersoneel op afstand is gezet, is de sociale cohesie beperkt. We proberen mensen te betrekken door digitale bijeenkomsten, dagopeningen en sociale activiteiten, maar uiteindelijk is het natuurlijk niet fijn voor mensen, en niet voor de organisatie.’ Salamone trekt die lijn door naar de populatie van haar inrichting, gedetineerde vrouwen. ‘Hoe gaan wij de moeder-kinddagen vormgeven? Sommige moeders hebben hun kinderen al drie maanden niet gezien. Dat is bijna niet te doen. Moeders en kinderen moeten kunnen knuffelen. Ik hoop dat er snel duidelijkheid komt over eventuele versoepelingen.’

'Eén voordeel van deze crisis is dat zich nu openbaart dat we allemaal voor hetzelfde doel gaan'

Kansen

Gelukkig, zo besluiten Bakker, Van der Lugt en Salamone, brengt deze crisis ook talrijke kansen met zich mee. Bakker somt op: ‘Telehoren, innovaties, thuiswerken en beeldbellen vanuit de inrichtingen zijn heel zichtbare ontwikkelingen waarvan ik verwacht dat ze in de toekomst tot op zeker hoogte blijven. Maar wat te denken van de afname van verdovende middelen in de inrichtingen zonder dat het aantal incidenten toeneemt? Ik ben daar door verrast en vind dat we daar serieus onderzoek naar moeten doen. Waar ik ook heel blij mee ben is de goede afstemming met onze ketenpartners, zoals de Raad voor de Rechtspraak, het OM en de politie. Als ik eén voordeel mag noemen van een flinke crisis dan is het dat zich nu openbaart dat we allemaal voor hetzelfde doel gaan.’

Salamone onderschrijft de observaties van Bakker. ‘Als ik zie hoe de contacten met onze ketenpartners, zoals de advocatuur en het NIFP doorlopen dankzij beeldbellen en skypen, dan denk ik alleen maar: wat goed. En het levert ook nog eens minder files op.’

Steun en creativiteit

Van der Lugt heeft zelfs buitengewoon veel steun ervaren van de belangrijkste partners. ‘We zijn door een zware tijd gegaan, en dan is het goed om te merken dat onze contacten met politie, gemeentebestuur en GGD zo goed zijn. Ik heb wel drie keer met de burgemeester gesproken. Het gevoel dat je er samen voorstaat is van niet te onderschatten belang. Ook ben ik onder de indruk van de kracht om ‘out of the box’ te denken. Ongelofelijk hoe iedereen, collega’s, patiënten en ketenpartners zich hebben opgesteld. Door creativiteit en flexibiliteit was en is de samenwerking buitengewoon goed. Dat geeft mij vertrouwen voor de toekomst, die voorlopig nog wel even ingewikkeld blijft.’

Vertrouwen in de toekomst

En zo wil Bakker ook graag afsluiten. ‘Het is ons gelukt om onder moeilijke omstandigheden op tijd op te schalen. Dat geeft mij het vertrouwen dat we dat in de nabije toekomst ook blijven doen. Dat doen we met één belangrijk uitgangspunt: we betrekken onze mensen bij de lokale situatie en gebruiken daarbij alle specialistische kennis die we voorhanden hebben. Dat zal wel moeten, want er zullen zich nog regelmatig nieuwe problemen voordoen die veel van onze creativiteit vragen.’