Tekst Nienke Ledegang
Foto Phil Nijhuis, ANP

‘Een mooi project’, zegt Erik de Borst, directeur van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) van DJI. Dankzij de coronacrisis neemt telehoren eindelijk een vlucht. ‘De techniek staat. Nu is het zaak om de logistiek op orde te krijgen.’

'In korte tijd van 15 installaties voor telehoren naar 55'

De afgelopen tijd verschenen ze ineens overal: beeldverbindingen tussen rechtbank en justitiële inrichting. ‘In korte tijd zijn we van 15 installaties voor telehoren naar 55 installaties gegaan. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de coronamaatregelen’, aldus De Borst. ‘We kregen immers de opdracht om bewegingen van binnen naar buiten en andersom zoveel mogelijk te beperken. Telehoren is dan in een aantal gevallen een uitstekend alternatief.’

Gezamenlijke inspanning

Al begin april ging DV&O namens DJI om de tafel met het OM en de Raad voor de rechtspraak om te bespreken welke faciliteiten er al waren en hoe deze benut konden worden voor welk type zittingen. ‘Dat overleg is er tot de dag van vandaag. Want om dit goed te laten verlopen is de medewerking van alle partijen nodig. Sterker nog: dit had nooit gekund als we het niet gezamenlijk hadden gedaan.’

Erik de Borst
Erik de Borst, directeur Dienst Vervoer & Ondersteuning
Olav Welling
Olav Welling, Raad voor de rechtspraak

Dat beaamt Olav Welling, directeur van het landelijk bureau van de Raad voor de rechtspraak. ‘In heel korte tijd hebben we gezamenlijk grote stappen gezet. De beginfase was echt wel lastig. De bestuurlijke wil om de rechtsgang te waarborgen was heel groot, maar er waren simpelweg veel mensen bij betrokken die nog weinig ervaring hadden met telehoren. Die ervaring is er inmiddels. En er blijven nog diverse stappen te zetten, maar de basis staat.’

Een van de hobbels die genomen moest worden, was de match tussen vraag naar zittingen vanuit het gerecht en de beschikbaarheid van de systemen. Door de plotselingen toename werden de beschikbare installaties overvraagd. DV&O heeft inmiddels een reserveringssysteem uitgerold, waarmee de gerechten en OM heel eenvoudig kunnen inschrijven op een tijdslot. ‘Dat heeft een belangrijk deel van de bezwaren weggehaald’, merkt Welling.

Humaner voor de justitiabele

Inmiddels wordt wekelijks een behoorlijk groot aantal zaken via telehoren gedaan. ‘We zijn begonnen met 276, maar inmiddels zijn er ruim 400 rechtszaken per week. Dat scheelt dus 800 vervoersbewegingen’, vertelt De Borst. Dat zijn allerlei zittingen: van de raadkamer gevangenhouding, de vreemdelingenkamer, jeugdzittingen…  De Borst vindt dat een goede zaak. ‘Op een bepaalde manier is telehoren veel humaner voor de justitiabele. Voorheen zaten wij als DV&O hele dagen op de weg om mensen van en naar de gerechten te brengen. Soms gaat het om een simpele beschikking, bijvoorbeeld de verlenging van een titel in de forensische zorg. En dan moeten wij de justitiabele naar een rechtbank brengen, soms wel twee uur verderop, waar hij vaak nog een uur moet wachten tot de zitting begint. Die zitting duurt vaak maar twintig minuten, waarna de justitiabele weer een uur moet wachten tot hij weer weg kan en dan moet hij nog twee uur terugrijden. Dan ben je een hele dag onderweg met zo iemand. Met telehoren wordt hij kort van tevoren van cel gehaald. Dat is voor iedereen prettiger, niet in de laatste plaats voor de justitiabele.’ Dat beaamt Welling: ‘Ik denk dat het goed werkt voor bijvoorbeeld verdachten met een psychiatrische achtergrond die gebaat zijn bij structuur.'

Advocatuur

De advocatuur was aanvankelijk sceptisch over het telehoren en nog steeds is er uit die hoek soms kritiek te horen Tja, dat frustreert het proces natuurlijk. En voor telehoren geldt: je bent zo sterk als de zwakste schakel uit de keten. Maar ook bij de advocatuur dringt inmiddels door dat telehoren veel kansen biedt. Zo stond er in het Advocatenblad een positief stuk over telehoren.’

Waar het De Borst nu om te doen is, is om het proces van telehoren te optimaliseren. ‘We zijn alle gerechten en inrichtingen langs geweest om te kijken waar het proces eventueel stroef loopt. We hebben gezien dat techniek niet de bottleneck is. Als het soms niet goed loopt, heeft dat vrijwel altijd te maken met logistiek en organisatie. Dan is er bijvoorbeeld geen contactpersoon in een inrichting of bij de rechtbank, of dan is er niemand aangewezen om te zorgen voor goed licht en geluid. Soms is de klacht dat van een van de deelnemers aan het telehoren alleen de buik te zien is, en geen gezicht. Dat is een kwestie van goed neerzetten. Dat zijn allemaal zaken waar we redelijk eenvoudig een slag kunnen maken. Mijn insteek is: fouten maken mag, oplossen moet.’

Toekomst

Welling verwacht dat telehoren een toekomst heeft, ook na de coronacrisis. ‘Of het aantal zaken uiteindelijk op hetzelfde niveau komt als midden in de lockdownfase weet ik niet, maar telehoren zal zeker toenemen ten opzichte van voor de crisis. In sommige gevallen heeft telehoren zelfs mijn voorkeur. De echt ingewikkelde, inhoudelijke zaken waarbij veel mensen betrokken zijn worden inmiddels weer wat meer fysiek in de gerechten gedaan, maar er zijn genoeg zittingen die juist geschikt zijn voor behandeling via telehoren, zoals pro formazittingen en zittingen van de raadkamer. Ook doen we sinds begin juni zaken uit het vreemdelingenrecht online.’

De Borst: ‘Dat fysieke zittingen onder voorwaarden inmiddels weer mogelijk zijn, heeft niet geleid tot een grote daling in het aantal zittingen via telehoren. Voor mij is dat het bewijs dat men de voordelen ervan heeft ervaren. En dat is een mooie bevestiging van iets waar ik al jarenlang mee bezig ben!’