Tekst Nienke Ledegang
Foto Lex van Lieshout
Op de dronebeelden is goed te zien hoe de poorten van de gevangenis in Scheveningen opengaan en een grote, zwarte auto de weg opdraait. Twee bikers fietsen vooruit, om te checken of de route geen verrassingen oplevert. Een volgauto voegt zich buiten de gevangenismuren al snel bij de eerste auto. Erg ver hoeven de twee wagens niet: de bestemming is het Internationaal Strafhof (ICC), slechts twee kilometer verderop. Vijf minuten in een rechte lijn. Maar een rechte lijn wordt nooit gereden. Dat is te voorspelbaar, en daarmee onveilig.
Ziehier een ‘alledaagse’ operatie van het Beveiligd Vervoer Internationale Strafhoven (BVIS), een onderbelichte, maar belangrijke taak van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O). BVIS verzorgt het vervoer van verdachten van oorlogsmisdaden naar de behandeling van hun rechtszaak in een van de Haagse tribunalen. Die taak wordt met de grootste zorg uitgevoerd en houdt in dat per verdachte tussen de 5 en 9 teamleden betrokken zijn – vandaag zijn dat drie teamleden in de hoofdauto, twee in de volgauto, twee bikers en twee dronepiloten.
‘En dat gebeurt niet af en toe, maar vrijwel dagelijks. Een rechtszaak duurt gemiddeld vier jaar, met 170 zittingsdagen per jaar. Er zitten momenteel rond de tien verdachten vast voor het Kosovotribunaal, negen voor het ICC en zo’n vijf voor de VN, onder wie Ratko Mladic’, vertelt teamleider Fred. ‘Dat zijn dus heel wat ritten, alles bij elkaar. We zijn namelijk ook verantwoordelijk voor de veiligheid van deze verdachten als ze naar een medische behandeling buiten de gevangenis moeten. Laatst heeft ons team nog 14 weken aaneengesloten een verdachte beveiligd die was opgenomen in een ziekenhuis. Dan zitten wij er dag en nacht bij.’
Stad van vrede en recht
Fred werkt al voor BVIS sinds de oprichting in 1993. ‘Dat was de tijd van het ICTY (Joegoslaviëtribunaal) . Nederland wilde zich profileren met Den Haag als stad van vrede en recht. Dat hebben we geweten. Toen hadden we geen idee hoe lang onze tak van sport zou bestaan, maar vooralsnog is het einde niet in zicht. We kijken alweer volop vooruit naar wat er gaat gebeuren met Oekraïne en Rusland. Er is al een arrestatiebevel voor onder anderen Poetin uitgegaan. Niet dat ik hem morgen hier verwacht, maar we moeten op alles voorbereid zijn. En de werving en training van onze mensen kost tijd.’
Het vervoeren van de verdachten naar de internationale tribunalen is een buitengewone opdracht, die in niets te vergelijken is met het vervoer van andere verdachten. Collega-operationeel manager John : ‘Dat komt doordat in de internationale gevangenis in Scheveningen, de internationale strafhoven, maar ook in onze auto’s voor wat betreft de verdachten het Nederlands recht niet geldt. We zijn er namelijk officieel niet op Nederlands grondgebied. Dat levert een behoorlijk grijs gebied op, met volop risico’s. Niet alleen beveiligingsrisico’s, maar ook politieke risico’s. Als er tijdens de transporten ook maar iets gebeurt, dan moet onze premier dat zien uit te leggen. Onze belangrijkste opdracht is om dat te voorkomen.’
Aanslag of bevrijdingspoging
En die opdracht wordt dus uiterst serieus genomen. John: ‘Er zijn meerdere routes waaruit we kunnen kiezen. Daarom ook zijn het vertrek en de aankomst bij gevangenis en rechtbank voor ons de spannendste momenten. Alleen die twee locaties staan vast.’
Wat er zou kunnen gebeuren? Fred: ‘Dat zijn eigenlijk twee dingen: dat er een aanslag op een verdachte wordt gepleegd of een bevrijdingspoging. En nee, gelukkig is dat nog nooit gebeurd, maar we merken wel degelijk dat we in de gaten worden gehouden. Soms houden zich vreemde auto’s op in de buurt van de gevangenis, steeds vaker hebben we ook te maken met groepen die vanuit België of Frankrijk naar onze strafhoven komen om te demonstreren. Dat soort ontwikkelingen houden we goed in de gaten. Onze risico-analist voorziet ons voortdurend van relevante en recente informatie. Hij staat in nauw contact met de inlichtingendiensten, politie, de tribunalen, de NCTV en haalt informatie uit open bronnen. Hij is zelf ook teamlid geweest, dus weet waarover hij praat. Onze verdachten merken echt wel dat we goed georganiseerd zijn, en dat een vluchtpoging waarschijnlijk verkeerd afloopt.’
Ondertussen wordt de drone in een duinpan nabij het ICC behoedzaam naar de grond gebracht: de batterijen moeten worden vervangen. Ed is de derde operationeel manager van BVIS. De drones vallen onder zijn verantwoordelijkheid. Hij legt uit: ‘Het werk dat deze drones voor ons doen, vreet energie. Zeker als het stevig waait, houdt de batterij het geen uren vol. Dan landen we, vervangen we de batterij en gaan we weer de lucht in. Eigenlijk is het niet toegestaan om met een drone boven dit gebied te vliegen, maar wij hebben daar speciale toestemming voor. Daar moeten we wel zorgvuldig en verantwoordelijk mee omgaan. Deze drones zijn zo geavanceerd, dat we zouden kunnen inzoomen op de documenten die in een van de strafhoven op een bureau liggen. Dit is geen speelgoed, maar een apparaat van 45.000 euro. Wij vinden dat ‘ie zijn geld meer dan waard is. De drones helpen ons indien nodig om het overzicht te houden bij de ritten die we doen en die paar kilometers veilig te houden, en om de omgeving te monitoren op eventuele gevaren, denk aan het duingebied.’
Hecht team
Twee van de teamleden die al jarenlang ritten verzorgen voor BVIS zijn Rafael en Menno. Menno: ‘We zijn allebei begonnen bij DV&O, maar meer dan twintig jaar geleden overgestapt naar BVIS. Het verloop bij BVIS is laag, we zijn een heel hecht team. Misschien wel omdat dit geen baan is waarover je op een verjaardag gemakkelijk vertelt. Je trekt veel samen op en deelt dezelfde, vaak uitzonderlijke ervaringen.’
Uitzonderlijk kun je het werken voor BVIS wel noemen; het rondrijden van mensen die terechtstaan vanwege oorlogsmisdaden. Mensen die je soms jarenlang een paar keer per week in de auto hebt en met wie je tegen wil en dank een band opbouwt. ‘Het is raar om te beseffen’, zegt Menno, ‘wat de mensen die met ons meerijden op hun geweten hebben. Ik heb jarenlang iemand vervoerd die verantwoordelijk werd gehouden voor de dood van 800.000 hutu’s en tutsi’s. Dat is onvoorstelbaar.’
Collega Rafael voegt daaraan toe: ‘We kennen de achtergronden van deze mensen, die info hebben wij ook nodig om ons werk goed te doen en de risico’s te kennen. De eerste jaren vervoerden we vaak kampbeulen, later werden het meer politieke figuren; ministers, presidenten, hooggeplaatste militairen. Denk hierbij ook aan de bekende warlords. Die hebben misschien niet letterlijk bloed aan hun handen, maar zijn wel verantwoordelijk voor het wegvagen van hele stammen, of groepen mensen, Dit werk verandert je kijk op de wereld wel.’
Cyaankali
Eén gebeurtenis zullen ze nooit vergeten: de dood van Slobodan Praljak, de Bosnisch-Kroatische militair die tijdens een zitting ten overstaan van de rechter cyaankali innam en ter plekke overleed. Rafael: ‘Ik was in shock. Ik heb die man vanaf dag één gereden, ook die bewuste dag. Tijdens de zitting waren wij in de buurt – dat zijn we altijd. Toen we hoorden wat er in de zaal gebeurd was, hebben we direct als team gehandeld. Ik vond dat mooi om te zien hoe het team handelde in deze enorme stresssituatie, de chef hoefde bijna niets te zeggen. Later zijn we allemaal nog uitgebreid verhoord en onze auto’s zijn compleet ondersteboven gehaald. Dat was een heftige gebeurtenis.’
Meestal verloopt de dag een stuk rustiger, maar scherpte is er altijd, bij iedereen. Fred : ‘In al die jaren hebben we nog nooit een zeperd gehaald. Dan bestaat natuurlijk het risico dat je minder scherp wordt. Toch ben ik daar niet bang voor. Ons mensen trainen voortdurend. Ook zorgen we ervoor dat iedereen elke rol kan vervullen. De ene keer ben je chauffeur van de hoofdauto, de andere keer ga je mee als beveiliger in de volgauto, en ook komt iedereen aan de beurt om chef van de dag te zijn. Die deelt de teams voor die dag in, houdt de briefing en staat in nauw contact met de risico-analist. Op die manier ontstaat er geen routine, wat helpt om alert te blijven.’
Niet voor cowboys
Niet iedereen is trouwens geschikt om bij BVIS te werken, zegt Fred. ‘Hier heb je niets aan “cowboys”, maar aan mensen die met mes en vork kunnen eten en met twee woorden spreken. We opereren nu eenmaal met allerlei veschillende culturen. Het is gevoelig werk, met een doelgroep die legers aan advocaten heeft. Als wij iemand iets te hardhandig zouden behandelen, hebben we direct een klacht aan onze broek. Ik ben zelf ook weleens ter verantwoording geroepen.’ Dat gezegd hebbende: BVIS heeft behoorlijk wat vacatures. ‘We zoeken zo’n twaalf nieuwe collega’s. Liefst zo divers mogelijk. Dus wie zich aangetrokken voelt tot deze bijzondere, maar zware taak, kan bij ons solliciteren. Wist je dat wij de hoogste VN-onderscheiding in vredestijd hebben ontvangen? Zo bijzonder is de verantwoordelijkheid van BVIS.’