Tekst Karin Kosmeijer
Foto Bart Hoogveld
Al aan het begin van de detentie gezamenlijk afspraken maken over de re-integratiedoelen voor een gedetineerde: dat hebben DJI, VNG en de reclassering in een bestuurlijk akkoord vastgelegd. Op verschillende plaatsen in het land gebeurt het al, zoals in Rotterdam en Zwolle.
‘De Rotterdamse aanpak’ wordt het genoemd in de wandelgangen - hoewel het ook in andere gemeenten voorkomt : medewerkers van de gemeente zijn op vaste dagen aanwezig in de penitentiaire inrichtingen om gedetineerde burgers te spreken. En het werkt, zegt Jacqueline de Graaf, ketenregisseur nazorg bij de gemeente Rotterdam. ‘We bereiken veel meer gedetineerden. Ben je niet in de PI, dan mis je veel informatie over gedetineerden.’
Bajesbabbel
Ze benadrukt dat de aanwezigheid in de PI ook noodzakelijk is geworden door de andere wijze van gegevensdeling tussen PI’s en gemeenten. Voorheen kon via het oude digitale systeem onbelemmerd informatie worden uitgewisseld. Door verscherpte privacywetgeving mag dat niet meer. Ook moet de gedetineerde eerst toestemming geven om gegevens te delen met de gemeente. Niet iedere gedetineerde doet dat onmiddellijk, maar dat kan snel veranderen tijdens de zogeheten bajesbabbel, is de ervaring van Tessa Kruithof en Neshca Comenencia, specialisten D&R van de gemeente Rotterdam.
De bajesbabbel wordt gevoerd aan de hand van een infographic waarin op heel toegankelijke wijze de onderwerpen van het gesprek staan weergegeven. Hoe gaat het met je en wat zijn de eerste dingen die je nodig hebt? Hoe staat het met de basisvoorwaarden onderdak, geld, schulden, werk, zorg, identiteitsbewijs en het sociaal netwerk? Kruithof: ‘Als je even met ze praat, geven ze vaak wel toestemming om gegevens te delen, omdat ze inzien dat het belang van hun eigen re-integratie is.’ De specialisten D&R kijken ook naar trajecten, bijvoorbeeld voor zorg of schulden, die al voor detentie zijn begonnen.
Kortgestraften
Behalve op de locaties de Schie en Hoogvliet van PI Rotterdam en de PI Krimpen aan den IJssel zijn de specialisten D&R van Rotterdam sinds kort ook op een vaste dag aanwezig in PI Alphen aan den Rijn. De gemeente doet daar zelf de intake voor kortgestraften met een detentie van maximaal 28 dagen. ‘Op de locatie Eikenlaan van PI Alphen verblijven gemiddeld zo’n 775 Rotterdammers op jaarbasis. Dat is een derde van de Rotterdamse gedetineerden die jaarlijks vrijkomen. Juist voor de kortgestraften moet je snel dingen regelen’, zegt De Graaf.
Kees Pronk, plaatvervangend hoofd Detentie & Re-integratie in de PI Krimpen a/d IJssel, roemt de samenwerking met Rotterdam. ‘Je kunt van alles willen met je D&R-plan, maar je hebt de gemeente nodig. Je kunt veel regelen voor de vijf basisvoorwaarden, maar veel gedetineerden zijn niet zo zelfredzaam. Ze hebben begeleiding nodig en daarvoor zijn gemeente en zorginstellingen heel belangrijk.’
Externe partijen willen wel eens klagen over de beperkte toegang tot de PI’s, maar dat is in Krimpen geen probleem, stelt Pronk. Ook is met de afdeling Arbeid afgesproken dat in de eerste twee weken gedetineerden tijdelijk de arbeid kunnen onderbreken voor een afspraak met een externe partij of casemanager.
Bureaucratische rompslomp
Ondanks zijn enthousiasme plaatst Pronk enkele kanttekeningen. ‘We willen graag dat de gemeente snel een zorgindicatie vaststelt en een WMO-arrangement afgeeft als iemand een probleem heeft. Door bureaucratische rompslomp lukt dat niet altijd, terwijl je zo snel mogelijk wilt acteren.’
Ook zou hij het prettig vinden als gemeenten meer eenduidige regels hebben. ‘Wat je met de ene gemeente afspreekt, krijg je bij de ander niet voor elkaar. Er moet nog heel wat water door de Maas stromen, wil het echt goed gaan werken’, aldus het plaatsvervangend hoofd D&R.
Zwolle good practice
De regio Rijnmond is niet de enige plek waar DJI, gemeente en reclassering gezamenlijk optrekken; in Zwolle hebben deze zomer de plaatselijke PI, de gemeente, Reclassering Nederland en Tactus Verslavingsreclassering een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met de titel “Samen starten”. Het Zwolse initiatief wordt ook opgenomen als good practice in de handreiking, de praktische uitwerking van de afspraken van het (landelijke) bestuurlijk akkoord.
In dit geval ging het initiatief van de reclassering uit. Samen met de PI en de gemeente werd geconstateerd dat werkprocessen bij de afzonderlijke organisaties onvoldoende op elkaar aansloten. Daarom is een nieuw werkproces ontwikkeld. Dit initiatief krijgt overigens ook subsidie van Koers en kansen, het programma van het ministerie van Justitie en Veiligheid voor vernieuwende sanctieuitvoering.
Vinkje verplaatst
De PI Zwolle, de gemeente en de reclassering hebben nu aan het begin van een detentieperiode samen met de gedetineerde een “trajectbepalingsoverleg”. Margriet te Velde, namens Reclassering Nederland een van de projectleiders van Samen starten, vertelt: ‘In de basis houdt de nieuwe werkwijze in dat we een vinkje hebben verplaatst. Eerder kwam de gemeente pas aan het eind van de detentie in actie. Ook was bij de PI niet altijd het reclasseringstoezicht bekend. Nu zitten we binnen tien dagen na begin van detentie bij elkaar, stemmen we met elkaar af en bepalen we richting.’
Nardy Hartelman, nazorgcoördinator bij de gemeente Zwolle, vult aan: ‘We hebben alle drie de processen uitgetekend en gezien waar de gaten en overlappingen zaten.’ Ze benadrukken dat de gedetineerde hoofdverantwoordelijke is. Met z’n vieren wordt besproken wat er nodig is om goed uit te stromen, zodat iemand niet in een gat valt als hij weer buiten komt. ‘Het is soms wel puzzelen om het in te passen in de werkprocessen van DJI’, zegt casemanager Nancy Voortman van de PI Zwolle, ‘maar uiteindelijk lukt het altijd.’
De nieuwe werkwijze geldt nu alleen voor inwoners van Zwolle die in de PI Zwolle verblijven en sinds kort ook voor gedetineerde burgers van Heerde. Om dit te kunnen doen, is regionale plaatsing essentieel, zegt Te Velde. Voor gemeenten – zeker voor kleinere- is het ondoenlijk om het halve land af te reizen om gedetineerden te bezoeken.
Landelijke uitrol
De drie Zwolse partijen hebben voor volgend jaar opnieuw subsidie aangevraagd bij Koers en kansen. Ze willen dat onder meer gebruiken voor uitrol van hun werkproces naar naburige gemeenten en PI’s. Daarnaast willen ze er landelijk meer bekendheid aan geven. Ook de gemeente Rotterdam is van plan een bijeenkomst te organiseren om andere gemeenten te informeren over de andere werkwijze.