Tekst Angelique Koevoets
Foto Arenda Oomen
Zonder wrijving geen glans. Die gedachte schoot laatst door mijn hoofd toen ik even stilstond bij alle ontwikkelingen in de jeugdstrafrechtketen. Ik sta als verantwoordelijke voor de justitiële jeugdinrichtingen op de eerste rij bij de enorme veranderingen die hier momenteel plaatsvinden.
In de komende jaren stappen we over van de justitiële jeugdinrichtingen zoals we die nu nog kennen, naar meer maatwerk voor jongeren in kleinschalige voorzieningen. Er komen ook vijf ‘landelijke specialistische voorzieningen’ die wel wat weghebben van de huidige JJI’s. Maar ook daar gaan we steeds meer naar maatwerk in plaats van one size fits all. Zo kunnen jongeren gemakkelijker switchen van behandeling of beveiligingsniveau als de situatie daar om vraagt.
Als het even kan, gaat een jongere die aan onze zorg is toevertrouwd gewoon in de eigen omgeving naar werk of opleiding. We reiken ook meer over de muren van onze inrichtingen heen. In de nabije toekomst willen we transforensische jeugdzorg bieden. Vanuit onze inrichtingen zullen we jongeren dan voor- of achteraf bijstaan. Zo onstaat een sluitender keten.
Moest dat allemaal nou zo nodig? Want het brengt ook met zich mee dat professioneel draaiende inrichtingen moeten sluiten. En dat doet pijn. Inderdaad: het geeft wrijving. Maar het moest. Daarvan ben ik overtuigd. Al jaren daalt de instroom in de justitiële jeugdinrichtingen. Dat heeft allerlei oorzaken. Denk aan de transitie binnen de jeugdzorg, het adolescentenstafrecht, een ouder wordende doelgroep, zwaardere problematiek bij jongeren die nog wel in een JJI terechtkomen... De vraag vanuit de maatschappij en datgene wat wij kunnen bieden, liepen zodanig uit de pas, dat we wel moesten ingrijpen.
Dat is niet iets wat we van de ene op de andere dag hebben besloten en ook niet iets dat we van de ene op de andere dag invoeren. Al sinds 2014 zijn we met 120 betrokken instanties- denk aan OM, HALT, gemeente, politie, slachtofferhulp - bezig met het vinden van een passend antwoord op de vraag die er op ons af komt. Nu de kogel door de kerk is en we verder gaan met kleinschalige voorzieningen en Landelijk Specialistische Voorzieningen moeten we elkaar blijven ‘vasthouden’. Juist bij deze enorme veranderingen hebben we elkaar nodig en moeten we elkaar op de hoogte houden en helpen, daarvan ben ik overtuigd. Alleen dan kunnen we de top bereiken, met glans. En dat laatste is precies waar ik op uit ben.
Angélique Koevoets is plaatsvervangend divisiedirecteur forensische zorg en justitiële jeugdinrichtingen.