Tekst Nienke Ledegang
Foto Paul Voorham
Eigen haard is goud waard? Dat is de titel van het onderzoek van Maaike Wensveen. In januari promoveerde zij aan de Universiteit Leiden op de woonsituatie, het verhuisgedrag en recidive van (ex-)gedetineerden. Haar belangrijkste conclusie: Veel (ex)-gedetineerden verhuizen vaak en een deel van hen krijgt op zeker moment in hun leven zelfs te maken met dakloosheid.
De kranten kopten bij het verschijnen van het onderzoek van Maaike: ‘Een op de drie ex-gedetineerden wordt dakloos’. Dat beeld wil zij graag nuanceren. ‘Dat is wel erg kort door de bocht. Maar feit is dat uit mijn onderzoek blijkt dat ongeveer een op de drie personen uit mijn onderzoeksgroep op enig moment in de onderzoeksperiode te maken krijgt met dakloosheid. Dat kan dus bij instroom in detentie, direct na vrijlating of in de zes maanden erna. Gebleken is dat 6 van de 2000 ondervraagden tijdens de gehele periode van het onderzoek dakloos was. Dat is aanzienlijk minder dan hoe het in de media overkwam.’
Veel informatie opgehaald
Maaike haalde een breed spectrum aan informatie op over de respondenten. ‘Ik heb de woonsituatie tijdens of kort na detentie onderzocht en na twee jaar nog eens. Ook heb ik gekeken of zij voorafgaand aan de detentie werk of schulden hadden, alcohol gebruikten, of ze bij hun ouders inwoonden… Deze gegevens hebben we gerelateerd aan de latere woonsituatie. Wat ik niet heb gedaan is de gedetineerden of ex-gedetineerden expliciet vragen naar het waarom van hun woonsituatie, een meer kwalitatieve aanpak. Dat is natuurlijk wel heel interessant voor vervolgonderzoek.’
Het onderzoek van Maaike maakt deel uit van de langlopende studie Prison Project van Universiteit Leiden, het Nederlands Studiecentrum voor criminaliteit en rechtshandhaving en Universiteit Utrecht. Binnen dit onderzoeksprogramma worden allerlei deelonderzoeken uitgevoerd naar de effecten van detentie op het leven van gedetineerden en hun familie.
Huisvesting speerpunt
Huisvesting is een van de speerpunten waar binnen detentie aan gewerkt wordt. Uit onderzoek is allang duidelijk dat er een aantal basisvoorwaarden bestaat die bijdragen aan het voorkomen van recidive. Het hebben van een huis is er daar een van, net als bijvoorbeeld het hebben van werk en het ontbreken van schulden. Tijdens detentie wordt daar vol op ingezet. En dat werpt zijn vruchten af, concludeert Maaike: ‘Uit mijn onderzoek blijkt dat 30 procent van de ondervraagden tijdens detentie een (nieuwe) woning vindt. Van de mensen die voor detentie dakloos waren heeft zelfs tweederde bij uitstroom een woonplek.’
Hoge verhuisfrequentie
Toch valt daar nog wel iets over te zeggen. Maaike ontdekte ook dat veel ondervraagden op zeker moment weliswaar een woning hebben, maar deze ook vaak weer kwijtraken. ‘De verhuisfrequentie onder deze groep is enorm hoog. Veertig procent van de ondervraagden is binnen mijn onderzoeksperiode verhuisd. Dat is niet zo erg als het om een sporadische verhuizing gaat. Sterker nog: dan kan het betekenen dat de ex-gedetineerde wil breken met zijn oude netwerk en elders opnieuw begint. Maar gaat de frequentie van verhuizen omhoog, dan is er misschien wel meer aan de hand. Het kan belangrijk zijn om daar een vinger achter te krijgen.’
Langere tijd volgen
Maaike heeft een aantal aanbevelingen naar aanleiding van haar onderzoek. ‘Sowieso is het goed om mensen een langere tijd te volgen. Pas dan weet je of iemand echt ‘geland’ is in zijn nieuwe omgeving. Ook is het goed om te bekijken wat precies de woonomstandigheden zijn bij het verlaten van de gevangenis. Alleen een adres checken geeft geen garantie dat iemand ook echt voor langere tijd een dak boven zijn hoofd heeft.’