Interview

Dit artikel hoort bij: DJIzien #29

'Maatschappij in het klein'

RJJI

Tekst René Hut
Foto Arenda Oomen

Rustig is het vrijwel nooit in de hectische wereld van de justitiële jeugdinrichting, maar het afgelopen jaar spande wel de kroon. Een jongere kwam om het leven door een steekpartij, een ander werd dodelijk getroffen door politiekogels na een gijzeling en in een inrichting schoot de politie een jongere in zijn been nadat hij een medewerker had gestoken. Algemeen directeur RJJI Hariët Pinkster en pedagogisch directeur Corinne Peeters zijn geraakt door die gebeurtenissen. Maar ook onder de indruk van de veerkracht, betrokkenheid en bevlogenheid van hun personeel.

De Rijks Justitiële Jeugd- inrichting

‘Wat werken hier een gedreven mensen en wat een bijzondere werkplek is dit’, zo steekt Hariët Pinkster van wal. Ze is nu anderhalf jaar algemeen directeur van de RJJI (met locaties in Breda, Evertsoord, Nijmegen en Spijkenisse). ‘Voor de complimenten moet je niet bij ons gaan werken, want de jongeren laten echt niet elke dag weten hoe fijn ze het vinden dat je iets voor hen doet. En toch zetten onze collega’s zich dag in dag in voor een heel lastige doelgroep. Een groep die eigenlijk door iedereen al aan de kant is geschoven. Dat werk doen ze vol passie. Daar heb ik veel respect voor.’

Een dodelijke steekpartij, een gijzeling met noodlottige afloop en een aantal andere vervelende incidenten. Is het eigenlijk wel leuk om directielid RJJI te zijn?

‘Ja hoor!’, verzekert Hariët Pinkster. “Natuurlijk doen die incidenten iets met je. Zeker wanneer er slachtoffers vallen onder personeel en de jongeren. Zeker het beeld van een dodelijk slachtoffer raak je niet zomaar kwijt. Het is vooral voor de familie ontzettend droevig en ingrijpend, maar heeft eveneens veel impact op ons personeel en onze jongeren en uiteraard raakt het ons als directie ook. Maar tegenslag zorgt ook voor saamhorigheid. We werken met heel gedreven mensen. Dan ga ik als directeur niet bij de pakken neerzitten, voor al die betrokken collega’s wil ik er zijn. Zeker op de vervelende of pijnlijke momenten.’

Harriet Pinkster
Algemeen directeur Harriët Pinkster: 'We willen niets opleggen, maar juist in goed overleg met onze medewerkers de juiste stappen zetten. Zodat er voldoende draagvlak is.'

Hoe kijken jullie terug op de verschillende incidenten die er zijn geweest? Wat heeft dit betekend voor de organisatie en de medewerkers?

Corinne Peeters: ‘Het was heel heftig, zeker voor iedereen die er direct bij betrokken was. Waar nodig hebben we nazorg geregeld. Niet alleen voor ons personeel, ook voor de jongeren. Zij hebben ook dingen gezien en gehoord en hebben te kampen met gevoelens. Al uiten ze dat lang niet altijd. Het hoort bij onze professionaliteit om daar aandacht voor te hebben. We zijn een goed getrainde organisatie en oefenen crisissituaties om goed voorbereid te zijn. Als het dan echt crisis is weet je wat je aan elkaar hebt en dat is heel veel, hebben we gemerkt. Ik vond het bijvoorbeeld heel mooi om te zien dat collega’s van huis kwamen om hulp te bieden of een luisterend oor waar dat nodig was.’

Na het dodelijk steekincident hebben jullie maatregelen genomen om de veiligheid en leefbaarheid voor personeel en jongeren te verbeteren. Heeft dit effect gehad?

Hariët Pinkster: ‘Eén van de meest in het oog springende maatregelen was het verbod op het gebruik van scherpe messen. Opvallend genoeg waren de jongeren hier zelf ook blij mee. Het geeft hun ook een veiliger gevoel. We spreken nu trouwens niet meer over een messenverbod, maar over het omgaan met risicovolle voorwerpen. Van belang is dat iedereen hier scherp en alert op is. Dan hebben we het bijvoorbeeld over glazen voorwerpen, biljartkeus, tandenborstels die je kunt aanscherpen en gereedschappen op de metaalwerkplaats. Relationale veiligheid, als onderdeel van de forensische scherpte, is een thema waar we eveneens volop mee bezig zijn. Dit willen we als directie samen met het personeel doen. We willen niets opleggen, maar juist in goed overleg met onze medewerkers de juiste stappen zetten. Zodat er voldoende draagvlak is.’

Hangen de incidenten met elkaar samen, of was het toeval dat het afgelopen jaar zo’n opeenstapeling was?

Corinne Peeters: ‘De wereld binnen onze hekken en muren is een afspiegeling van wat er in de maatschappij aan de hand is. De maatschappij verhardt en verruwd, mede door drugsgebruik. Ook onder jongeren zie je een toename wat betreft het plegen van ernstige delicten. Jongeren die bij ons zitten hebben vaak een zware (meervoudige) problematiek. Wij zorgen ervoor dat ze hun straf, maatregel of voorlopige hechtenis uitzitten en zijn eveneens bezig met opvoeden en resocialiseren. Dat is best pittig. Wij kunnen niet in een paar maanden oplossen wat in vele jaren bij iemand is misgegaan.’

Corinne Peters
Pedagogisch directeur Corinne Peters: 'Voor hulpverleners is de justitiële jeugdinrichting de Champions League van de zorg.’

Heeft de samenleving een goed beeld van wat er zich allemaal afspeelt binnen de muren van een jeugdinrichting?

Hariët Pinkster: ‘Nee, zeker niet. Toen ik zelf anderhalf jaar geleden bij de RJJI begon had ik ook geen idee wat bijvoorbeeld een groepsleider, beveiliger of behandelaar allemaal doet. De justitiële jeugdinrichting is een gesloten bolwerk. Al doen we wel ons best om via rondleidingen, open dagen, social media en medewerking aan tv-programma’s te laten zien wat we doen. Maar het lukt nooit om iedereen te bereiken.’

Wat moet de buitenwereld in elk geval weten over het leven en werken binnen een jeugdgevangenis?

Hariët Pinkster: ‘Wat ik zelf heel bijzonder vind is dat bij ons jongeren in preventieve hechtenis, met een gevangenisstraf of met een PIJ-maatregel (in de volksmond ook wel jeugd-tbs genoemd) op dezelfde afdeling in één leefgroep zitten. Wat een dynamiek geeft dat. En die complexe groep bieden we een uiteenlopend dagprogramma van minimaal 77 uur per week.’

Corinne Peeters: ‘Een heel divers dagprogramma, waar onderwijs een belangrijk onderdeel van is. Zo heeft elke locatie een eigen school, waar iedere jongere op maat onderwijs wordt geboden.’

Iedere werkgever heeft tegenwoordig moeite om voldoende nieuw personeel te vinden. Dat zal bij jullie niet anders zijn?

Corinne Peeters: ‘Het werven van nieuwe collega’s is best een opgave. Mede door de huidige arbeidsmarkt zijn er ook veel medewerkers die vertrekken om ergens anders aan de slag te gaan. Nieuwe collega’s blijven dus meer dan welkom. Ons werk doet ertoe. Hier kun je echt het verschil maken. Natuurlijk kunnen we niet alle jongeren in positieve zin veranderen, maar daar gaan we wel voor. Als dit bij iemand lukt, geeft dat heel veel voldoening. Je moet om kunnen gaan met de meest uiteenlopende, vaak complexe problematiek. Voor hulpverleners is de justitiële jeugdinrichting de Champions League van de zorg.’

RJJI