Tekst Nienke Ledegang
Foto Wiebe Kiestra
Voortgezet crimineel handelen vanuit detentie en ondermijnende activiteiten zijn een groot risico. Niet alleen voor de strafrechtketen, maar voor de hele samenleving. Sinds 1 november is de aangescherpte Penitentiaire Beginselen Wet (PBW) van kracht, met soms ingrijpende maatregelen die bijdragen aan het verder tegengaan van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie. ‘Het is niet leuk, maar wel noodzakelijk’, zegt Jannine van den Berg, directeur Gevangeniswezen bij Dienst Justitiële Inrichtingen daarover.
Kun je iets vertellen over de maatregelen en voor wie die gelden?
Jannine: ‘De aanpassingen hebben betrekking op hoogrisicogedetineerden. Dat zijn gedetineerden die in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) of op de Afdeling Intensief Toezicht (AIT) verblijven. Het gaat om ongeveer 1 procent van alle gedetineerden, een kleine groep van rond de 100 personen, maar wel een groep die ons veel zorgen geeft. De maatregelen die per 1 november van kracht zijn, hebben vooral betrekking op het contact met de buitenwereld: het thuisfront, advocaten, ketenpartners. Maar door een vierogenprincipe te hanteren ook op de contactmomenten met personeel binnen de inrichting.’
Is er voor de Tweede Kamer een directe aanleiding geweest om de PBW aan te scherpen?
‘Dat criminelen er zelfs in de gevangenis in slagen om nog ongeoorloofd contact te hebben met de buitenwereld en soms zelfs hun crimineel handelen voort te zetten, is niet nieuw voor ons. Maar we hebben er steeds meer zicht op, onder meer door moderne technieken die ons een betere informatiepositie geven. We herinneren ons allemaal een neef van Taghi, die als diens advocaat in de EBI kwam en inmiddels veroordeeld is voor het overbrengen van boodschappen. Dat was het moment dat we onze naïviteit definitief verloren en de politiek zei: “we moeten strenger optreden”.’
Dit soort gebeurtenissen vindt plaats achter de gesloten deuren van een zwaarbeveiligde gevangenis. Hoe raken ze de samenleving?
‘Wat er binnen en buiten de gevangenis gebeurt, staat niet los van elkaar. De laatste jaren zien we een verharding van de criminaliteit. Ondermijnende activiteiten vinden steeds meer een weg naar de bovenwereld. Soms onbedoeld; vervoerders die onder druk wordt gezet, boeren die gedwongen worden hun schuren af te staan om er een drugslaboratorium te vestigen. Maar ook de moord op een familielid, een advocaat en een journalist die zijn daar een voorbeeld van. Bovendien lijken de betrokken criminelen steeds jonger. De uitrijders van drugs in de Rotterdamse havens zijn vaak nog minderjarig. Al die zaken zijn zorgelijk voor de maatschappij, zeker als ze ook nog doorgaan achter de gevangenismuren. Onze veiligheid is ernstig in het geding.’
Een van de maatregelen uit de gewijzigde PBW is het visueel toezicht. Een gesprek tussen een advocaat en de cliënt wordt via een camera gemonitord door een medewerker van DJI. Ik kan me voorstellen dat de advocatuur niet meteen stond te springen…
‘Daarom hebben we hier intensieve gesprekken met de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) over. Hun belangrijkste vraag is of de rechtsgang wel goed kan verlopen. Ik begrijp die zorg zeker, dat is in ieders belang, ook het onze. Wij vinden het daarom belangrijk om maximale openheid en transparantie te geven over onze werkwijze. Die bestaat eruit dat een medewerker via een camera toezicht houdt, daarbij gaat het uitsluitend om het beeld. De inhoud van de gesprekken zijn door de medewerkers niet te horen en wordt ook niet opgenomen. Als de NOvA met vragen komt, zoals over het risico op liplezen of vanaf camera meelezen in documenten, dan leggen wij uit hoe wij ervoor zorgen dat dat niet mogelijk is. Zo zijn de verhoorkamers in de inrichting nu zo ingericht dat een medewerker alleen verdachte bewegingen en non-verbale communicatie kan oppikken. Ook zorgen wij er altijd voor dat zo’n medewerker niet inhoudelijk bij de gedetineerde of diens dossier betrokken is. Zo hopen we de zorgen bij de advocaten weg te nemen. Waarbij ik nog eens wil benadrukken: onze intentie is helemaal niet om betrokken te raken bij het strafproces, we voeren de straf alleen uit. Vergelijk het met de geprivilegieerde post die al veel langer bestaat. Het openen van post doen we sinds jaar en dag in het bijzijn van de gedetineerde. Ook houden we regelmatig celinspecties waarbij we op geopende post van de gedetineerde stuiten. Die post wordt niet gelezen.’
'De maatregelen uit de PBW zijn hoe dan ook niet het enige wat we doen'
De advocatuur krijgt met meer beperkingen te maken. Zo geldt er per 1 november ook een maximum van twee advocaten per gedetineerde.
‘Ieder extra contact brengt weer een risico met zich mee. De bedoeling is nu dat alle contact verloopt via een kernteam van maximaal twee advocaten, die uiteraard met meerdere advocaten afspraken kunnen hebben. Of de nieuwe maatregel volstaat, zullen we moeten bekijken. Er gaan vast verzoeken komen voor het toestaan van meer advocaten, want de dossiers zijn complex en soms kan er behoefte zijn aan een gespecialiseerde of internationale advocaat.’
Dan is er ook het locatie gebonden bellen, wat vooral voor gedetineerden en hun naasten consequenties heeft. Wat houdt dat in?
‘De beperkte groep hoogrisicogedetineerden mag alleen bellen met gescreende contacten. We hebben echter gemerkt dat we te weinig zicht hebben of er bij telefoongesprekken meegeluisterd wordt door derden. We willen daar meer controle over hebben en daarom kunnen de hoogrisicogedetineerden onder de nieuwe PBW alleen nog bellen vanaf 14 aangewezen locaties, allemaal in een gevangenis. En ja, dat is best ingrijpend, vandaar ook dat de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) kritisch heeft meegekeken. Wij mogen onze opdracht voor humane detentie immers niet uit het oog verliezen. In dit geval gaat het belang van een veilige maatschappij vóór het uitgebreidere belrecht van de gedetineerde. Overeind staat dat contact nog wel mogelijk is, zij het onder strengere voorwaarden. Overigens is het bellen vanuit het buitenland op dit moment nog niet optimaal geregeld. We hebben inmiddels afspraken met een flink aantal landen, maar niet met alle. Dat is een aandachtspunt de komende tijd.’
En wat houdt de veranderde bevelsbevoegdheid in?
‘Als een gedetineerde zijn of haar communicatiemogelijkheden gebruikt voor ernstig intimiderende of levensbedreigende activiteiten in de buitenwereld, kan de staatssecretaris en vervolgens gemandateerd aan de directeur-generaal van DJI het bevel geven dat bijvoorbeeld telefoneren, bezoek, brieven, media-contacten of andere vormen van communicatie worden beperkt of onder toezicht gesteld. Op die manier proberen we de risicovolle contactmomenten nog verder terug te brengen. De reden dat we dit zo hoog mogelijk in de organisatie beleggen, is omdat we de mensen op de werkvloer willen beschermen. Voorheen nam de vestigingsdirecteur zo’n maatregel. Dat werd hem uiteraard niet in dank afgenomen, soms met vervelende gevolgen. Dat geldt trouwens ook voor de PIW’ers die deze boodschap moeten overbrengen. Die staan behoorlijk in de wind.’
Over het personeel gesproken: er geldt straks een vierogenprincipe voor de hoogrisico-gedetineerden. Helpt dat DJI’ers om hun werk makkelijker uit te voeren?
‘Het vierogenprincipe geldt voor iedereen die contact heeft met een gedetineerde. Niet alleen de PIW’ers, maar ook de medische dienst, geestelijk verzorgers en ketenpartners die op bezoek komen. Het kan mensen misschien het gevoel geven dat ze gecontroleerd worden, anderzijds kan het ook een gevoel van veiligheid geven. Soms wordt er gezegd: “Jullie zijn wel heel wantrouwend”. Dan zeg ik: De meeste bezoekers, inclusief het personeel, die hier binnenkomen deugen en komen met de juiste intenties binnen, maar soms kunnen dingen bedoeld of onbedoeld net even anders lopen. Met een vierogenregel beperk je de risico’s. En daar is – nogmaals – alles op gericht.’
Wat vindt de RSJ van deze maatregelen?
‘Wat voor hen belangrijk is: wordt er voldoende naar het individu gekeken? Detentie is echt maatwerk, ook voor deze groep. Zo maken we ieder jaar opnieuw de afweging of een gedetineerde nog wel thuishoort op de EBI of de AIT. Dit wordt individueel met maatwerk beslist op de juiste grondslagen. Ook wij staan voor humane detentie. Dat is voortdurend de juiste balans zoeken. Wij zijn er niet om mensen extra te straffen, maar wel om de veiligheid te garanderen voor de samenleving, ons personeel en bezoekers.’
En gaat dat met deze wet lukken?
‘Deze wet moet daaraan bijdragen. Maar de maatregelen uit de PBW zijn hoe dan ook niet het enige wat we doen. We blijven investeren in onze informatiepositie, houden regelmatige controles op contrabande, doen financieringschecks bij onze gedetineerden, screenen ons personeel. Ook de deskundigheidsbevordering van het personeel is belangrijk. Ik liep laatst een dag mee op de AIT in PI Arnhem en daar heb ik onze mensen uitgebreid gesproken over afstand-nabijheid. Als PIW’er heb je dag in dag uit contact met hoogrisicogedetineerden. Dat maakt je op een bepaalde manier ook kwetsbaar. Zeker als het aantal mensen met wie de gedetineerden contact hebben steeds kleiner wordt, neemt de druk op het betrokken personeel toe. Eén van de dingen waar ik mij het meest druk over maak, is dat sommige collega’s in de privéomgeving geconfronteerd worden met linken naar deze complexe doelgroepen en in sommige ernstige gevallen zelfs bedreigd worden. Lees ook mijn column daarover, want dat is echt een kant die we niet op willen. En daar moeten we dus met elkaar heel scherp op blijven. Iemand die op de AIT werkt, doet dat geen jaren en krijgt regelmatig weerbaarheidstrainingen. Of al die maatregelen genoeg zijn, moet de tijd leren. Maar we werken keihard aan een gevangenis waarin voortgezet crimineel handelen hopelijk ooit tot het verleden behoort.’