Tekst Margriet van der Zee
Foto Vincent van den Hoogen
Een unieke werkplek is het. Eén die veel van medewerkers vraagt. Want de zes gedetineerde patiënten van afdeling 3D van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PCC) in de PI in Vught zijn onvoorspelbaar en gevaarlijk door hun psychische problemen. De afdeling bestaat nu vijf jaar. Een gesprek met oprichters Raymond Kruis en Nadine Speessen. ‘Wij blijven geloven in menselijkheid, ook op de moeilijkste momenten.’
Carte blanche, de vrije hand, alles mocht. Zes jaar geleden kregen operationeel manager zorg Raymond Kruis en behandelcoördinator Nadine Speessen de vraag of ze een nieuwe afdeling wilden oprichten, gericht op patiënten met een zeer hoge zorgvraag en een verhoogd beveiligingsniveau. Ze zeiden meteen ‘ja’. Op voorwaarde dat ze inspraak kregen in de samenstelling van het team en het ontwerp en de inrichting van de afdeling.
Met een ontwerper gingen ze aan de slag en een omgevingspsycholoog keek mee naar de kleuren en het licht. Het resultaat: zes molestbestendige cellen en gemeenschappelijke ruimtes met een vriendelijke uitstraling in materialen en kleuren. Ook de overige zes cellen zijn opnieuw ingericht: aparte sportruimtes, een extra douche en een isoleerkamer.
Zachte materialen en ronde vormen
De muren op de afdeling zijn blauw, de celdeuren en boeiluiken donkergroen. De keuken, woonkamer en twee buitenruimtes zijn allemaal afsluitbaar. Nadine: ‘Geen RVS, beton of prikkeldraad, maar zachte materialen en ronde vormen.’ Raymond: ‘Zie je dit aquarium in de woonkamer? Iedereen verklaarde ons voor gek: dat gaat binnen no-time kapot. Maar het is ‘pas’ het tweede in vijf jaar. Het zorgt voor rust en afleiding voor de patiënten.’
’Soms is het lastig om de balans te vinden tussen wat de juiste zorg voor een patiënt zou zijn en wat een team nog kan dragen qua zwaarte.’
Nadine en Raymond delen een visie over omgaan met deze specifieke groep gedetineerde patiënten. ‘Wij zijn geen voorstander van inperken. Je kan een broekriem afpakken als iemand een suïcidepoging doet, maar wij vinden dat je moet kijken naar waarom degene dit doet en daarop behandelen. Onze visie is dat gedetineerden zoveel mogelijk autonomie moeten hebben. Maar wel onder één dak: alles wat we doen binnen het PPC moet binnen de muren van deze afdeling plaatsvinden’, zegt Raymond. ‘Van therapie, tot sport, bezoek van de kapper of advocaat; we verplaatsen zo min mogelijk.’
Twee begeleiders per gedetineerde
Het toezicht op de zes bewoners gebeurt onder continue begeleiding en bewaking van minstens twee FTW’ers (forensisch therapeutisch werker) per gedetineerde. Een veilige werkomgeving staat voorop. De gedetineerden worden geboeid vervoerd van de cel naar de gemeenschappelijke ruimtes. Daar verblijven ze nooit met andere patiënten. Zo ook deze middag. Terwijl de ene forensisch therapeutisch werker een bekertje water en medicijnen aan de patiënt in de woonkamer geeft via het boeiluik, kijkt de ander via de zijkant of de patiënt de pillen echt inneemt.
Een andere gedetineerde gaat in de keuken wat eten klaarmaken. Als hij een kom nodig heeft, wordt hij eerst geboeid via het luik. Daarna komen twee forensisch therapeutisch werkers binnen om de kom voor hem te pakken. Als de kom bij de rest van de kookspullen staat, verlaten de medewerkers de keuken en gaan de boeien via het luik weer af.
Extreem gedrag
Medewerkers moeten altijd alert zijn, want de onvoorspelbaarheid blijft. Van spugen tot slaan, gooien met spullen en van de hele cel insmeren met ontlasting tot suïcidepogingen. ‘Alles is extreem in het gedrag bij deze groep. We hebben alles al meegemaakt’, zegt Nadine. ‘Onze patiënten zijn mensen met psychoses, met schizofrenie of angststoornissen en suïcidale neigingen. Van jong tot oud, man en vrouw. Maar wat iemand ook doet en hoe gevaarlijk iemand ook is: wij blijven de mens achter de patiënt zien. Ook op de moeilijkste momenten.’
’Hoe meer je gedetineerden inperkt, hoe extremer het gedrag wordt.’
3D werkt met de FHIC-methode als leidraad: Forensische High & Intensive Care. ‘Intensieve zorg, altijd contact blijven maken en naast de patiënt blijven staan op zoek naar verbinding. Niet straffen, maar wel de consequenties van gedrag meegeven,’ legt Nadine uit.
Het merendeel van de bewoners van 3D keert niet terug in de maatschappij. Althans niet zonder intensieve zorg. Een verblijf in een tbs-kliniek is de meest voorkomende vervolgstap voor deze gedetineerden.
Kans met beide handen aangegrepen
De aanpak van Nadine en Raymond deed vijf jaar geleden stof opwaaien. ‘Als je iets nieuws gaat doen, hebben mensen altijd een mening’, lacht Nadine. ‘Zeker met de spraakmakende patiënten die wij hebben en de incidenten die zijn voorgevallen. Maar ik ben blij met de kans die wij hebben gekregen om onze visie uit te voeren. Soms vind ik het lastig om de balans te vinden tussen wat de juiste zorg voor een patiënt zou zijn en wat een team nog kan dragen qua zwaarte. Het is dan belangrijk om in gesprek te blijven.’
Raymond vult aan: ‘In de bijna veertig jaar dat ik bij DJI werk, heb ik altijd de gedachte gehad: hoe meer je gedetineerden inperkt, hoe extremer het gedrag wordt. Dat is mijn drijvende gedachte om dit te blijven doen en aan te tonen dat onze aanpak werkt. Zelfs bij zo’n extreme groep patiënten die wij hebben. Ook al gaat het keer op keer mis, we proberen vanuit vertrouwen en geduld een band op te bouwen met de patiënt.’
Waardering groeit
Haar bestaansrecht heeft 3D bewezen. De afdeling zit altijd vol en inmiddels is ook de waardering groeiende, merkt Raymond. ‘We krijgen meer autoriteit op het gebied van extreme zorg. Dat is terecht. Maar het begint natuurlijk met het team van de juiste mensen om je heen. De zwaarte van ons werk zit in de teamdynamiek en de beslissingen die we elke dag moeten nemen. We zijn er niet alleen voor de gedetineerden, maar moeten onze eigen mensen ook op de been houden. Dat doen we met humor én door naar elkaar te luisteren. Vier suïcidepogingen tijdens een dienst doet wat met je. Dan moet je er voor elkaar zijn.’