Tekst Nienke Ledegang
Foto Jörgen Caris (Frank Borst) en Marius Roos (Mohamed Ajouaou)
Ook binnen de gevangenismuren is het een hot item: radicalisering en extremisme. Hoe zorg je ervoor dat iemand niet doorslaat in zijn ideologie? Kún je daar in de gevangenis eigenlijk iets tegen doen? Ja, dat is in sommige gevallen mogelijk, menen de experts. Doordat de aanpak van radicalisering naar extremisme al jaren serieus op de agenda staat, is er veel deskundigheid binnen DJI. Nieuwste succesvolle interventie: de inzet van een expertpoule van imams.
Frank Borst is programmamanager Aanpak radicalisering en extremisme bij DJI. Hij vertelt: ‘Ik word met enige regelmaat als expert uitgenodigd bij Europese uitwisselingsprogramma’s en als ik daar vertel dat de imams bij DJI ambtenaren zijn die door de overheid zijn gescreend en opgeleid wordt er met verbazing gereageerd. Hoe het in Nederland georganiseerd is, is best uitzonderlijk. In een aantal landen is er helemaal geen geestelijke verzorging binnen detentie en in andere landen is men afhankelijk van zelfstandige religieuze organisaties buiten de overheid. In Oostenrijk bleek op zeker moment iemand van de Moslim Broederschap op een negatieve manier actief te zijn in de gevangenissen. Dat wil je als overheid echt niet. Ik ben ervan overtuigd dat het hier relatief goed gaat door de manier waarop wij te werk gaan.’
Schakelfunctie
Dat is niet iets van de laatste tijd. In Nederland staat radicalisering al jaren op de agenda van het gevangeniswezen. En de imams spelen daar al langer een belangrijke rol bij. DJI viert juist dit najaar het jubileum van 10 jaar islamitische geestelijke verzorging. Mohamed Ajouaou is hoofd van de Islamitische Geestelijke Verzorging van DJI en legt uit: ‘De imams vervullen een belangrijke schakelfunctie in de gevangenissen. Ze zijn er voor de gedetineerden, om hen te ondersteunen in hun geloofsbeleving door gesprekken, bijeenkomsten en vieringen. Anderzijds zijn ze een belangrijk aanspreekpunt voor het personeel. Zij kunnen helpen duiden: hoe moet je bepaald gedrag interpreteren, bezien vanuit het geloof? Daarbij zijn de imams slechts een schakel in een groter geheel. Het is de verdienste van heel veel professionals: de psychiaters, de psychologen, de behandelcoördinatoren, de aandachtsfunctionarissen...’
Imams getraind
Toch bleef er een gat. Want: als je dan met elkaar vaststelt dat radicalisering dreigt, hoe behandel je zo iemand dan vervolgens? Precies daarom is een groep van acht imams getraind in het voeren van zogenoemde spiegelgesprekken. Deze gesprekken zijn bedoeld om te de-escaleren en te deradicaliseren, of in elk geval om ervoor te zorgen dat iemand niet verder radicaliseert. Ajouaou: ‘Soms moet je accepteren dat dat laatste het hoogst haalbare is. Iemand helemaal deradicaliseren is niet eenvoudig. Maar dat betekent niet dat je er niet alles aan moet doen om dit voor elkaar te krijgen.’
En volgens Borst werpt dat zijn vruchten af. ‘Zeker bij de groep van meer beïnvloedbaren zoals de volgers en de sensatiezoekers, is de kans op winst groter. Dit zijn vaak de jongens die niet zo’n heel diepgaande ideologie aanhangen, en daar zijn er best veel van. Dat zijn de jongens die mogelijk gevoelig zijn voor de aanpak van de imams.’
Met de komst van de expertpoule van imams kunnen de medewerkers van DJI bij vermoedens van radicalisering een beroep doen op de imams van DJI. Wanneer dat zinvol lijkt, kan een van de getrainde imams ingeschakeld worden voor het voeren van een reeks gesprekken. Hoeveel dat er zijn, is afhankelijk van de situatie.
Optimale match
Ajouaou legt uit dat er altijd gezocht wordt naar een optimale match. ‘Zo hadden we een jongen in een van de jeugdinrichtingen die radicaal gedrag vertoonde. Wat deze jongen nodig had, was iemand met autoriteit, senioriteit. Hij bleek weliswaar behoorlijk radicaal in zijn ideeën, maar kende eigenlijk geen vers uit de Koran. De imam is toen met hem gaan lezen en heeft hem wat dingen uit de Koran laten zien. Al vrij snel veranderde zijn gedrag jegens vrouwen en niet-moslims. Dat is positief resultaat, ook al zegt het niks over zijn gedachten. Toch is dat wat je doet: je moet veel zaaien, en pas na een tijdje zal iemand echt veranderen.’
Volgens Ajouaou zit de crux erin dat imams, door samen te lezen en door te “spiegelen”, erin slagen geradicaliseerde moslims meer vertrouwen te geven, ze zich zekerder te laten voelen in hun geloof. ‘Vertrouwen en respect zijn daarbij sleutelwoorden. Imams zullen nooit zeggen: “jij ziet het verkeerd.” Dat werkt niet. Niemand wil paternalistisch aangesproken worden. Wat je wel doet, is het aanreiken van alternatieven, een andere kijk, juist op basis van de Koran.’
Religieus weerbaar
Ajouaou geeft het voorbeeld van een justitiabele in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) met radicale denkbeelden. ‘Hij wilde geen medicijnen slikken, want de Koran is het enige medicijn, zo zei hij. Dat leverde dus een dubbel probleem op: zonder medicatie was hij onbehandelbaar, en hij vertoonde kenmerken van radicalisering. Een imam uit de expertpoule werd ingeschakeld en liet hem zien dat in de Koran weliswaar staat dat het heilige geschrift een geneesmiddel is, maar niet dat de Koran het énige geneesmiddel is. En ook dat elders in de Koran staat dat je goed voor jezelf moet zorgen en dat alle kruiden in de natuur medicijnen zijn. Zonder zijn gedachten te ondermijnen, is getracht hem op andere gedachten te brengen. Het resultaat? De man neemt inmiddels weer zijn volledige medicatie en is bovendien religieus veel weerbaarder geworden. Dat is absolute winst.’
Signalen van radicalisering?
“Herkennen risico’s bij radicalisering naar extremisme in detentie” is de titel van een brochure die DJI en het NIFP uitbrachten om mensen in het veld handvatten te bieden bij het oppikken van signalen van radicalisering. De brochure is te bestellen bij Frank Borst, f.borst@dji.minjus.nl