Tekst Nienke Ledegang
Foto Edwin Walvisch
De Wet Terugkeer en Bewaring, onlangs aangenomen door de Tweede Kamer en in voorbereiding voor behandeling door de Eerste Kamer, heeft tot doel om de bewoners van de Nederlandse detentiecentra een humaner verblijf te bieden.
Concreet betekent dat onder andere: meer en andere activiteiten en een avondprogramma. Het is een volgende stap in de goede richting, aldus vestigingsdirecteur Roger Pellemans van Detentiecentrum Rotterdam. In DC Rotterdam verblijven zo’n 320 vreemdelingen die in afwachting zijn van hun terugkeer naar land van herkomst. Pellemans is blij met de veranderde wetgeving. ‘Tot nu toe viel vreemdelingenbewaring onder de penitentiaire beginselenwet, de wet van de ‘gewone’gedetineerden. Omdat mensen bij ons niet op een strafrechtelijke titel zitten, maar op een bestuursrechtelijke titel, was dat krom. Bij ons is nu het grondbeginsel dat ingeslotenen veel vrijheden krijgen, die alleen worden ingeperkt als je je niet gedraagt.’
Zinvol dagprogramma
Om het vrijere karakter van de vreemdelingenbewaring te onderstrepen, bieden de Nederlandse detentiecentra – tegenwoordig feitelijk alleen nog DC Rotterdam en de Gesloten Gezinsvoorziening in Zeist – hun bewoners een veel ruimer en zinvoller dagprogramma aan. Dat is een ontwikkeling die al eerder werd ingezet.
‘Onze mensen doen daarin belangrijk werk. Ze bieden waar mogelijk activiteiten op maat’, zegt Pellemans. ‘Als iemand wil sporten, begeleiden ze hem daarbij. Luchten kan zelfstandig. Wil iemand liever een film kijken of internetten, dan wordt gekeken wat daar mogelijk in is. Ik werk hier pas drie jaar, maar ik heb in deze tijd heel veel respect gekregen voor de manier waarop het personeel met de zeer complexe doelgroep werkt.’
Humaan behandelen
Zijn collega Peter Bolderheij is afdelingsmanager bij de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en werkt veel binnen de muren van DC Rotterdam. Bolderheij legt uit: ‘Bij alle betrokken partijen is er de wens om de mensen binnen de vreemdelingenbewaring voldoende humaan te behandelen. Dat is niet eenvoudig. Roger zei het al: We werken hier met een zeer complexe doelgroep bij wie zaken als psychische problemen, trauma’s, radicalisering, gebrekkige communicatie door taalproblemen, verschillende geloven en culturen een grote rol spelen. Maar als ik de huidige situatie vergelijk met die van tien jaar geleden dan zijn er al enorme stappen gezet. Niet alleen door medewerkers van DC Rotterdam, ook door de mensen van DT&V. Zo zijn we veel beter geworden in het voeren van gesprekken met de betrokkenen. Die zijn veel meer dienstverlenend geworden, bijvoorbeeld door het schetsen van scenario’s en mogelijkheden in het land van herkomst. Uiteindelijk gaat het erom dat ze gaan bewegen naar hun thuisland. Daar ligt hun toekomst. Maar ze zitten doorgaans vast in patronen en bureaucratie. Daarin moet je naar elkaar toe komen. Dat gebeurt alleen als je een vertrouwensband opbouwt.’
De humanere aanpak werpt zijn vruchten af. ‘De duur van het verblijf tussen deze muren neemt af. Gemiddeld verblijven mensen 43 dagen in het detentiecentrum. Ruim 70 procent kiest uiteindelijk zelf voor terugkeer’, aldus Pellemans. ‘Dat is mede te danken aan de prettige samenwerking tussen DJI en DT&V. We werken er gezamenlijk hard aan om al aan de voorkant scherp te zijn op de behoeftes van de mensen die hier verblijven. Zo is er iedere ochtend overleg tussen onze mensen, DT&V, de medische dienst en de geestelijke verzorging. We laten niets aan het toeval over. En dat kan ook niet.’
Beeld klopt niet
Het onderwerp vreemdelingenbewaring roept in de hele samenleving heftige reacties op. Bolderheij: ‘Ik vind dat we er niet aan voorbij mogen gaan hoe zwaar dat soms is voor onze medewerkers. Ik kan oprecht zeggen dat het beeld dat er buiten van ons bestaat, totaal niet strookt met de wijze waarop wij hierbinnen ons werk doen. De situatie is vaak megacomplex, er speelt hier heel veel trieste problematiek en agressie. Aan ons de uitdaging om dat in goede banen te leiden.’
De deuren open zetten
Om te laten zien hoe mensen binnen DC Rotterdam binnen dat spanningsveld te werk gaan, zet het detentiecentrum de deuren steeds vaker open. ‘En dat helpt’, zegt Pellemans. ‘Behalve dat we superactief zijn op sociale media, nodigen we ook daadwerkelijk iedereen uit die wil weten hoe het er hier aan toe gaat. Dat kan via stages, meeloopdagen of een gewoon bezoek. Of het nu een diplomatieke vertegenwoordiging van een land van herkomst is of de basisschool om de hoek. Ook NGO’s als Amnesty zitten bijvoorbeeld regelmatig bij ons aan tafel. Ze zijn het nog altijd niet eens met het principe van vreemdelingenbewaring, maar er is wel meer wederzijds begrip en we weten elkaar beter te vinden.’
Debat minder heftig
Bolderheij: ‘Buitenstaanders hebben of hadden veel kritiek op de manier waarop wij ons werk doen. Door de deuren open te zetten, is de heftigheid van dat debat minder geworden. Het mooie is: ik vind dat ook passen bij onze opdracht als rijksambtenaar. Mensen die hier werken doen niets anders dan de wet uitvoeren. Met de nieuwe wet hebben zij straks nog meer in handen om dat op een goede manier te doen.’