Tekst Jeroen van den Nieuwenhuizen
Foto Wiebe Kiestra
Sinds een jaar is ook DJI werkzaam in het Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond. Voorheen bezocht DJI alleen de casusoverleggen. Het structureel aanwezig om "complexe personen te bespreken" werkt veel beter dan vroeger.
In en rond Rotterdam worden alle personen die verdacht worden van veelvoorkomende criminaliteit besproken aan de hand van de ZSM-methode. Dit is een methode om onder regie van het OM “zorgvuldig, snel en op maat” te beslissen hoe een delict moet worden afgedaan. Ketenpartners rond de verdachte delen hiervoor informatie met de Officier van Justitie. Dit kan informatie van DJI zijn, maar ook van Reclassering, de Raad van de Kinderbescherming, Bureau Slachtofferhulp en jeugdzorgorganisaties. De gemeente Rotterdam is dagelijks aanwezig, andere gemeenten uit de regio meerdere dagen per week of op afroep beschikbaar. Voor zaken rond huiselijk geweld schuift Veilig Thuis aan. En dan zijn er ook nog diverse politiemensen aangesloten, van doelgroepcoördinatoren tot medewerkers die zich specifiek richten op veelplegers of daders van huiselijk geweld.
Complexe personen bespreken
Hans Schelvis is procesregisseur van het Veiligheidshuis Rotterdam. Hij legt uit wat dit samenwerkingsverband doet: ‘Is de conclusie nadat een delict is afgedaan dat er meer nodig is, dan brengen we deze “complexe personen” in op het casusoverleg of in de themakamers van het Veiligheidshuis. Daar bespreken we of er verdere interventies nodig zijn.’
Als procesregisseur spreekt Schelvis met alle ketenpartners een plan van aanpak met concrete acties af. Volgens hem worden bijna alle mensen in de loop der tijd meerdere malen besproken om in de gaten te houden hoe de aanpak werkt en om dit eventueel bij te stellen.’
Korte lijntjes met PI’s
DJI is sinds 2017 aanwezig in het Veiligheidshuis. Sibel Arikan is als senior casemanager de verbindende schakel tussen het Veiligheidshuis en de PI’s. De meeste mensen worden in de regio geplaatst in PI Rotterdam, PI Krimpen aan den IJssel en PI Dordrecht. ‘De lijntjes zijn kort, want ik ken de casemanagers in de PI’s. Het is dus heel makkelijk om informatie boven tafel te krijgen. Die informatie is nodig om in het verdere traject een beslissing te nemen. Andersom delen wij informatie van partners over een persoon die de PI binnenkomt. Als er iemand over vier weken vrijkomt, denken we allemaal na over een passend traject. We hoeven elkaar maar aan te kijken en iedereen doet mee. We voelen ons allemaal verantwoordelijk, een groot verschil met vroeger.’
Eén tafel werkt veel beter, vindt Arikan: ‘Laatst wilden we de rechter vragen iemand gedwongen te laten behandelen. Dat proces verliep heel moeizaam. Alle partners in het Veiligheidshuis hebben toen informatie over de persoon aangeleverd. Zo hebben wij vanuit DJI voor informatie over het detentieverleden gezorgd. En dan niet alleen gegevens over wanneer en hoe lang de persoon heeft vastgezeten, maar ook over hoe die persoon zich binnen heeft gedragen. Uiteindelijk is de rechterlijke machtiging er gekomen.’
High impact targets
Liesbeth van Gent, scheidend DJI-projectleider Ketensamenwerking, deelt de mening van Arikan. Volgens haar leidt de betrokkenheid van DJI soms tot nieuwe inzichten. Zoals de aanpak van “high impact targets (HIT)”, personen die zich schuldig hebben gemaakt aan overvallen, woninginbraken en straatroven. Van Gent: ‘HITters krijgen in het Veiligheidshuis een persoonsgerichte aanpak en na vrijlating krijgt elke HIT’ter een adoptieagent die ook thuis op bezoek komt. Deze HIT-status krijgen zij vaak pas in detentie, nadat de rechter de straf heeft uitgesproken. Het ligt dan voor de hand om al tijdens het verblijf in de PI bezig te zijn met dat vervolgtraject. Dat gebeurde niet. Ons voornemen is dat we drie maanden voordat iemand vrijkomt contact leggen tussen de gedetineerde, de adoptieagent, de toezichthouder en de casemanager. Daardoor krijgt iemand het gevoel: “Hé, er wordt op mij gelet”. En iedereen heeft dan ook dezelfde informatie over die persoon.’
Niet over, maar mét
Evaluatie wees uit dat alle partners de structurele aanwezigheid van DJI in het Veiligheidshuis als een grote stap vooruit zien. En ja, er zijn ook nog best wat verbeteringen mogelijk, vindt Femke Voogt, hoofd Detentie & Re-integratie van DJI: ‘We moeten de nieuwe werkwijze bijvoorbeeld nog meer uitdragen naar de PI’s en casemanagers persoonlijk bij het casusoverleg betrekken. Dat kan door af en toe aan te schuiven of via een inbelverbinding. Ten slotte zie ik graag dat de persoon in kwestie in de toekomst deel uitmaakt van het overleg. Nu stappen we vaak over de emoties van een persoon heen, maar dan krijgt die de kans ze te tonen. Je kan dan ook veel beter inschatten of een voorgenomen aanpak kans van slagen heeft.’
Zorgvuldig, snel en op maat
Alle verdachten uit de regio’s Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland-Zuid stromen in via ZSM. Waarbij ZSM staat voor Zorgvuldig, Snel en op Maat. Dit is een methodiek die onder leiding van het OM in het hele land wordt ingezet. Het doel is dat iedereen die is aangehouden voor een veelvoorkomend misdrijf binnen zes uur wordt besproken om zo snel en betekenisvol mogelijk de meest passende afdoeningsmogelijkheid te bepalen. Dit kan straf zijn, maar ook een alternatieve of aanvullende interventie. Van de groep complexere zaken, circa 30 procent van het totaal, is een deel zo ingewikkeld dat de ketenpartners in het Veiligheidshuis daarvoor een persoonsgerichte aanpak bedenken.