Tekst Nienke Ledegang
Foto DJI
Met een bezoek aan PI Nieuwersluis gaf minister Sander Dekker op 30 juni het startsein voor de inwerkingtreding van de Wet straffen en beschermen. Een belangrijk moment, ook voor DJI’ers. Divisiedirecteur Gevangeniswezen Monique Schippers: ‘Er verandert best iets in de manier waarop wij in het gevangeniswezen ons werk doen.’
Bij gevangenisstraf ligt de nadruk bij de nieuwe wet op drie aspecten: vergelding, een veilige terugkeer in de maatschappij en slachtofferbelangen. Gedetineerden krijgen daarin een veel grotere verantwoordelijkheid dan voorheen. Vrijheidsmaatregelen komen namelijk niet meer vanzelf, maar moet je verdienen. Monique Schippers: ‘Nog meer dan voorheen al het geval was, begint de terugkeer naar de samenleving op de eerste dag van detentie. We gebruiken bij DJI vaak een term die het zo mooi weergeeft: Binnen beginnen om buiten te blijven.’
Zelf aan zet
In de praktijk betekent het dat de gedetineerden zelf aan zet zijn. ‘De vrijblijvendheid gaat ervan af. Gedetineerden moeten hun eventuele vrijheden echt verdienen. Dat betekent: laten zien dat je gemotiveerd bent, werken aan je re-integratiedoelen en aan een leven zonder criminaliteit na detentie. Voor DJI houdt het in dat we onze ketenpartners, zoals de gemeente en de reclassering, hard nodig hebben. Wij kunnen als DJI onmogelijk alleen zorgen voor de basisvoorwaarden die nodig zijn, zoals werk, huisvesting, zorg, identiteitsbewijs en een sociaal netwerk. De nieuwe wet biedt de mogelijkheid om ketenpartners al tijdens de detentieperiode nauw te betrekken bij het detentie- en re-integratieplan van de gedetineerde.’
Maatwerk nodig
DJI’ers zullen dus meer dan tot nu het geval was samenwerken met instanties buiten onze eigen organisatie. ‘En er is meer veranderd’, legt Monique uit. ‘Omdat het gedrag van de gedetineerden bepalend wordt voor het verloop van de detentie, moeten wij als DJI’ers dat gedrag signaleren en monitoren. Je bent nu veel bewuster bezig met de vraag: wat zie ik? Daarnaast moet je dat kunnen beoordelen en rapporteren. Maatwerk is nodig om ervoor te zorgen dat gedetineerden beter voorbereid de gevangenis verlaten en een grotere kans hebben om in de samenleving te slagen. Dat komt uiteindelijk de veiligheid alleen maar ten goede.’
Monique ervaart enthousiaste reacties uit het veld. ‘De nieuwe werkwijze wordt omarmd. Het is voor het eerst dat detentie en re-integratie in de wet verankerd zijn. Dat biedt ook kansen voor meer professionalisering en verdieping in je werk. Het vraagt om meer samenwerking en een beter beoordelingsvermogen. Daarnaast worden we als DJI’ers, vooral onze casemanagers, een nog volwaardiger partner in de keten. Onze medewerkers zijn opgeleid voor de nieuwe manier van werken en ze beschikken over verschillende tools, zoals de risicoscreener die we samen met de Vrije Universiteit hebben ontwikkeld.’
De nieuwe aanpak zal ook tot een andere impact van het werk leiden. ‘De relatie met de gedetineerden wordt anders. Het wordt voor de gedetineerde immers belangrijker hoe jij hem of haar beoordeelt. Dat zal gevolgen hebben. In sommige gevallen wordt het contact misschien scherper.’
Geloofwaardig en rechtvaardig
Of de nieuwe wet echt nodig is? Monique: ‘We deden het niet slecht, maar in de samenleving stond de geloofwaardigheid van straffen toch wel op het spel. Een terugkerend geluid was dat mensen het vaak onrechtvaardig vonden dat veroordeelden in principe na tweederde van de straf vrijkwamen. Nu gedetineerden zelf aan de lat staan en ze hun vrijheden moeten verdienen met de juiste motivatie en goed gedrag, speelt dat gevoel van onrechtvaardigheid minder, zo is de gedachte achter de nieuwe wet.’
Monique beseft dat niet iedere gedetineerde geschikt is voor het nieuwe systeem. ‘Er zijn nu eenmaal mensen in onze inrichtingen die nooit gemotiveerd zullen raken om het beter te doen. Maar ook voor die groep heeft deze benadering zin. Want als samenleving kun je veel beter accepteren dat iemand er zelf voor kiest om langer achter de gesloten deuren te blijven zitten.’