Tekst Nienke Ledegang
Foto Bas Czerwinski
Donderdagmorgen in Rijks Justitiële Jeugdinrichting De Hartelborgt in Spijkenisse: de ochtend lijkt normaal als om 8.22 uur plotseling alle medewerkers via hun pieper een alarmmelding krijgen. Een tankwagen is tegen de muur van de inrichting gereden. De eerste minuten heerst er verwarring. De wagen blijkt giftige stoffen te bevatten en al snel hangt er een heftige stank in en rond de inrichting. Onduidelijk is hoe gevaarlijk de situatie is, en ook of het misschien om een afleidingsmanoeuvre of een bewuste aanslag gaat. Het is meteen alle hens aan dek.
Bovenstaande situatie is gelukkig niet echt gebeurd, maar een groots aangepakte, multidisciplinaire oefening. Die overigens door alle betrokkenen in alle ernst wordt uitgevoerd. Zo worden de jongeren in de inrichting onmiddellijk naar hun afdeling gebracht en ingesloten. Over de portofoons klinkt het: ‘Willen alle BHV’ers zich verzamelen in de kantine?’ De BHV’ers komen meteen in actie en in de inrichting wordt een crisisteam opgetuigd. De brandweer is dan al onderweg, net als de politie. Al snel wordt besloten tot opschaling: buiten wordt een zogeheten Copibak (Copi staat voor Commando Plaats Incident) geplaatst, waar de operationeel leiders van de inrichting, brandweer, politie en GOR kunnen overleggen.
Opschalen
Ook de Veiligheidsregio wordt op de hoogte gebracht en richt op het gemeentehuis van Nissewaard een Gemeentelijk Beleidsteam in onder leiding van de burgemeester. Hier sluit de directeur van de inrichting aan. Nog iets later wordt een Regionaal Operationeel Team (ROT) in het Rotterdam World Port Center uitgerold: in no time is het incident in de jeugdinrichting opgeschaald naar een zogeheten GRIP 3-situatie. Besloten wordt dat alle jongeren geëvacueerd moeten worden en worden overgebracht naar de Van Ghentkazerne in Rotterdam. Daar komt de Dienst Vervoer & Ondersteuning om de hoek kijken. Zij komen met hun cellenbussen vanuit Zoetermeer naar Spijkenisse.
De oefening is groot, groter, grootst. En dat is een heel bewuste keuze. Teamleider Veiligheid Marco Bolier coördineert de actie samen met Roger de Beer, BHV-coördinator RJJI. Marco vertelt: ‘We trainen voortdurend, maar het oefenen van een GRIP 3-situatie is wel uniek vanwege de enorme omvang en betrokkenheid van allerlei partijen. Toch vonden we het belangrijk zo’n situatie een keer te oefenen. Je kunt alles wel op papier hebben staan, maar de praktijk – waarin ook de dagelijkse gang van zaken soms gewoon door moet gaan – is vaak heel anders.’
Opstand
Bij de oefening krijgen Marco en zijn team ondersteuning van een dertigal leerlingen van het Hoornbeeck College. Hier worden beveiligers en bewakers opgeleid, van wie sommige uiteindelijk ook in een penitentiaire inrichting komen te werken. Zo snijdt het mes aan twee kanten: de leerlingen kunnen kennismaken met het vak waar ze voor leren, en tijdens de oefening kan een bijna echte evacuatie worden nagebootst. De leerlingen spelen vandaag namelijk de ingesloten jongeren, die na de alarmmelding worden teruggebracht naar hun afdeling. Hier moeten ze verplicht blijven en krijgen ze te horen dat ze geëvacueerd gaan worden. Dat leidt na enige tijd tot irritatie en rumoer, en mondt uiteindelijk zelfs uit in een (gespeelde) opstand. Het servies vliegt door de ruimte, en deuren worden gebarricadeerd met stoelen en banken. Tijd voor het Interne Bijstands Team (IBT) om in actie te komen.
Het duurt even voordat het Interne Bijstands Team ter plaatse in. De overleggen tussen de vele partijen kosten tijd, en ook het omkleden van de IBT-leden duurt even. Commandant Bas van het IBT brieft de groep voordat ze de afdeling betreden. Hij schetst de situatie (‘ze zitten met zijn allen op de afdeling, en één iemand heeft zich verschanst in het telefoonhok’) en deelt de IBT’ers op in drie groepen die achter elkaar de afdeling op moeten en de situatie moeten slechten, de jongeren in de boeien moeten slaan en één voor één moeten afvoeren naar de sportzaal. ‘Let op: het is misschien een oefening, maar zorg dat je aan staat, want zij staan ook aan.’
En dat blijkt. De jongeren spelen hun rol vol overgave. Er wordt geschreeuwd, gesmeten, op deuren en ramen gebonkt en veel verzet gepleegd bij de inval door het IBT. De adrenaline bij alle deelnemers – jongeren én IBT’ers – is voelbaar en neemt nog toe als het IBT versterking krijgt van een groep LBB’ers – het landelijke bijzondere bijstandsteam dat is opgeroepen vanuit Soesterberg. Zij betreden de sportzaal met perslucht op de rug, omdat er nog steeds veel onduidelijk is over de gevaarlijke stoffen in de tankwagen.
Eén jongen biedt zoveel weerstand dat de IBT’ers besluiten het Bijzondere Ondersteunings Team (BOT) in te schakelen. Hij wordt apart gezet en in een gepantserde wagen afgevoerd, de jongen is vlucht- en vuurwapengevaarlijk.
[Tekst gaat verder onder de fotoslider]