Tekst Nienke Ledegang
Foto Arenda Oomen

Een groep naasten van gedetineerden richtte vorig jaar een stichting op, speciaal voor ouders, broers, zussen en partners van mensen die in de gevangenis zitten. Het Steun- en Adviespunt voor Naasten van Gedetineerden (SANG) voorziet in een enorme behoefte. Eerder konden wij nergens terecht met onze vragen. En een serieuze gesprekspartner waren we al helemaal niet. Dat moet anders’, aldus de oprichters.

Toen haar zoon Michael (In de media bekend als Michael P., red.) landelijk in het nieuws kwam vanwege de afschuwelijke moord op Anne Faber, stond ook het leven van Heleen op zijn kop. ‘Ik werd verscheurd door emoties: de woede over het delict, het verdriet over het slachtoffer, de angst voor de haat en bedreigingen die ik over me heen kreeg, en natuurlijk ook het immense verdriet dat mijn zoon tot zoiets in staat is. Ik vond het schokkend om te ontdekken dat je als naaste van een gedetineerde helemaal zelf moet dealen met al die heftige gebeurtenissen en emoties. Dat is verschrikkelijk eenzaam. Pas later, toen ik er zelf voor koos om mijn kant van het verhaal te vertellen aan een journalist van Trouw en in een podcast van SBS, ontdekte ik dat ik niet alleen sta. Naast negatieve reacties kreeg ik ontzettend veel positieve reacties, en veel berichten van andere ouders, broers en zussen van gedetineerden. Allemaal met dezelfde ervaring.’

Dodelijke steekpartij

Een van de mensen die de podcast van Heleen beluisterde was Dave, een succesvol ondernemer. Zijn zoon is veroordeeld tot een gevangenisstraf na een dodelijke steekpartij. ‘Het ging niet goed met onze zoon en mijn vrouw en ik hadden daarvoor al heel vaak hulp geprobeerd te zoeken. Die hulp is niet op tijd gekomen: een week nadat hij werd opgepakt kregen we bericht dat er een hulpverlener beschikbaar was gekomen om zijn PTSS te behandelen. Ik weet niet of dat zijn delict had voorkomen, maar ik vind het wel ironisch.’

De ervaring van Dave is vergelijkbaar met die van Heleen, al zegt hij: ‘De zaak van Heleen was een enorme mediazaak, dat is qua impact nog veel heftiger dan de onze. Maar ook bij ons kwam er als naaste familie van een dader ongelofelijk veel over ons heen. Binnen een half uur na de steekpartij stond er een foto van onze andere zoon online. Veel vrienden en bekenden lieten ons in één klap vallen. De politie meldde ons dat ze aanwijzingen hadden dat mensen een molotovcocktail bij ons naar binnen wilden gooien. Daar sta je dan: je kunt helemaal niks, staat er helemaal alleen voor. Mijn vrouw en ik ontdekten: we hebben hulp nodig, maar we hebben helemaal nergens recht op. We zijn geen partij volgens het Wetboek van Strafrecht, maar als je de Van Dale erop naslaat tikken we alle boxen van de definitie van slachtoffer aan. Maar Slachtofferhulp kon niets voor ons doen, wij zitten volgens hun definitie in het kamp van de dader. De huisarts dan? Die had geen protocollen en wist niet anders te bedenken dan ons doorverwijzen naar de GGZ, waar we de vraag kregen: ‘Wat voor pillen wil je?’ Maar dat was helemaal niet wat wij wilden. Het was verdomd eenzaam.’

'Veel mannen zien hun familie helemaal niet, daar speelt schaamte een grote rol in'

Jongen met een gebruiksaanwijzing

Dave vervolgt: ‘Wat we ook storend vonden: gedurende het politieonderzoek waren we nog een interessante partij, en zaten we aan tafel. Maar zodra onze zoon binnen zat was die betrokkenheid weg. Ik kon alleen maar denken: Als wij zo belangrijk zijn bij de strafzaak, betrek ons dan ook bij de behandeling binnen de muren. Wij kennen deze jongen door en door, en hij is best iemand met een gebruiksaanwijzing.’

De doorbraak kwam toen de vrouw van Dave de SBS-podcast met Heleen en haar dochter hoorde, waarin ze vertelde over hun ervaringen en de behoefte aan lotgenotencontact. Dave: ‘Ik ben direct contact gaan zoeken en kreeg te horen: dit weekend is er een bijeenkomst voor mensen in jullie situatie, je bent welkom. Ik ben gegaan, ging met andere naasten in gesprek en dat was als een warme douche. Voor het eerst die herkenbaarheid: het verdriet, de eenzaamheid, de irritatie, de onmacht. We zaten daar met een man of twintig en stelden vast dat er ‘iets’ moest komen. De 9 maanden erna zijn we intensief met elkaar opgetrokken en in februari 2023 zag Stichting SANG officieel het levenslicht.’

Dave van Stichting SANG
Dave: 'We waren graag betrokken bij de behandeling binnen de muren. Wij kennen onze zoon door en door.’

Luisterend oor

Dave en Heleen zijn twee van de drijvende krachten achter de stichting. Ze steken er allebei tientallen uren per week in. Heleen vertelt: ‘Een van de hoofddoelen van de stichting is dat de familie van daders meer gehoord wordt in de strafrechtketen en dat we een positie krijgen. Daarnaast willen we een luisterend oor bieden aan mensen die een naaste in detentie hebben.’

Dave voegt daaraan toe: ‘We willen gewoon een stoel aan tafel, en niet pas drie maanden voor het einde van de detentie weer in beeld komen. Het is goed om te zien dat we bij ons missie steeds meer professionals aan boord krijgen. We zoeken heel bewust samenwerking met relevante partners. Er denken bijvoorbeeld mensen van DJI, de reclassering en juristen met ons mee... Het afgelopen jaar zijn we vooral aan het bouwen en zaaien geweest, nu we langzaam maar zeker meer bekendheid hebben, gaan we oogsten. Zo heb ik een training geschreven voor DJI-personeel die ‘De Menselijke Maat’ heet en die gaat over hoe je naasten van gedetineerden aanspreekt als ze op bezoek komen. Daar is wel een slag in te maken. Het is niet niks als je voor het eerst bij jouw naaste op bezoek moet in de gevangenis, waar je waarschijnlijk nooit eerder bent geweest.’

Schaamte

Herstel van de familierelaties is ook een belangrijk thema. Heleen vertelt: ‘Ik ga in de gevangenis soms in gesprek met gedetineerden. Veel mannen zien hun familie helemaal niet, daar speelt schaamte een grote rol in. Ik sprak een jongen die zijn moeder zeven jaar niet had gezien, hij hield het contact af. Ik heb toen verteld dat hij zijn moeder nodig had, en zijn moeder hem waarschijnlijk ook. Een paar dagen later hoorde ik dat hij de dag na mijn bezoek contact had gezocht met zijn moeder. Ik vind dat goed om te horen. Als ik naar mijn eigen situatie kijk: Ik heb Michael altijd verteld hoezeer ik zijn delict veroordeel, en dat we onder ogen moeten zien wat er is gebeurd. Maar dat hij ondanks dat mijn kind blijft. En dat je je kind nooit zomaar opgeeft.’

Meer weten over de Stichting SANG? De stichting heeft een eigen website.

Een naaste in de gevangenis