Informatief

Dit artikel hoort bij: DJIzien 35

Geweldsrisico gedetineerde in kaart brengen

Sanne Jongeneelen en Marjam Smeekens

Tekst Nienke Ledegang
Foto Rob ter Bekke

Het is belangrijk om te weten of een gedetineerde een geweldsrisico vormt, zowel voor de veiligheid in de gevangenis als voor de veiligheid in de maatschappij. Een nieuw screeningsinstrument biedt snel en effectief informatie over deze risico’s. De zogenoemde Risicoscreener Geweld is eenvoudig toe te passen, waardoor vrijwel alle gedetineerden in een vroeg stadium van detentie kunnen worden onderzocht.

Het visiedocument Recht doen, kansen bieden (2018) en de komst van de Wet straffen en beschermen (2021) betekenden veel voor de persoonsgerichte aanpak tijdens detentie. Er kwam meer nadruk te liggen op de eigen verantwoordelijkheid van de gedetineerde en zijn gedrag. Daarnaast werd verlof minder vanzelfsprekend en minder vrijblijvend en kunnen ketenpartners meer informatie over re-integratie en risico’s met elkaar delen.

Sanne Jongeneelen is projectleider Risicoscreener Geweld bij DJI en legt uit: ‘Een van de in de visie aangekondigde maatregelen was het ontwikkelen van een methodiek voor risicoscreening voor het verlenen van externe vrijheden. Daarbij moesten niet alleen de risico’s in de uitstroomfase worden beoordeeld, maar ook de risico’s tijdens het gehele detentietraject. Om de risico’s en specifiek de zorgen over gewelddadig gedrag zowel tijdens detentie als de eerste periode ‘buiten’ (bij vrijheden of ontslag) snel in beeld te brengen was een instrument nodig dat voor een grote groep gedetineerden praktisch, en dus snel en eenvoudig, uitvoerbaar moest zijn.’

Sneller en effectiever

Jongeneelen vervolgt: ‘We werken in ons veld al met risicotaxatie-instrumenten, zoals de HKT en de SAPROF. Deze geven goed inzicht in geweldsrisico’s bij onze doelgroep. Maar dit is een vrij intensieve methode, uitgevoerd door gedragsdeskundigen. Gezien de grote doelgroep binnen DJI die snel uitstroomt – 75 procent is binnen twaalf weken alweer weg – was de behoefte om sneller en effectiever een grote groep te kunnen onderzoeken. Een methode die breed inzetbaar is, en waarbij de HKT en de SAPROF kunnen worden ingezet als verdiepende instrumenten.’

Hoofdonderzoek Maaike Kempes en senior onderzoeker Michiel de Vries Robbé, beiden werkzaam bij het NIFP, staan aan de wieg van de nieuwe Risicoscreener Geweld, die zij in nauwe samenwerking met de Divisie Gevangeniswezen en  Vreemdelingenbewaring van DJI en de Reclassering hebben ontwikkeld.

Sanne Jongeneelen
Sanne Jongeneelen
Marjam Smeekens
Marjam Smeekens

Kempes en De Vries Robbé begeleiden Marjam Smeekens, die als promovenda is verbonden aan de Universiteit Leiden. Haar proefschrift gaat over de Risicoscreener Geweld. Zij legt uit hoe de screener werkt. ‘De relatief compacte screener bestaat uit drie delen. In deel één van de screener worden de historische risicofactoren van de gedetineerde vastgelegd. Dat gebeurt al in de eerste dagen van detentie. Een medewerker van de backoffice haalt relevante informatie uit het detentiedossier en het Uittreksel Justitiële Documentatie over eerder gewelddadig gedrag in de maatschappij en gewelddadig gedrag tijdens eventuele eerdere detenties. Dat gaat over allerlei soorten gewelddadig gedrag: van fysiek geweld tot verbale bedreigingen.’

Inschatten en verklaren van gedrag

Deze informatie gaat naar het afdelingshoofd. ‘En dat is eigenlijk heel mooi’, zegt Jongeneelen. ‘Want de betreffende informatie is relevant, óók voor het inschatten en verklaren van gedrag op de afdeling. Eerder werd dit niet zo gestructureerd vastgelegd en aangeboden, dus dat is al winst.’

In het tweede deel van de Risicoscreener Geweld, worden de dynamische risicofactoren en beschermende factoren in kaart gebracht. Smeekens: ‘Deze worden na zes tot negen weken in detentie opgetekend door de casemanager. Dan is er doorgaans voldoende tijd geweest om de gedetineerde te observeren. Het gaat dan bijvoorbeeld over risicofactoren zoals recent gewelddadig gedrag en impulsiviteit. Ook wordt de aanwezigheid van beschermende factoren beoordeeld. Dit zijn factoren die samenhangen met een lagere kans op toekomstig gewelddadige gedrag. Denk aan de positieve invloed van het sociale netwerk van de gedetineerde en de motivatie voor een delictvrije toekomst.’

'De risicoscreener levert niet alleen relevante informatie op voor onze interne veiligheid en bij het toekennen van vrijheden, maar ook voor ketenpartners, zoals de reclassering, gemeenten en andere instanties.’

Onderbouwd risicoprofiel

Samen leveren deel één en twee van de risicoscreener een onderbouwd risicoprofiel van de gedetineerde op. Dit profiel wordt gebruikt voor het formuleren van deel drie, het gedeelte dat tijdens het Multidisciplinair Overleg (MDO) over de gedetineerde wordt ingevuld. Jongeneelen: ‘Dat is eigenlijk het belangrijkste deel van de Risicoscreener Geweld, want in het MDO trekken we eindconclusies over zorgen over mogelijk toekomstig gewelddadig gedrag, zowel binnen detentie als daarbuiten. Dat levert niet alleen relevante informatie op voor onze interne veiligheid en bij het toekennen van vrijheden, maar ook voor ketenpartners, zoals de reclassering, gemeenten en andere instanties.’

Smeekens voegt daaraan toe: ‘Op basis van de eindconclusies van de Risicoscreener Geweld bepalen we ook wat te doen met deze uitkomsten in termen van passende interventies en risicomanagement en of bijvoorbeeld een verdiepende risicotaxatie nodig is. De indruk is dat met deze benadering niet alleen onze collega’s binnen DJI beter weten wat er speelt rondom een gedetineerde en hoe zij hem of haar beter kunnen ondersteunen in een succesvolle terugkeer naar de samenleving, maar in het bijzonder ook de ketenpartners. Uit validatie-onderzoek is bovendien gebleken dat de Risicoscreener Geweld boven verwachting betrouwbare informatie geeft. Het onderzoek naar de werking van de Risicoscreener Geweld werd uitgevoerd in alle inrichtingen in Nederland. De voorspellende waarde van de Risicoscreener Geweld is goed voor zowel geweld binnen de gevangenis als voor geweld buiten de gevangenis in het geval van vrijlating. Simpel gezegd: als uit de screener komt ‘We maken ons ernstige zorgen’, dan is er daadwerkelijk een verhoogde kans op geweld.’

Niet over de schutting gooien

Jongeneelen: ‘We hebben veel zorg, tijd en aandacht in de implementatie gestoken. Werken met de Risicoscreener Geweld vraagt namelijk wel iets van vele betrokkenen: van backofficemedewerkers, tot teamleiders, afdelingshoofden en casemanagers. Daarom moesten we wel goed uitleggen waaróm we dit doen en hoe dit hulpmiddel daadwerkelijk zinvol ingezet kan worden. Dit is geen methode die je ‘even over de schutting’ gooit en waarvan je zegt: succes ermee. Maar nu het begint te wennen, en de mensen die ermee werken zien wat het oplevert, gaat de uitvoering van de Risicoscreener Geweld steeds beter. We horen heel vaak terug: “wat fijn dat we zoveel inzicht krijgen in het vertoonde en mogelijke gedrag van de gedetineerde.” Dat is een mooie constatering in een werkveld waar het belangrijk is dat zowel zorg- als veiligheidsaspecten integraal worden gewogen, om de veiligheid zowel binnen als buiten detentie zo goed mogelijk te waarborgen.  

Sanne Jongeneelen en Marjam Smeekens