Tekst Jeroen van den Nieuwenhuizen
Foto Remco Lassche
Omgaan met teleurstellingen, een normaal dagritme opbouwen, werknemersvaardigheden ontwikkelen… Volgens Piet Reutelingsperger is arbeid in detentie de ideale omgeving om gedetineerden voor te bereiden op een succesvolle terugkeer in de samenleving. Na 38 jaar DJI gaat het hoofd Arbeid van PI Arnhem en PI Grave met pensioen. ‘De kring bedrijven om ons heen is een stuk groter geworden.’
In 1986 ligt de bouwsector op zijn gat. Piet Reutelingsperger, aannemerspapieren op zak, kiest voor een dienstverband als PIW’er. Eerst wordt hij in heel Nederland gedetacheerd, van Roermond tot Heerhugowaard waar hij met collega’s een Zimmer frei huurt. In 2001 wordt hij afdelingshoofd bij JJI de Hunnerberg, waarna hij achtereenvolgens hoofd Algemene zaken en hoofd Arbeid in PI Arnhem wordt. Sinds 2019 vervult hij die laatste functie ook in PI Grave en pendelt hij tussen beide locaties.
Waarom ben je ooit hoofd Arbeid geworden?
‘De toenmalig directeur van PI Arnhem vond mijn zakelijke benadering wel passend voor een hoofd Arbeid. In mijn ogen begint het met de vraag wat je met arbeid in detentie wil bereiken. Ik heb altijd moeite gehad met de opvatting: als de gedetineerden niet al te moeilijk doen en wij als personeel ook niet, dan kabbelen we samen rustig door. Toen ik net in de functie van hoofd Arbeid begon, was er een groep gedetineerden die niet meer wilde werken. Er liep toen de pilot In-made Proof Produceren en er zou gezegd zijn dat ze dubbel zouden verdienen. Dat gebeurde niet. Ik beloofde uit te zoeken wat er precies was afgesproken. Maar ik zei ook: ‘Als je voor 200% betaald wil worden, zul je ook voor 200% moeten produceren en dat heb ik vandaag niet gezien.’ Ik kreeg de vraag hoeveel dat dan was. Dát vond ik een goede vraag. Ik heb toen voor de groep targets geïntroduceerd, gekoppeld aan een loonpercentage, variërend van 100, 125 en 175 tot 200%. Uiteindelijk haalden we die 200%. En de groep wist vanaf dat moment: voor wat hoort wat.’
Om wat voor werk ging het?
‘Droogloopmatjes oprollen die in supermarkten worden verkocht. Dat werk wordt nog steeds gedaan, maar er is nu meer variatie en uitdaging. Daar zit ook een zakelijke kant aan: als je een opdrachtgever hebt die alle arbeidszalen bedient en die opdrachtgever zegt de samenwerking op, dan heb je een probleem.’
In de PI Arnhem worden nu ook mensen opgeleid tot schilder en fietsenmaker. En er worden elektrische apparaten opgeknapt voor online winkels. Hoe heb je die afwisseling voor elkaar gekregen?
‘Door bedrijven te bellen. Ik zag overal busjes rijden van Verhoeven Vastgoedverbeteraars. Zij doen ook schilderwerk. Ik heb toen de directeur gebeld. Of we niet konden samenwerken. Misschien zou een medewerker van het bedrijf hier een of twee dagen kunnen meelopen om hier gedetineerden het vak te leren. Bij gebleken geschiktheid kunnen zij na detentie bij het bedrijf in dienst treden. Daar had de directeur wel oren naar. We zijn toen met één kandidaat gestart. Dat zorgde voor een sneeuwbaleffect. Een ex-gedetineerde behoort nu tot de beste medewerkers van Verhoeven.’ En bij Mantel, die tot voor kort hier een fietswerkplaats had, zijn ook meerdere ex-gedetineerden aangenomen als fietsenmaker.’
'Gelukkig zijn er werkgevers die het aandurven om ex-gedetineerden in dienst te nemen'

Dit zijn dus bedrijven die gedetineerden een kans geven.
‘Precies. Ze stoppen er energie in. Bedenk dat gedetineerden na vrijlating vaak tegen allerlei obstakels aanlopen. Soms is er sprake van een belastingschuld. Bij Verhoeven heeft men ervoor gezorgd dat iemand een belastingschuld kan aflossen en toch ook voldoende geld overhoudt om rond te komen. Of door een auto van de zaak te regelen, zodat iemand op zijn werk kan komen. Voor ex-gedetineerden is vertrouwen heel belangrijk. Zij hebben vaak het gevoel dat niemand op hen zit te wachten. Gelukkig zijn er dus werkgevers die het aandurven als wij aangeven dat het verantwoord is.’
Weten bedrijven voldoende wat jullie aan arbeidspotentieel in huis hebben?
‘Dat kan beter. Daarom organiseren we samen met het WerkgeverServicePunt regelmatig bijeenkomsten. Veel bedrijven weten niet dat we hier een groep gemotiveerde potentiële werknemers hebben. Overigens hebben wij binnen DJI ook nog wel wat te doen. Gedetineerden hebben nog een te lage verwachting van de rol die arbeid in detentie kan spelen bij hun re-integratie. Het is aan ons om dat verwachtingspatroon te helpen bijstellen. Bijvoorbeeld doordat we in samenwerking met de casemanager gedetineerden één pad laten volgen. Iedereen binnen onze organisatie zou eigenlijk moeten weten welke mogelijkheden we gedetineerden kunnen bieden. En we moeten meer echt het gesprek met gedetineerden aangaan. Wat wil je bereiken, wat heb je daarvoor nodig en hoe zorg je dat je het redt?’
Dat lijken me niet altijd makkelijke gesprekken.
‘Nee, soms zijn ze confronterend, bijvoorbeeld omdat er een verschil van inzicht is over het gedrag dat een gedetineerde laat zien. Maar als personeel moeten we ons duidelijk en voorspelbaar opstellen, zodat gedetineerden weten wat er van hen wordt verwacht. Daar hoort ook leren omgaan met teleurstellingen bij. Arbeid in detentie is een ideale klinische omgeving om gedrag te ontwikkelen dat van gedetineerden ook wordt verwacht als ze na detentie als werknemer in de maatschappij aan de slag gaan.’
Jouw taak zit erop. Waar ben je het meest trots op?
‘Dat we hier een arbeidsmodel hebben ontwikkeld dat gedetineerden stimuleert om zich verder te ontwikkelen en dat niet is gekoppeld aan een specifieke arbeidsvorm. Dat ik niet bang ben geweest om initiatieven uit te proberen, zoals het werken met productietargets en het starten met het opknappen van apparaten voor de retail. En dat ik bedrijven heb kunnen overtuigen dat hun nieuwe medewerker mogelijk hier verblijft. Niet ieder bedrijf durft de stap te zetten, maar de kring bedrijven om ons heen is wel een stuk groter geworden.’