Tekst Nienke Ledegang
Foto DJI, Taco van der Eb
Recent onderzoek van Universiteit Leiden laat zien dat de sociale veiligheid in vrouwengevangenissen extra kwetsbaar is. In deze gevangenissen is daarom een andere benadering nodig. Wim Saris, directeur-generaal van DJI: ‘Eén zinnetje in het rapport raakte me in het bijzonder. Dat vrouwendetentie een tekortschietende vorm van mannendetentie is. Daarin schuilt voor mij een grote opdracht.’


Een jaar lang deden onderzoekers van Universiteit Leiden onderzoek in de vrouwengevangenissen van DJI. Ze brachten er de sociale veiligheid in kaart en deden een aantal aanbevelingen om deze te verbeteren. Hoofdonderzoeker Esther van Ginneken en directeur-generaal van DJI Wim Saris zijn blij met het resultaat, dat eerder deze maand verscheen. Het is geen gemakkelijk onderwerp, maar het is wel heel belangrijk dat er aandacht voor is, zeggen ze allebei.
Kritisch inspectierapport
Twee jaar geleden kwamen de Nederlandse vrouwengevangenissen gedurende langere tijd negatief in het nieuws. De rode draad in de berichtgeving: er was sprake van grensoverschrijdend gedrag. Uiteenlopende misstanden kwamen boven tafel en een kritisch inspectierapport volgde. ‘Geen prettige waarheid’, zegt Wim Saris nu. ‘Maar genoeg reden om in de benen te komen. De sociale veiligheid in specifiek onze vrouwengevangenissen moest onder de loep worden genomen, want daar zat iets scheef.’
Om de onafhankelijkheid van het onderzoek te waarborgen werd de opdracht verstrekt aan Esther van Ginneken, universitair hoofddocent Criminologie aan de Universiteit Leiden. Met een team van onderzoekers deed zij onderzoek in drie vrouwengevangenissen: Nieuwersluis, Zwolle en Ter Peel. ‘Wij hebben telkens twee weken lang met minimaal twee onderzoekers volle dagen doorgebracht in de verschillende PI’s. We hebben daar geobserveerd op verschillende plekken, zoals op de leefafdeling, bij de arbeid, tijdens de kerkdienst… Daarnaast hebben we 145 interviews afgelegd van gemiddeld een uur. Die interviews waren met gedetineerde en ex-gedetineerde vrouwen, ook enkele mannen en medewerkers.’ Het leverde een reeks aanbevelingen op, die Van Ginneken recent publiceerde.
'Visitatie is vernederend en intimiderend. We beginnen daarom met het vervangen door bodyscans in de vrouwengevangenis, maar willen dit op termijn in alle PI’s.’
Respectvolle omgang
‘Eigenlijk is de belangrijkste aanbeveling dat er structureel aandacht moet komen voor sociale veiligheid. Juist in de gevangenis, waar zoveel complexe structuren bestaan, blijkt dat sociale veiligheid een dun koord is en er veel problemen worden ervaren met thema’s als seksueel gedrag, humor, racisme of man-vrouwverhoudingen. De gemene deler in dit verhaal is dat sociale veiligheid altijd over een respectvolle omgang tussen mensen gaat. In dit geval heb je het dan over het contact tussen medewerkers en gedetineerde vrouwen, medewerkers onderling én gedetineerde vrouwen onderling. Wij schrijven in ons rapport niet voor hoe die omgang moet zijn, maar wel hoe je het bespreekbaar maakt als de sociale veiligheid in het geding is.’
Handvatten voor verbetering
Het rapport van Universiteit Leiden geeft handvatten voor verbetering. Esther van Ginneken: ‘Sommige vrij algemeen, sommige heel concreet. Zo gaat het over de taal die wordt gebruikt in teams én in de bejegening van de gedetineerde vrouwen, maar ook over werving en selectie van nieuw personeel, momenteel een hot item in de gevangenissen. De neiging is er om tegen kandidaten te zeggen: “Het kon weleens moeilijk worden om je draai te vinden in onze cultuur.” Bijvoorbeeld vanwege kleur, gender of geaardheid. Daar moeten we vanaf. We weten allang dat diverse teams een organisatie een veel opener cultuur opleveren. Dat moet tussen de oren komen.’
Het beeld dat Van Ginneken in het onderzoek schetst, is voor Wim Saris ‘herkenbaar’. ‘Detentie hangt per definitie samen met veiligheid versus onveiligheid, daar zijn we ons bij DJI zeer van bewust. We zijn de hele dag bezig met veiligheid: van visiteren tot insluiten, van voortdurend alert zijn tot ingrijpen als het misgaat. Sociale veiligheid is daarbij het subtielere deel van de harde veiligheid en wat mij betreft de belangrijkste vorm van veiligheid. Het is ongrijpbaar, maar van groot belang in ons werk. De mens is de zwakste en tegelijk de sterkste schakel. Dat weten we, en dat kennen we ook uit de mannengevangenissen.’

Vrouwen versus mannen
Saris vervolgt: ‘Wat we ook weten, en wat het onderzoek opnieuw laat zien, is dat er in vrouwengevangenissen meer factoren meespelen. In de delictgeschiedenis van vrouwen spelen naar verhouding huiselijk geweld en seksueel misbruik veel meer een rol. Daarbij is het risicoprofiel van vrouwen in detentie anders. Bij hen is het risico op fysiek geweld kleiner, waardoor je anders naar beveiliging kunt kijken. Ook is het achterliggende sociale netwerk heel anders. Mannen hebben vaak nog een thuisfront dat naar ze omkijkt en ze bijvoorbeeld van spullen voorziet. Bij vrouwen is het eerder andersom: die hebben vanuit de gevangenis nog de zorg voor een gezin, en minder vaak iemand die zich om hen bekommert. De zorgbehoefte van vrouwen in detentie is veel groter. Eén zinnetje in het rapport raakte me in het bijzonder. Dat vrouwendetentie een tekortschietende vorm van mannendetentie is. Daarin schuilt voor mij een grote opdracht. We zullen meer moeten differentiëren, iets wat tot op heden te weinig is gebeurd, maar waar we al wel stappen in maken.’
Want, zo zegt Saris: ‘We hebben natuurlijk niet stilgezeten in afwachting van de uitkomst van dit onderzoek, maar zijn zelf al aan de slag gegaan met veranderingen. We investeren in intervisie en hebben een verplichte module over vrouwen in detentie toegevoegd aan de opleiding tot PIW’er. Op deze manier versterken we de professionaliteit van onze mensen. We verlagen de drempel om incidenten te melden. Dat kan soms heel simpel: door brievenbussen neer te zetten op leefafdelingen. We werken met aandachtsfunctionarissen en vertrouwenspersonen.’
Onderzoeksrapport Universiteit Leiden
Lees hier het onderzoeksrapport 'Afstand, nabijheid en sociale veiligheid' van onderzoekster Esther van Ginneken, over de sociale veiligheid in de Nederlandse vrouwengevangenis.
Concrete maatregelen
Het rapport van Universiteit Leiden is een bevestiging dat DJI daarmee op de goede weg is, maar ook dat er dingen nog beter kunnen. Dat heeft al tot een aantal concrete maatregelen geleid. Zo noemt Saris de komst van bodyscans, die in de plaats van fysieke visitatie komen. ‘Dat heeft onze hoogste prioriteit. Visitatie is vernederend en intimiderend. Dat geldt voor mannen, maar nog meer voor vrouwen, voor wie visitatie vaker een trigger is voor trauma’s of simpelweg heel ongemakkelijk omdat ze zwanger of ongesteld kunnen zijn. We beginnen daarom met het vervangen door bodyscans in de vrouwengevangenis, maar willen dit op termijn in alle PI’s.’
Van Ginneken ziet dat DJI stappen maakt. ‘Ik ben verheugd over de maatregelen die DJI al heeft genomen, en ook hoe Wim Saris de uitkomsten van ons rapport ter harte neemt. Met elkaar kunnen we het thema sociale veiligheid verder brengen.’
Saris besluit: ‘De komende tijd blijven we gebruiken om heel kritisch naar vrouwendetentie te kijken. Wetende dat het risicoprofiel rondom geweld en ontsnapping bij vrouwen veel lager is, en de zorgbehoefte veel groter, kunnen we echt kijken naar hoe vrouwendetentie sociaal veiliger kan. Waarbij we natuurlijk nooit uit het oog verliezen dat we aan onze maatschappelijke taak, namelijk vrijheidsbeneming als straf, blijven voldoen. Maar wij denken dat dat kan én moet met een maximaal gevoel van sociale veiligheid, voor de vrouwen én voor onze medewerkers.’