Interview

Dit artikel hoort bij: DJIzien #24

‘De gevangenis was een goede plek voor onze zoon’

De ouders van Jeroen

Tekst Nienke Ledegang
Foto Renée van den Kerkhof

Als je kind gevangen zit

Personeel van PI Arnhem-Zuid was positief verrast door de brief van de ouders van gedetineerde Jeroen, die ruim twee jaar in de PI verbleef. In de brief delen zij hun dankbaarheid jegens het personeel, en over het feit dat Jeroen in de gevangenis weer op de goede weg werd geholpen. In DJIzien delen zij hun verhaal.

‘Als alles tegenvalt en moeizaam gaat, dan hoop je dat er nog een paar lichtpuntjes zijn. Dat je die dan in de gevangenis vindt, dat vind ik heel bijzonder.’ Frits en Jeannette zijn de ouders van Jeroen, die tot een gevangenisstraf van vijf jaar werd veroordeeld. Ze vertellen over wat dat met hen deed als ouders, en hoeveel steun ze kregen van het personeel van DJI.

‘Ik zal nooit vergeten dat ik zijn koffer inpakte toen wij hem die dag naar PI Arnhem-Zuid moesten brengen’, vertelt moeder Jeannette in het gezellige ouderlijk huis in Arnhem. ‘Ik voelde een grote steen in mijn maag. Dat je kind naar de gevangenis moet, dat had me altijd een nachtmerrie geleken. En nu was het ons zelf overkomen.’

Dat haar zoon Jeroen werd opgepakt door de politie en door de rechter werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf, kwam voor Jeannette en haar man Frits als een donderslag bij heldere hemel. ‘We hadden het niet zien aankomen. Maar de feiten liegen niet. Hij is terecht gestraft. Ik kan je niet vertellen waarvoor, voor mij als moeder is het té pijnlijk om over te praten. Zeker is dat Jeroen zelf ook inziet dat zijn straf terecht is.’

’Jeroen is geen slechte jongen, hij is iemand die zichzelf heel erg in de nesten heeft gewerkt’

Te lief voor de PI

Hoe het toch zover heeft kunnen komen? Frits en Jeannette weten het niet precies. Frits: ‘Hij is de draad van zijn eigen verhaal helemaal kwijtgeraakt. Jeroen is een heel sociale, warme jongen. Is ook een harde werker. Ik zal je vertellen: voordat hij in de problemen kwam, heeft hij ooit gesolliciteerd voor een baan bij PI Arnhem-Zuid. Hij is op een haar na aangenomen. Weet je waarom niet? Hij was te lief. Vind je dat niet ironisch?’

‘In de periode dat het mis ging, had Jeroen veel stress. Ook zat hij in een relatie die met problemen gepaard ging. Zijn grootste fout was dat hij dat niet met ons heeft gedeeld. Dat neem ik hem nu nog wel eens kwalijk’, vertelt Frits. ‘We zijn een heel close gezin waarin we altijd alles deelden. Dat hij dat nu niet deed, is kwalijk. We hebben hem niet kunnen helpen.’

Jeannette vult aan: ‘Achteraf zei hij dat wij het al zo zwaar hebben. Hij wilde ons niet nog meer belasten. We hebben nog een zoon, de oudere broer van Jeroen, die zeer zwakbegaafd is en een zwakke gezondheid heeft en die voortdurend onze zorg nodig heeft.’

De ouders van Jeroen

In de nesten

Maar hun jongste zoon laten vallen na wat hij heeft gedaan? Dat nooit, zeggen Frits en Jeannette resoluut. ‘Dat is niet in ons opgekomen. We hebben hem vanaf dag één laten weten dat we hem willen helpen bij zijn herstel. Want dat is wat er nodig was: herstel. Het is geen slechte jongen, hij is iemand die zichzelf heel erg in de nesten heeft gewerkt’, zegt Frits.

Dat Jeroen geen slechte jongen is, valt ook in de PI op. Al snel nadat hij binnenkomt is hij een graag geziene gast, die overal een steentje probeert bij te dragen. Hij werkt hard en in de sportzaal ontdekt hij waar zijn talent ligt. Hij mag de ILO’ers helpen. Er zijn gedetineerden die niet eens weten dat hij een van hen is. Jeroen stopt met roken, medicijnen en groeit van een schriel ventje uit tot een gespierde man. ‘Soms belden we en had hij die dag zes uur gesport’, vertelt Jeannette, die er op die momenten steeds meer vertrouwen in krijgt dat de gevangenis haar zoon goed doet.

Dat was in het allereerste begin wel anders. De ouders van Jeroen hebben het in die periode heel zwaar. ‘De eerste keer dat we naar de PI gingen, was met lood in onze schoenen’, vertelt Frits. ‘Gebogen hoofd, geen idee wat ons te wachten stond. Maar vanaf het eerste moment dat we binnen waren, viel er een last van ons af. De mensen die in de PI Arnhem Zuid werken zijn zo vreselijk professioneel en aardig. We kregen nul vooroordelen voor onze kiezen.’ ‘In onze eigen omgeving was dat wel anders’, vult Jeannette aan. ‘Ik ben door wat er gebeurd is hele goede vrienden kwijtgeraakt. Ondertussen sloeg iemand die in de PI werkte zomaar een arm om mee heen en zei: Dit had ons ook kunnen gebeuren. En toen ik een keer moest huilen bij het afscheid, zei de PIW’er: ‘We zorgen goed voor hem, hoor’. Die kleine dingen, die zijn zo belangrijk.’

’De sportinstructrice had speciaal haar dienst geruild om afscheid te kunnen nemen’

Ontzettend gelachen

‘We hebben zelfs ontzettend gelachen met het personeel. Weet je hoe belangrijk dat is?’ zegt Frits. ‘Je komt daar toch een aantal jaren elke week. Dan bouw je een band met die mensen op.’ Dat bleek ook wel toen Jeroen uiteindelijk naar de ZBBI in Dordrecht ging. ‘De sportinstructrice die hij altijd hielp had speciaal haar dienst geruild om op een goede manier afscheid te kunnen nemen van Jeroen.’

Inmiddels is Jeroen zich aan het klaarmaken voor terugkeer in de samenleving. Zijn ouders hebben er het volste vertrouwen in. Jeannette: ‘Absoluut. Ik zie weer de Jeroen van vroeger. Wel zal het hem de nodige moeite kosten zijn plek in de samenleving terug te vinden. Het liefst wil hij een hond en een beetje achteraf wonen. Werken als vrijwilliger in een dierenasiel ziet hij ook wel zitten. Dan zegt hij: Mam, dat geeft me meer voldoening dan meedraaien in deze wereld.’

Stilzitten is in elk geval niks voor hem. ‘In de ZBBI had hij een baan gevonden in een garage. Maar toen hij op dag één merkte dat hij daar onbeschermd met chemische stoffen moest werken, is hij daarmee gestopt. Hij is toen op de fiets gestapt op zoek naar een plek waar wel passend werk voor hem was. Hij kwam terecht bij een kringloopwinkel. Daar werkt hij nu met heel veel plezier en naar ieders tevredenheid.’

Cadeautje voor zijn broer

‘In het weekend komt hij thuis’, zegt zijn vader. ‘Hij verblijft dan bij een vriend. Maar uiteraard zien wij hem dan ook. Laatst had hij uit de kringloopwinkel een Egyptische poster met een lijst voor zijn grote broer meegenomen, die dol is op Egypte. Dat vind ik zo kenmerkend voor Jeroen. Hij denkt altijd aan iedereen.’

Frits besluit: ‘We hopen dat Jeroen later terugkijkt op een mooi leven met daarin een gitzwarte periode van vijf jaar. Want gitzwart is het. Maar DJI heeft die periode wel voor hem verlicht. Daarvan ben ik overtuigd. Het bewijs daarvan kwam voor mij laatst toen ik Jeroen op zondagavond terugbracht naar Dordrecht. Hij zei: Ik vind het ook wel lekker om daar weer te zijn. De rust, de structuur. Voor sommige mensen is de gevangenis echt helend. En voor Jeroen was het dat zeker.’

Dankbrief

De ouders van Jeroen stuurden een brief naar het personeel van PI Arnhem Zuid om te bedanken voor de goede zorgen voor Jeroen én voor hen. ‘Ik vind het belangrijk om ze dat te laten weten. De gevangenis is geen plek waar je graag komt. Zij hebben het voor ons draaglijk gemaakt. Wat zeg ik? Ik mis onze bezoeken aan de PI Arnhem-Zuid nog regelmatig. Ik overweeg om als vrijwilliger iets te gaan doen in de gevangenis. Ik ben onder de indruk van het werk en de sfeer daar’, aldus vader Frits.