Tekst Nienke Ledegang
Foto Paul Voorham
TNO en DJI werken samen aan slimme innovaties
DJI en TNO denken samen na over hoe nieuwe technologie kan worden ingezet voor toepassingen binnen detentieland. Zo kijken ze naar innovatieve detentieconcepten, naar manieren om verdacht gedrag van justitiabelen te herkennen, en naar methodes om smokkel te voorkomen. Ook werken ze aan manieren om DJI-medewerkers regie te geven over hun professionele fitheid.
Voortdurend staat DJI voor nieuwe, soms onvoorziene uitdagingen. Soms hebben die een technologische component, soms zitten die meer in de sfeer van menselijk gedrag. Zo kan het bijvoorbeeld gaan om steeds vernuftiger manieren van het binnensmokkelen van contrabande, of om veiligheidskwesties op de werkvloer. In de waan van de dag worden er vaak ad hoc oplossingen bedacht. Het is typerend voor de slagkracht en hands-on-mentaliteit van de organisatie. Toch is het goed om soms een stapje terug te doen, en met afstand naar vraagstukken te kijken. Dankzij een nauwe samenwerking tussen TNO en DJI is die ruimte er nu.
Paul Salimans is beleidsadviseur P&O bij DJI en houdt zich in die functie al langere tijd bezig met de professionele fitheid van DJI’ers. Eigenlijk kwam hij bij toeval bij TNO terecht, dat al veel langer justitiepersoneel ondersteunt bij meer welzijn in het werk. Paul Salimans en programmaleider Rosemarie Huver van TNO vertellen over het programma dat werd ingericht.
DJI en TNO hebben begin 2020 de handen ineens geslagen. Een logische stap?
Rosemarie: ‘Veel mensen denken bij TNO onmiddellijk aan technologie. Dat klopt in grote lijnen, maar belangrijker is wat wij met die technologie dóen. Wij zijn een organisatie van 3400 medewerkers uit allerlei disciplines, die organisaties ondersteunen bij uiteenlopende vraagstukken op de werkvloer. Zelf ben ik gepromoveerd als psycholoog. Wij hebben een bak aan ervaring binnen het justitiedomein en je kunt het onderwerp zo gek niet bedenken of we hebben een expert in huis. Zo ondersteunen we al ruim zeventig jaar de medewerkers van Defensie. Ook bestaan er al langer samenwerkingen met bijvoorbeeld de politie en het NFI. Dat wij in zee gingen met DJI is dus helemaal geen gekke stap en we zijn blij dat we de kennis die we op andere plekken opdeden, nu ook voor DJI kunnen toepassen.’
Paul: ‘Het was voor mij een eye-opener toen ik ontdekte dat TNO al veel kennis en ervaring heeft met de fitheid van mensen op de werkvloer, en dat ook nog eens bij een aantal voor ons relevante ketenpartners. Zo is het eigenlijk begonnen. Samen hebben we een vierjarig programma op acht thema’s ontwikkeld. Ik ben daar trots op. Eerder lag bij ons de focus vooral op fysieke fitheid, in dit programma trekken we dat veel breder.’
Op welke manier doen jullie dat?
Rosemarie: ‘Wij beschouwen DJI’ers, net als politiemensen als high risk professionals – mensen die werken onder veeleisende en risicovolle omstandigheden. Onze doelstelling is om hen te ontlasten en te ondersteunen door de inzet van slimme technologie. Dat doen we door in een projectteam verschillende disciplines bij elkaar te zetten. Zo’n team denkt dan na over een specifiek vraagstuk. Denk bijvoorbeeld aan een manier om geautomatiseerd contrabande te onderscheppen. Of aan persoonlijke monitoring voor medewerkers zodat zij regie kunnen nemen over hun eigen professionele fitheid. De bedoeling is dat organisaties zelf aan de slag gaan met de oplossingsrichtingen die we met elkaar bedenken.’
Welk concreet resultaat hebben jullie het afgelopen jaar behaald?
Paul: ‘We hebben een prototype ontwikkeld van een instrument dat medewerkers inzicht geeft over hun professionele fitheid. Een soort persoonlijke monitor. Zo kunnen ze daar zelf de regie op nemen. We gaan hiermee binnenkort een pilot starten in de PI Zwolle; daar heb ik hoge verwachtingen van.’
Rosemarie: ‘Een leuk voorbeeld vind ik de celinspectie en de contrabande. PI Zaanstad heeft 1200 camera’s hangen om alles wat er gebeurt in de gaten te houden. Het is voor mensen natuurlijk ondoenlijk om die beelden allemaal te bekijken. Wij kunnen veel met automatische gedragsanalyse. Met die expertise hebben we een aantal oplossingsrichtingen bedacht waarvan we er nu twee gaan uitwerken. Eén ervan heeft te maken met contrabande die de binnenplaats opkomt, bijvoorbeeld via een bal. Wij willen kijken of camera’s automatisch kunnen registreren of er iets ligt dat er niet hoort.’
Rosemarie, wat valt jou op aan DJI als organisatie?
Rosemarie: ‘Ik ben onder de indruk van wat PI’s zelf doen om te innoveren. Daarbij was afgelopen jaar natuurlijk een gekke tijd door corona, waardoor ik vooraf dacht: kunnen we wel resultaten boeken? Gewoonlijk gaan we zo snel mogelijk de werkvloer op om met medewerkers te praten. Dat kon nu natuurlijk niet. Als je ziet hoe positief en proactief de medewerkers toch waren, dan denk ik dat we best trots mogen zijn op wat er nu ligt.’
Geldt dat ook voor jou, Paul?
Paul: ‘Zeker. En wat mij betreft is dit pas een begin. Ik zie onze samenwerking als een doorlopend proces waar wij als DJI een grote eigen verantwoordelijkheid in hebben. TNO is heel duidelijk: zij gaan geen innovaties bij ons implementeren. We doen samen een verkenning, en als een verkenning kansrijk lijkt komt er een verdiepingsslag en vervolgens is het aan DJI om een innovatie door te voeren. Een voorbeeld: we willen aan de slag met robotica. We gaan de komende periode met elkaar bekijken of we robots kunnen inzetten voor de celinspecties. Denk bijvoorbeeld aan een snuffelrobot die verboden middelen opspoort. Als we denken dat zoiets mogelijk is, gaan we een stapje verder om te kijken hoe we dit concreet vormgeven. Op deze manier geef je innovatie een kans om echt te slagen in de praktijk.’