Tekst Hedda Schut
Foto DJI

De manier waarop gevangenisstraffen worden uitgevoerd, verandert als de Wet straffen en beschermen van kracht wordt op 1 juli 2021. In de wetswijziging zijn nieuwe maatregelen en een scherpere toetsing vastgelegd voor een veilige terugkeer van gedetineerden naar de maatschappij. DJIzien zet de vijf belangrijkste veranderingen voor gedetineerden voor je op een rij.

Dit artikel is begin april aangepast naar aanleiding van de kamerbrief van demissionair minister Sander Dekker over de ingangsdatum van de wetswijziging.

Voorwaardelijke Invrijheidsstelling wordt maximaal twee jaar

Iedereen die na 1 juli 2021 onherroepelijk wordt veroordeeld, valt onder de nieuwe regels van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.). De v.i. is nog steeds een derde deel van de straf, maar duurt dan nog maar maximaal twee jaar. Nu nog is dat maximaal tien jaar. Bij een straf van dertig jaar komt nog steeds na tweederde van de uitgezeten straf in beeld, maar duurt dan nog maar maximaal twee jaar. Nu is dat nog maximaal tien jaar, bij een straf van dertig jaar. ‘Voor mensen die tot zes jaar cel krijgen, maakt het niets uit’, zegt Nienke Tenneij, coördinator bij de afdeling beleid van DJI. ‘Maar als je dertig jaar straf krijgt, kom je pas na 28 jaar in aanmerking voor v.i. en ook niet meer automatisch. ‘Het betekent dat deze mensen veel langer moeten zitten en ook dat er een groot verschil is tussen gedetineerden die voor en na inwerkingtreding van de wet veroordeeld zijn.’

De minister heeft voor deze maatregel gekozen omdat hij een betere verhouding tussen het onvoorwaardelijke en voorwaardelijke deel van de straf wil. ‘Zeker bij lange straffen vindt hij het niet goed uit te leggen waarom iemand dan relatief lang voor het einde van zijn straf alweer buiten is’, aldus Nienke.

De nieuwe regels over voorwaardelijke invrijheidstelling hebben ook gevolgen voor ketenpartners als gemeente en reclassering, omdat er door de kortere voorwaardelijke vrijheid minder tijd is om gedetineerden terug te begeleiden naar de maatschappij. Nienke: ‘Goed dus om hierin meer samen op te trekken. Het is de kunst om de detentieperiode volledig te benutten en vanaf moment één van detentie met voorbereidingen te beginnen.’

Verlof wordt minder vrijblijvend en vanzelfsprekend

Met de inwerkingtreding van de wetswijziging wordt verlof voor alle gedetineerden minder vrijblijvend en vanzelfsprekend. Het incidentele verlof voor belangrijke levensgebeurtenissen blijft, maar het algemene en regimaire verlof komen te vervallen. In plaats daarvan komt het zogenoemde re-integratieverlof, dat alleen wordt verleend als het bijdraagt aan een veilige terugkeer naar de samenleving. Bij het toekennen ervan worden ook het gedrag van de gedetineerde gedurende de gehele detentie, de risico’s en slachtofferbelangen meegewogen. ‘Het verlof staat straks helemaal in het teken van re-integratiedoelen’, legt Nienke Tenneij uit. ‘Nu nog is verlof een soort recht van de gedetineerde en in bepaalde detentievormen zelfs een standaard, maar straks moet het dus in dienst staan van een veilige terugkeer naar de maatschappij, en dat geldt voor zowel het kortdurende als het langdurende re-integratieverlof en het re-integratieverlof voor extramurale arbeid in de Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA).’
Een belangrijk middel om uitvoering aan de wet te geven is het detentie- en re-integratieplan (D&R-plan). In het D&R-plan staat beschreven hoe een gedetineerde werkt aan een delictvrije toekomst. Het bevat re-integratiedoelen en –acties en rapportages over het gedrag van de gedetineerde. ‘Van het personeel van DJI vraagt dit een andere inzet’, zegt Nienke. ‘We moeten nog een slag maken en zorgen dat we het D&R-plan van elke gedetineerde - dat straks een belangrijke functie krijgt bij het beoordelen van verlof - beter invullen en optimaliseren. Dat vergt nog een hele inspanning.’
 

De (Zeer) Beperkt Beveiligde Inrichtingen (BBI en ZBBI) verdwijnen

De huidige (Zeer) Beperkt Beveiligde Inrichtingen (BBI en ZBBI) gaan verdwijnen. Gedetineerden kunnen in de laatste fase van hun detentie buiten de inrichting werken in de Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA). Deze afdeling is ook in de weekeinden open, aangezien het regimair verlof voor gedetineerden komt te vervallen. De BBA’s beginnen in 2021 op negen locaties met een capaciteit voor driehonderd gedetineerden. Deze capaciteit groeit naar vijfhonderd gedetineerden. Iedere gedetineerde die voldoet aan de voorwaarden, komt terecht in een BBA in de regio waar hij of zij weer zal gaan wonen. Dit is gedaan om een duurzame baan te kunnen vinden waarin iemand na zijn detentie kan blijven. De gedetineerde mag de vergoeding die de werkgever aan de PI betaalt dan ook zelf houden om zijn terugkeer naar de samenleving te kunnen bekostigen of om schulden af te betalen. De nieuwe werkwijze levert bovendien kortere lijnen op met de ketenpartners als gemeente en reclassering.
‘Gedetineerden komen niet vrijblijvend en automatisch in een BBA terecht’, zegt Mireille Kruger. Zij is landelijk projectleider voor de realisatie van de nieuwe BBA. ‘In de Wet straffen en beschermen is ook bepaald dat gedetineerden in een aangescherpt D&R-plan persoonlijke re-integratiedoelen opstellen, en om naar de BBA te kunnen actief werken aan de doelen op arbeid tijdens en na detentie. De voortgang wordt gemeten gedurende de hele detentieperiode en ook worden de risico’s en de slachtofferbelangen meegewogen. Hoe beter iemand het tijdens zijn detentie doet, hoe meer mogelijkheden hij heeft om met een betaalde baan na detentie veilig en succesvol te kunnen re-integreren.’

Het arbeidsrecht en de arbeidsplicht voor gedetineerden vervallen

Dat het arbeidsrecht en de arbeidsplicht vervallen betekent dat gedetineerden niet meer hoeven te werken als ze dat niet willen’, verklaart Eric Bouwsma. Hij is programmamanager bij In-Made, de penitentiaire productiebedrijven van DJI waar gedetineerden vaardigheden leren die hen helpen bij de terugkeer op de arbeidsmarkt. ‘Vrijblijvend is dat natuurlijk niet. Ze moeten duidelijk kiezen voor wel of niet werken, en dat heeft dan positief of negatief effect op hun interne en externe vrijheden. Bij ernstige of herhaalde misdragingen kunnen gedetineerden worden uitgesloten van arbeid.

Deze maatregel maakt het makkelijker om te sturen op re-integratiedoelen en een baan na de detentie, zegt Eric. ‘Het is voor de werkmeesters ook prettiger werken met gedetineerden die zich als werknemer willen gedragen. Op deze manier kunnen we meer voor onze klanten doen en worden onze mensen aantrekkelijker voor de arbeidsmarkt. Ik verwacht dat hierdoor ook een verdergaande professionalisering van In-Made kan plaatsvinden, dat we daardoor nieuwe markten kunnen aanboren en ongetwijfeld betere bedrijfsresultaten halen. In Arnhem hebben we een fietsenmontageplaats waar gedetineerden – met de opdrachtgever - dure mountainbikes bouwen. We hebben daar samen geïnvesteerd in kennis en machines. Dit is echt het soort werk dat we graag hebben. Deze maatregel kan daar alleen maar positief aan bijdragen.’

Het Penitentiair Programma (PP) vervalt voor gedetineerden met meer dan een jaar straf

De nieuwe regels voor het Penitentiair Programma (PP) gaan later in dan de rest van de wijzigingen. Waarschijnlijk vanaf 1 december 2021 is PP alleen nog voor gedetineerden met gevangenisstraffen van zes maanden tot een jaar. Het PP duurt dan minimaal vier weken en maximaal twee maanden. Nu is dat nog maximaal één jaar. 

‘De reden dat het PP in de huidige vorm stopt, is dat de voorwaarden en termijnen voor PP overlapten met die voor v.i.’, legt beleidsmedeweker Emmy van Rooij uit. ‘Het PP werd ingesteld toen de v.i. tijdelijk was stopgezet. Sinds de herinvoering van de v.i. in 2008 hebben PP en v.i. naast elkaar bestaan.’ 

Het PP biedt gedetineerden de mogelijkheid het laatste deel van hun straf buiten de inrichting door te brengen. Zij worden daarbij nauwlettend begeleid en gevolgd, al dan niet met een enkelband.

Inhoudelijk verandert het PP niet. Emmy: ‘Het programma is nu alleen verkort en bedoeld om ook korter gestraften gecontroleerd voor te bereiden op hun terugkeer naar de samenleving. Het PP bestaat vooral uit werk of opleiding en indien nodig ook uit ambulante zorg.’

Het doel van het PP is net als in de BBA om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Het belangrijkste verschil met de BBA is dat gedetineerden in het PP op een goedgekeurd verlofadres verblijven. De directeur van de PI bepaalt of een gedetineerde PP krijgt of naar de BBA gaat.

Lees ook het artikel uit DJIzien #23 over het Detentie- en Re-integratieplan. Dit plan vormt straks na de wetswijziging een belangrijk onderdeel van het re-integratietraject van gedetineerden.