Tekst Erik Riemens
Foto Herman Zonderland

‘Veiligheid staat hier altijd voorop. Voor de gedetineerden, voor ons als personeel en als het gaat om het gebruik van allerlei gereedschap. Driekwart is inschatting. Als ze ’s ochtends hier op de arbeidszaal komen, dan kijk ik eerst hoe de jongens zijn. Wie zit er niet goed in zijn vel, is wat onrustig of heeft bijvoorbeeld slecht nieuws gehad van het thuisfront. De meeste gedetineerden willen graag werken en hebben helemaal geen zin in gedoe’, legt Bas Blank uit. Hij is senior arbeidsmedewerker op de afdeling zware textiel van de PI Ter Apel.

Blank komt van Defensie en werkt samen met nog veertien collega’s in de arbeidszalen textiel en hout van de PI Ter Apel. Het gaat om zware textiel. Zoals grote zeildoeken, isolerend materiaal voor maaltijden en non-food producten. Maar ook robuuste afdekhoezen voor kuubskisten en vliegtuigmotoren, verpakkingszeilen voor het luchtvervoer van vaccins en allerlei leerproducten.

Mond-tot-mond-reclame

‘Ik zeg weleens: we zijn de grootste zeilmakerij van Nederland. We hebben allerlei zware machines tot onze beschikking. Onze klanten zijn regionaal, nationaal en soms zelfs internationaal actief. We werken voornamelijk met vaste opdrachten en producten en we zijn goedkoop. Het Regionaal Bedrijfsbureau doet weliswaar wat aan promotie, maar het meeste werk komt vooral binnen via mond-tot-mond reclame. Tegen klanten zeggen we “geef ons maar veel voorraadwerk en niet te veel deadlines”.’

Werkmeester Bas
Bas Blank, senior arbeidsmedewerker PI Ter Apel

Lockdown

‘De reden is logisch. In coronatijd zijn we vier á vijf weken dicht geweest. Personeel viel uit en een groot aantal gedetineerden was ziek. Dat betekent dat alle productie compleet stillag’, zo vult productiecoördinator Rick Spijkers aan. ‘Iedere klant moet in zijn bedrijfsplan dan ook een back-up hebben. Dat geven we altijd aan in onze voorwaarden. Als er wat ernstigs gebeurt, bijvoorbeeld een incident met dodelijke afloop, dan gaan we hier in lockdown. Die term kennen wij hier al heel lang. Alles staat dan stil, gevangenen blijven binnen en er komt een onderzoek. Allemaal bedoeld om het in de gevangenis rustig te houden. Dan kan er niet ineens een spoedklus worden aangenomen.’

Geen eentoning wasknijperwerk

Misverstanden over werken in de gevangenis heb je en houd je altijd. Over dat gevangenen überhaupt geld verdienen, dat ze weinig werken en alleen maar eentonig wasknijperwerk doen. Verspreid over heel Nederland werken zo’n 8000 gedetineerden tijdens hun detentie. Dat doen ze bij In-Made, de Engelse benaming verwijst naar productie in de bajes. Het zijn de penitentiaire productiebedrijven van DJI.
‘Vroeger was werken in een gevangenis een recht. Dat is afgeschaft. Het is nu een semiverplichting. Je kunt ervoor kiezen om niet te werken, dan teken je af, blijf je binnen en krijg je uiteraard geen geld. Ik denk dat dat ongeveer 5 procent is. De rest kiest wel voor het werk, vanwege het sociale aspect en om de dagen beter door te komen.’

Achter de naaimachine

‘In deze arbeidszaal werken 24 gedetineerden’, aldus Blank. ‘Tijdens de intake wordt gevraagd wat voor werk ze kunnen doen. Dat is meestal iets waar ze zich comfortabel bij voelen. Turkse mannen gaan zo achter een naaimachine zitten en aan de slag. Vaak beginnen ze met iets simpels, stapje voor stapje wordt het dan moeilijker. Ook kunnen ze opleidingen volgen. Zelf ben ik leermeester en als ze hun opleiding goed afronden, dan krijgen ze een getuigschrift of deelcertificaat.’
‘Belangrijk is een bepaald werkethos. Ik merk dat de meesten hier graag werken. Ze verdienen hier 0,91 euro, dat was 0,76 euro per uur. Dat lijkt niet veel, maar is gebaseerd op het aantal uren dat ze werken en hun kosten in levensonderhoud. Kost en inwoning hebben ze. Wat ze nu verdienen is ongeveer gelijk aan wat ze anders overhouden. Ze mogen het vrij besteden. Sommige gedetineerden sparen voor zichzelf, anderen sturen het naar hun thuisfront.’

PI Ter Apel Textiel

Verliefd

Gedetineerde Osman * werkt al lang op de afdeling zware textiel. ‘Ongeveer vijf jaar. Wat ik belangrijk vind is respect. Ik heb dat hier voor iedereen en ik wil ook graag dat ze respect hebben voor mij. Het geld dat ik verdien gaat naar Turkije en ik ben ook aan het sparen om hier een kledingatelier te beginnen.’
Ineens volgt een greep in een doos die op de kast staat. Er komt een jasje en een blouse uit. ‘Zonder de maten op te meten of patroon heeft Osman dat gemaakt. Alleen afgekeken van een plaatje, meer niet. Ik kan ook wel overweg met de naaimachine, maar écht niet zoals hij dat kan, hoor’, voegt Spijkers toe. Osman kijkt er wat bedeesd naar en zoekt de juiste woorden. ‘Ik ben verliefd op mijn werk.’

Afstand houden

‘Of ik een band met de gedetineerden opbouw? Ja toch wel’, vervolgt Blank, ‘maar het uitgangspunt is en blijft dat ze voor mij werken. Op die manier houd je toch een beetje afstand. Je merkt snel genoeg als er wat aan de hand is. Gedetineerden die steeds heen en weer lopen bijvoorbeeld. Vechtpartijen komen voor. Vaak is het ertussen springen, een druk op de knop en dan zijn de collega’s snel ter plaatse. Een goed gesprek lost al heel veel op. Want meestal hebben ze elkaar niet begrepen door de taalbarrière. Het contact met gedetineerden in goede banen leiden, vind ik geweldig werk. Ik werk er nu vier jaar, maar echt hoor: Dit had ik tien jaar eerder moeten doen.’

Zien wat je maakt

Teunis Soffree is een collega van Bas Blank en werkt maar liefst 33 jaar in de gevangeniswereld. Hij is in een andere arbeidszaal, waar wat eenvoudigere producten worden gemaakt, de senior arbeidsmedewerker. ‘Ik doe dit werk nu zes jaar. Wat heel belangrijk is, is dat de gedetineerden ook écht zien welke producten ze maken. Bijvoorbeeld bepaalde onderdelen voor de auto-industrie, want auto’s vinden ze nu eenmaal interessant.’
Soffree is een ervaren iemand, maakte al die jaren onnoemelijk veel mee en dient voor collega’s en gedetineerden als alleswetende vraagbaak. ‘Natuurlijk bouw je een band met ze op. Mijn stelregel is dat ik hier ben voor de gedetineerden, het product is bijzaak. Maar ik weet ook wel dat ik helemaal niks meer waard ben, op het moment dat ze hier de poort uitlopen.’

Werkmeester Teunis
Teunis Soffree, senior arbeidsmedewerker PI Ter Apel

De naam Osman * is gefingeerd.

VRIS-gevangenis Ter Apel

In de PI Ter Apel zitten op dit moment iets meer dan 400 vreemdelingen uit 60 verschillende landen. Ze zijn door de rechter veroordeeld voor het plegen van een zwaar misdrijf in Nederland. Zoals een zedendelict, mensenhandel of moord. Het is de enige zogenoemde VRIS-gevangenis van Nederland. VRIS betekent vreemdelingen in strafrecht. Zit hun gevangenisstraf erop, dan worden ze uitgezet naar hun land van afkomst. Iedere gevangene is verplicht mee te werken aan zijn uitzetting. Dat begint meestal een half jaar daarvoor.