Tekst Nienke Ledegang
Foto Bart Hoogveld

‘Als iemand een nieuwe kans wil, moet je hem die wel geven.’ Bart Reedijk is sinds dit voorjaar re-integratieofficier in Dordrecht. Ondanks dat de functie gloednieuw is, weet Reedijk precies wat hij wil. ‘Het gaat er niet om of ik mijn baan leuk vind, het is het resultaat dat telt. Iedere jongen met een nieuw toekomstperspectief is er één voor mij.’

Reedijk maakte dit voorjaar de overstap van de gemeente Den Haag naar Dordrecht. In Den Haag werkte hij als projectmanager wonen en werken. In die functie hielp hij vaak jongens die uit detentie kwamen aan werk. Daar zag hij hoe belangrijk het hebben van een baan, naast bijvoorbeeld schuldhulp, huisvesting en een zorgend netwerk, is om uit de criminaliteit te blijven.

"Ik wil niet praten óver de mensen, maar mét de mensen om wie het gaat"

Waarom heb je de overstap naar Dordrecht gemaakt?

‘In Den Haag was re-integratie eigenlijk geen onderdeel van mijn werk. De link met veiligheid en recidive werd niet gelegd, de focus was wonen en werken. Toen in Dordrecht een gloednieuwe functie in het leven werd geroepen die draait om de regie op complexe casussen om ervoor te zorgen dat ex-gedetineerden niet terugvallen in oude gedrag, kwam alles waar ik achter sta bij elkaar. De focus ligt op high impact crimes zoals overvallen, straatroof en geweldsmisdrijven vanwege de grote impact op slachtoffers en inwoners van de stad. In de pilot van re-integratieofficier heb ik twee hoofdtaken: zorgen dat de keten goed samenwerkt én zorgen dat jongens (het zijn bijna altijd jongens) die uit detentie komen de kans hebben om een bestaan buiten de criminaliteit op te bouwen.’
 

Hoe doe je dat, zorgen voor een bestaan zonder criminaliteit?

‘Mijn eerste regel is: ik wil niet praten óver de mensen, maar mét de mensen om wie het gaat. Als ik met die jongens in gesprek ben, doe ik me niet anders voor dan ik ben. Dat is soms confronterend, want ik ben heel eerlijk. Maar wanneer je dat niet doet, zie je het misgaan. Ik zie vaak genoeg dat hulpverleners proberen te levellen, ze proberen het vertrouwen te winnen. Echt mensen, dat lukt je toch niet. Beter kun je die jongens helpen met iets waar ze echt iets aan hebben.’
 

En dat is?

'Je gaat doen wat nodig is. Je maakt eerst een plan, samen met DJI, Reclassering, Politie, OM en zorgpartners. Concreet betekent het meestal dat je actief op zoek gaat naar een baan of een woning.'

Remco de Rijk werkt voor de Reclassering in Dordrecht. Over de re-integratieofficier zegt hij: ‘Wat ik heel goed vind aan Bart is dat hij hele concrete problemen van - en over - ‘moeilijke’ inwoners  analyseert en vervolgens een plan bedenkt dat uitgaat van wat nodig is voor de samenleving en de inwoner zelf. Bart betrekt zoveel mogelijk het netwerk dat er al is en zet door wanneer er weerstand komt. De re-integratieofficier verbindt strategisch, tactisch en uitvoerend werk met elkaar. Dat was precies de schakel die nog ontbrak en die dus veel toegevoegde waarde heeft.’

Bart Reedijk
Re-integratieofficier Bart Reedijk

Is het lastig om passend werk te vinden voor deze groep?

‘In Den Haag deed ik dat voortdurend, daar heb ik denk ik 300 van dit soort jongens aan werk geholpen. Veel van  hen werken nog steeds. Hoe dat komt? Ik ga uit van de interesses van de jongens. Dat is belangrijk. Als ze hun werk saai vinden, of vervelend, is het gedoemd te mislukken. Te vaak horen die jongens nog: je mag allang blij zijn dat je werk hebt. Ze  moeten alles maar aanpakken. Dat is toch raar? Stel je voor dat ze mij werk laten doen waar ik echt van baal. Moet je eens zien hoe snel ik daarmee mijn motivatie verlies. Om die reden ook ga ik liever in zee met bedrijven die willen investeren in mensen dan bedrijven die hiervoor een financiële tegemoetkoming krijgen. Het afbreukrisico is dan te hoog. Het uitgangspunt is dan namelijk niet wat die jongen zelf wil en kan.’
 

Maar wat wil en kan die jongen zelf?

‘Heel veel! Te vaak hoor ik dat deze groep zo ingewikkeld is, omdat dat de LVB-problematiek bij hen zo groot is. Ik ben heel erg gedreven om aan te tonen dat LVB geen excuus is. Niet voor de buitenwereld, maar ook niet voor henzelf. Dat is lastig, deze jongens horen vaak al hun leven lang dat niks kunnen en zijn dat gaan geloven. Maar het heeft niks te maken met niet kunnen of niet willen, ik denk dat bij deze groep heel veel niet-durvers zitten. Omdat ze niet weten wat er van ze verwacht wordt. Een voorbeeld: je kunt in het re-integratiecentrum in de PI tien computers neerzetten, maar dan is er ook assistentie nodig. Deze jongens weten vaak niet waar ze moeten beginnen. Met een smartphone kunnen ze prima omgaan. Met een formulier van het UWV niet. En trouwens, ik heb zelden, misschien wel nooit meegemaakt, dat deze jongens via een brief met een cv werden aangenomen op een baan. Ze hebben een kruiwagen nodig. Nou, ik wil graag die kruiwagen zijn.’
 

Zijn er ook jongens die je niet kunt helpen?

‘Ja, bijvoorbeeld als er verslavingsproblematiek speelt. Dan moet ik doorverwijzen. Daar heb ik geen verstand van. Maar juist daarom is het belangrijk dat er regie is op de ketensamenwerking, een ander onderdeel van mijn functie. Ik vind dat we in de keten meer kunnen doen om resultaat te boeken. Ik vergelijk het wel eens met een estafetteloop. Als ik meedoe aan een estafette, is het mijn verantwoordelijkheid om het stokje goed over te dragen. Tegelijkertijd moet iemand die het stokje aanpakt er ook voor zorgen dat hij dat zo goed mogelijk doet. Want met elkaar heb je een doel voor ogen: perspectief bieden aan jongens die dat nodig hebben.’
 

Je boodschap is best stevig. Staan de ketenpartners open voor jouw directe aanpak?

‘Wat prettig is aan deze baan is dat ik direct onder de burgemeester opereer en geen leidinggevende heb. Dat geeft vrijheid. Tegelijkertijd is dat lastig, want ik moet voortdurend uitleggen wat mijn rol is. Ik heb bij mijn belangrijke partners, zoals in de PI, bij de politie en de reclassering mijn ‘ambassadeurs’: mensen die snappen waar ik mee bezig ben en daar ook in geloven. Ik hoop en verwacht dat mensen dankzij hen én dankzij de resultaten die we boeken de meerwaarde zien van een re-integratieofficier. Ik hoop dat deze pilot slaagt en dat we straks op heel veel plekken in  het land een re-integratieofficier hebben. Dat kan Nederland goed gebruiken.’

Michael van Rijckevorsel is plaatsvervangend vestigingsdirecteur van PI Dordrecht. ‘De meerwaarde van de re-integratie officier is voor ons tweeledig. Enerzijds helpt hij bij onze inspanningen om de re-integratie goed aan te laten sluiten op de periode na detentie. Er is meer sprake van een begeleiding op grond van de levensloop, waarbinnen de detentie slechts een tijdelijke situatie is, die we zo goed mogelijk in willen vullen. De re-integratie officier valt dan te zien als trajectbegeleider die intensief inzet op een geslaagde re-integratie. Daarbij staat eigen verantwoordelijkheid, inzet en zelfstandigheid naar mogelijkheden van de (ex)gedetineerde, net als bij ons binnen, voorop.

Belemmeringen slechten

Anderzijds helpt de re-integratie officier de belemmerende factoren die soms een geslaagde re-integratie in de weg staan of die risicoverhogend zijn in beeld te krijgen. Vanuit het mandaat dat hij heeft, door de positionering onder de burgemeester, probeert hij belemmeringen te slechten, zowel om het individuele verschil te maken als om de systemen structureel anders in te richten. Wij zijn blij met de komst van Bart als re-integratie officier in Dordrecht.’

"De re-integratieofficier is een 'plus' op al de professionals die werkzaam zijn in de stad"

Het Ministerie van JenV coördineert -en financiert- de landelijke pilot re-integratieofficier en biedt advies en ondersteuning. Daarnaast zijn het OM, Reclassering Nederland, Nationale Politie en onderzoeksbureau AEF betrokken. De re-integratie officier is verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen die recidive tegen moeten gaan. De re-integratieofficier is iets anders dan de reclasseringsambtenaar of de nazorgcoördinator. Hij is ook geen coach of trajectbegeleider. Hij is een 'plus' op al de professionals die werkzaam zijn in de stad, hij verbindt de partners en zorgt dat iedereen snel en integraal kan werken met steeds als doel de ex-gedetineerde meteen na de invrijheidstelling goed op de rit te krijgen.

Aanvullende taken van de re-integratieofficier zijn:

  • Samen met politie en Reclassering Nederland organiseren van een goed toezicht en een goede handhaving van de eventuele voorwaarden die zijn gesteld.
  • Samen met de gemeentelijke en andere organisaties aanpakken van belemmerende factoren (schulden, werkloosheid, wonen, scholing, zorg etc.)
  • Periodiek rapporteren aan de burgemeester, college van B&W en eventueel ook de lokale Driehoek.
  • Afleggen van huisbezoeken aan alle ex-gedetineerden die daarvoor in aanmerking komen, eventueel in aanwezigheid van de politie en reclassering.
  • Maken van afspraken in het Detentie & Terugkeerplan (Re-Integratieplan) en samen met DJI toezien op de naleving van de afspraken.
  • Bij niet naleven van de voorwaarden overgaan tot handhaving.