Tekst Nienke Ledegang
Foto Jesse Faber en DJI

Streetwise zijn ze, de jongens uit de Amsterdamse Top600 die in JC Zaanstad verblijven. Veel trek om na te denken over een leven buiten de criminaliteit hebben ze meestal niet. Maar een goede wake-up call wil nog wel eens helpen. Bijvoorbeeld als er een beroep wordt gedaan op hun eigen verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en creativiteit. Peter Faber werkt met zijn Peter Faber Stichting al zeker acht jaar in de gevangenissen in de Amsterdamse regio en hem lukt het om door te dringen. ‘Niet bij iedereen, wel bij een aantal.’ Zijn geheim? ‘Volledige en onvoorwaardelijke aandacht.’

Het is deze middag volle bak in de ontmoetingsruimte in JC Zaanstad. Een gemêleerd publiek van keurige dames en heren, DJI-medewerkers en stoere gasten vult de ruimte. Aan de muren kleurrijke schilderijen, foto’s en zelfportretten. Muziek met een stevige beat overstemt het geroezemoes. Georganiseerde chaos, zo zou je de sfeer kunnen typeren. Het is de afsluitende middag van een traject van drie maanden, waarbij in wisselende samenstelling zo’n 30 jongens iedere week twee uur lang samenkwamen. Voor schilderen, rap, fotografie, maar vooral om aan zichzelf te werken. Zo’n 15 van hen zijn er vandaag om familie, vrienden en hulpverleners te laten zien wat ze in die tijd bereikt hebben.

Creatieve energie

Het brein achter “Uit de bajes terwijl je er nog in zit” is acteur Peter Faber (76). Hij verbond zijn naam aan de stichting die in en om Amsterdam actief is en jongeren, onder wie die uit de Top600, de kans biedt om destructieve energie om te zetten in creatieve energie. Maar, zo benadrukt hij, ‘Ik doe het niet alleen, kán het niet alleen: Minchenu Maduro, Rocky Soekha, Vincent Heeren, Jesse Faber en Pim Laan. We hebben allemaal onze rol. Rocky rapt bijvoorbeeld met die gasten, mijn zoon Jesse maakt geweldige foto’s en filmpjes met ze en Minchenu is degene die ze echt weet te raken in de ziel. Zij is de perfecte coach. En ik? Ik ben de preker, zeg ik altijd.’

Eberhard van der Laan

Het begon acht jaar geleden toen toenmalig burgemeester van Amsterdam Eberhard van der Laan vond dat er iets moest komen voor jongens uit de Top600 die de Bijlmerbajes in en uit gingen, en weer erin en eruit. Faber: ‘Hij vertelde mij dat hij in de Russische gevangenis die hij had bezocht prachtige schilderijen had gezien van gedetineerden. Of ik niet ook zoiets kon gaan doen. Zo is het begonnen.’

Onvoorwaardelijke aandacht

Tijdens de wekelijkse bijeenkomsten met de jongens is onvoorwaardelijke aandacht het sleutelwoord. Waarom is dat zo belangrijk? ‘De meeste mensen moeten iets van deze jongens. Hulpverleners werken met ze aan een inkomen, een huis, een baan... En natuurlijk, dat is belangrijk, maar volgens ons gaat daar nog iets aan vooraf: Deze jongens moeten wakker gemaakt worden. Als zij terugkeren in de maatschappij moeten ze weten dat ze iets waardevols te bieden hebben. Als je je leven lang te horen hebt gekregen dat je niet deugt, nergens goed voor bent, dan gaat alleen een baan of een huis je niet helpen. Wij kunnen ze helpen bij die wake-up call, wij kunnen ze leren dat ze ertoe doen. Wij hebben geen ander belang dan er voor deze jongens zijn. We kunnen naar ze luisteren en met ze praten zonder bijbedoelingen. Die veiligheid, die voelen ze.’

'Als deze jongens terugkeren in de maatschappij moeten ze weten dat ze iets waardevols te bieden hebben'

Twee van de jongens tonen trots hun behaalde 'diploma'

Vertrouwensband

En dat levert ontroerende situaties op. Tijdens de bijeenkomsten had Minchenu Maduro diepgaande gesprekken met de jongens terwijl ze aan het schilderen waren. ‘Als je bezig bent, kun je lastige onderwerpen gemakkelijker ter sprake brengen. Dat gaat bijna vanzelf. Dan hadden we het bijvoorbeeld over familie. Bijna al die jongens hebben ingewikkelde familierelaties. Er ontstond zo’n vertrouwensband dat ik mijzelf ook kwetsbaar kon opstellen. Toen iemand uit mijn familie was overleden, waren het de jongens die míj troostten. Dat zegt wel iets over de sfeer die we hebben neergezet.’

Autonomie en motivatie

Petra Riep is adviseur Detentie en Terugkeer bij de gemeente Amsterdam en onderschrijft het belang van het werk van de Peter Faber Stichting. ‘Dit is één van de motivatieprojecten die wij samen met JC Zaanstad organiseren. Er vindt voorafgaand aan de start van de workshops een gesprek plaats om de bereidheid tot deelname in te schatten. Het is belangrijk dat de deelnemers wel enige motivatie laten zien om dit traject te starten en de workshops positief af te ronden.’

‘Wij zien echt dat je met aandacht en betrokkenheid iets kunt bereiken. Er zijn voorbeelden van jongens die door de bijeenkomsten zichtbaar veranderden, die eerst hele dagen op bed lagen en later gemotiveerd raakten om aan de slag te gaan. Waar hem dat in zit? Belangrijk is dat het team van Peter Faber het lukt om écht en oprecht contact te maken met deze jongens. Dat voelen die jongens heel erg. Cruciaal is verder dat er een beroep wordt gedaan op hun autonomie. Het gaat uiteindelijk om het nemen van  verantwoordelijkheid voor een betere toekomst. Dat is ook wel even wennen voor ze. Want: er wordt die jongens geen werk uit handen genomen. Ze moeten het zelf doen, zíj zijn de sleutel.'

Een Midzomernachtsdroom

Peter Faber herkent zichzelf in de jongens met wie hij werkt en verklaart daaruit zijn betrokkenheid bij deze groep. ‘Ik kom uit Amsterdam-Noord en in mijn jeugd werd je dan bij voorbaat vaak al weggezet als debiel en zwakbegaafd. Ik was voorbestemd om een zwervend bestaan te leiden, ik overwoog te gaan varen. Dankzij de kapper, die mij een advertentie gaf voor audities voor Een Midzomernachtsdroom in het openluchttheater, is het anders gelopen.’

Wakker worden

Iets van die kapper wil Faber zijn voor de jongens die hier vandaag aanwezig zijn en iets van hun talenten aan de aanwezigen laten zien. ‘Ik zeg altijd: Je lijf is je beste vriend. Je hart is de motor, je longen zijn je brandstof en je mind is de TomTom. Jouw vriend doet alles wat jij wilt. Dus jij bepaalt waar je naartoe gaat. Wat je daarvoor nodig hebt? Drie dingen: aandacht, betrokkenheid bij je wensen en creativiteit. Dat ongeveer is mijn preek. En ik verzeker je: ik lul niet uit mijn nek. Die jongens begrijpen dit. En met hen maak ik dan de afspraak: ik kan het, ik wil het en ik doe het nu. Actiebereidheid, wakker worden. Daar gaat het om.’

Duwtje in de goede richting

Misschien is dat wel de kern: dat ieder mens iemand nodig heeft die hem een duwtje in de goede richting kan geven. Bij Peter Faber heeft het destijds geholpen, bij de jongens in de Top600 helpt het ook. Veel van hen durven het deze middag, tijdens de presentatie, niet goed hardop te vertellen. Maar te horen in hun raps en te zien in hun kunstwerken is het wel: ‘in mijn hoofd leef ik buiten de bajes’. Ze hebben genoeg om voor te veranderen.

Peter Faber Stichting
De Peter Faber Stichting met van links naar rechts Peter Faber, Rocky Soekha, Jesse Faber, Minchenu Maduro, Vincent Heeren en Pim Laan.