Tekst Nienke Ledegang
Foto Edwin Walvisch
Naar wie keert een gedetineerde na het uitzitten van zijn straf terug? Wacht er een gezin op hem? Is er een relatie, of familie en vrienden? We weten vaak weinig over het netwerk van gedetineerden. ‘Terwijl dit netwerk volgens ons van cruciaal belang is bij zijn re-integratie’, zegt Sterre van Duijnhoven, casemanager en coördinator van de pilot Systeemgericht Werken in PI Arnhem. ‘Misschien wel net zo belangrijk als de andere voorwaarden voor een succesvolle terugkeer in de maatschappij, zoals werk, een woning of een identiteitsbewijs.’
Om die reden is in PI Arnhem de pilot Systeemgericht Werken gestart, waarbij het netwerk van de gedetineerde centraal wordt gesteld. Van Duijnhoven: ‘Systeemgericht werken is een methodiek binnen het maatschappelijk werk waarbij we ons richten op het weer in beweging krijgen van vastgelopen situaties in een netwerk. Binnen het netwerk vallen uiteraard gezin, familie en vrienden, maar ook al betrokken hulporganisaties of ketenpartners.’
Niet welkom
‘Vaak weten we niet precies waar een gedetineerde na detentie naartoe gaat en hoe de relaties daar zijn. Soms heeft een gedetineerde wel huisvesting na detentie, maar is hij bijvoorbeeld niet zo welkom als hij denkt of zegt. In veel gevallen is bovendien sprake van multiproblematiek. Wanneer iemand in detentie raakt, blijft het thuisfront met deze problemen achter. Regelmatig lopen schulden alleen maar verder op, komt huisvesting in gevaar of komt de zorg voor kinderen op één ouder terecht, die ook in zijn eentje verantwoordelijk is voor het inkomen. Ook spelen zowel bij de gedetineerde als het gezin of de familie veel emoties rondom de detentie en het gepleegde delict. Systeemgericht werken biedt ondersteuning bij praktische zaken en op het psychosociale vlak.’
Van Duijnhoven vervolgt: ‘Binnen DJI wordt er momenteel vooral gefocust op de vijf leefgebieden: huisvesting, inkomen, schulden, identiteitsbewijs en zorg. Wanneer deze leefgebieden op orde zijn, heeft dit veelal een recidiveverlagende werking. Vanuit de PI kregen wij de indruk dat het netwerk hierin ontbreekt. Een steunend netwerk draagt namelijk ook bij aan recidivevermindering. Wanneer emoties zijn uitgesproken, er duidelijke afspraken over de toekomst zijn, maar er ook aandacht is besteed aan het oppakken van de praktische hulpvragen, draagt dit bij aan een constructieve re-integratie.’
Vangnet creëren
‘Op dit moment lopen er ongeveer veertig trajecten, waarmee we al mooie resultaten hebben behaald. Zo hebben we een gezin met vier kinderen begeleid waarvan de vader in detentie verbleef. Moeder werd zwaar overvraagd met alle zorg voor de kinderen, van wie de oudste twee volop spijbelden en dreigden af te glijden, en van wie de jongste twee gezondheidsproblemen hadden. Er is toen in de PI een beschermingstafel georganiseerd waarbij onder meer de school, de leerplichtambtenaar, de casemanager, twee wijkcoaches en natuurlijk de ouders aanschoven om samen een veiligheidsplan op te stellen. Door mensen uit het eigen netwerk binnen te halen, konden we een vangnet creëren. Zo hebben we weten te voorkomen dat het gezin een verplicht traject in moest.’
‘Een ander mooi voorbeeld is dat een gedetineerde graag het gesprek met zijn zoontje wilde aangaan over hoe deze zijn detentie ervaart. Hij wist alleen niet hoe hij dit moest doen, en hij vond het ook wel spannend. De gesprekken zijn toen gezamenlijk voorbereid. Er is besproken hoe hij zijn verhaal kon vertellen en hoe hij er het beste voor zijn zoon kon zijn. Het gesprek dat volgde was heel mooi en bijzonder. Het zoontje voelde zich op zijn gemaken en samen hebben vader en zoon kunnen lachen en huilen. Toen de vader na afloop weer naar de afdeling ging, zei hij: “Ik ben nog nooit zo rustig geweest.”
Lijntjes leggen
‘Dit systeemgerichte werken heeft volgens ons een grote meerwaarde voor een goede re-integratie. Door al binnen de muren lijntjes te leggen met het netwerk en de ketenpartners, kunnen we ook een veel completer re-integratieplan opleveren. Dit helpt bij het oplossen van multiproblematiek. Wat ik zelf merk aan de gedetineerden is dat zij een enorme intrinsieke motivatie hebben om te zorgen dat het goed gaat met hun netwerk en de mensen van wie zij houden. De meeste mensen zijn bereid hier zelf veel voor te doen. Een mooi bij-effect is dat mensen zich bereid tonen om zich open te stellen en hun emoties te laten zien. Iets wat voor sommigen binnen de gevangenismuren (en soms ook daarbuiten) toch een hoge drempel is.’